Auteur: Judith Kaandorp Organisatie: Vrije Universiteit Amsterdam

Studenten schreven papers waarop mede-studenten feedback gaven, alvorens de eindversie in te leveren bij de docent. De docent wil hiermee de kwaliteit van de paper verhogen door een diepere verwerking van de stof. Ook wilde hij de studenten er toe aanzetten eerder met de opdracht te beginnen.

Voorbeeld uit de praktijk

In de masteropleiding Bewegingswetenschappen aan de Vrije Univesiteit Amsterdam is peer review gebruikt als activerende werkvorm in het vak Sportfilosofie. Het gaat erom dat de student kennis van en inzicht krijgt in de belangrijkste sportfilosofische thema’s en vraagstellingen.

Opzet van de opdracht:
De studenten kregen twee (schrijf)opdrachten. De uitwerking hebben ze ingeleverd in de peer reviewapplicatie Turnitin. Turnitin verdeelde de papers over de verschillende reviewers. Ieder student heeft twee peer reviews geschreven.
Na deze reviewronde ontvingen de auteurs de feedback van hun peers. De studenten hadden vervolgens de gelegenheid om de ontvangen feedback te verwerken, alvorens zij de definitieve versie inleverden bij de docent.

Doel

De docent gebruikt peer review ten behoeve van academische vaardigheden en kritische oordeelsvorming in het onderwijs.
De studenten leren academische vaarigheden.

Wanneer te gebruiken

In alle situaties waarin (grote groepen) elkaar beoordelen.

Hoe maak je dit als docent?

  • Bedenkt vooraf de opdracht en de beoordelingscriteria.
  • Maak de opdracht en peer review-opdracht aan in de applicatie
  • Monitor het proces (eventueel steekproefsgewijs)

Rol als docent:

  • Tijdens review proces: alleen procesbewaker
  • Na review proces:
    1. Zelf alles nakijken of steekproef
    2. Algemene bespreking in hoorcollege
    3. Nakijken bij klacht student

Het gebruik

Houd bij het opdrachtontwerp rekening met de onderstaande punten:

  • Heldere beoordelingsprocedure, criteria
  • Hou aantal en omvang van te beoordelen producten beperkt
  • Bespreek kernpunten/problemen uit feedbackronde tijdens hoorcollege
  • Maak je eigen rol in het proces duidelijk
  • Plan voldoende tijd tussen moment van peer review en eindversie
  • Discussie over inhoud van review kan zeer leerzaam zijn

Neem bij het opstellen van de beoordelingscriteria de onderstaande punten acht:

  1. Concreet, eenduidig
  2. Goed doornemen met studenten
  3. Hou bij aanvang aantal criteria beperkt
  4. Werk met oefenbeoordelingen
  5. Gebruik Scoringsrubrieken:
    • Alle studenten hebben zelfde referentiekader
    • Verhoogt validiteit & betrouwbaarheid
    • Kan nuttig zijn bij eindbeoordeling (summatief)
    • Nadelen: Werkt luiheid in de hand, Minder bruikbare feedback

Concretiseer/nuanceer de hoofdvraag:

Voorbeeld

De samenvatting moet los van het verslag te begrijpen zijn, de vraagstelling moet genoemd worden en het moet een goede weergave van het paper zijn. Geef in minimaal 50 woorden aan wat je van de samenvatting vindt (wat is goed en geef tips). (=43 woorden)
versus
1. Samenvatting

1a. In hoeverre is de samenvatting los van het verslag te begrijpen.

1b. Wordt de vraagstelling genoemd.

1c. Leg uit wat je van het antwoord op de vraagstelling vindt.

1d. Geef aan in hoeverre de samenvatting een goede weergave van de inhoud is.
Geef tenslotte de studenten tips voor het schrijven van een review:

  1. Focus op belangrijke dingen
  2. Bespreek sterke en zwakke punten
  3. Probeer niet alles te herschrijven, geef alleen aanwijzingen
  4. Stel goede vragen, geef niet te veel antwoorden
  5. Wees specifiek: verwijs naar tekst
  6. Ondersteun je medestudent op een wijze zoals je zelf ook ondersteund zou willen worden
  7. De toon:
    • Wees niet te kritisch
    • Val niemand persoonlijk aan
    • Wees vriendelijk en positief

Randvoorwaarden en specificaties

  • Peer review applicatie (in dit geval is gebruik gemaakt van Turnitin)(Blackboard ondersteund peer review ook met de module “self and peer assessment” vanaf versie 8)

Zie ook

Hoe organiseer je peer review via een discussieforum?

Geplaatst op 16-02-2009 door adminComments Off on Peer review gebruiken om te werken aan academische vaardigheden en kritische oordeelsvorming

 

Auteur: Judith Kaandorp Organisatie: Vrije Universiteit Amsterdam

Middels twee reviewrondes krijgen de studenten de kans om hun paper te verbeteren, alvorens deze definitief in te leveren bij de docent. De docent wil hiermee de academische vaardigheden en de kritische oordeelsvorming van studenten verbeteren.

Voorbeeld uit de praktijk

Peer review is ingezet bij het eerstejaarsvak Ontwikkelingspsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam om de studenten te laten werken aan hun academische vaardigheden en kritische oordeelsvorming.
De docent wil de studenten meer feedback geven op hun opdrachten. Echter door de grote studenten aantallen is dit zeer lastig voor de docent om zelf te doen. Peer review biedt de mogelijkheid om alle studenten te voorzien van feedback, maar leert hen tevens ook (kritisch) te reflecteren.

Ontwerp van de opdracht:
De studenten hebben één essay geschreven. Van drie medestudenten hebben de auteurs in twee reviewrondes feedback ontvangen. De reviewers verschilden per ronde.
De studenten ontvingen dus tweemaal feedback van hun peers, waarna zij telkens de kans kregen om het essay te verbeteren. Tenslotte is het essay ingeleverd bij de docent die aan het essay het eindcijfer heeft toegekend.

Doel

1. Verbeteren van schrijfvaardigheid m.b.t. essays
2. Oordeelsvorming (Beoordelen van anderen)
3. Feedback geven aan anderen
4. Nadenken over feedback

Wanneer te gebruiken

In alle situaties waarin (grote groepen) elkaar beoordelen.

Hoe maak je dit als docent?

Peer review kan om verschillende redenen en ten behoeve van verschillende leerdoelen worden ingezet. In de tabel in bijlage 1 wordt stil gestaan bij de redenen waarom een docent met peer review wil gaan werken. Denk daarbij aan de volgende vragen:

  • lk wil met peer review werken omdat…
  • Wat moeten mijn studenten beoordelen van elkaar?
  • De functie van mijn peer review opdracht is formatief (tussentijdse feedback) / summatief (eindoordeel)

Ontwerp: Object, doel en functie van peer review/ peer evaluatie
Werk de tabel van bijlage 1 uit voor uw eigen cursus. Richt daarbij de aandacht op:
1) het doel (wat moet peer review/ peer evaluatie opleveren?)
2) het object van de beoordeling (wat beoordelen studenten van elkaar?)
3) de functie (formatief of summatief?)

Verder kan je bij een peer review stilstaan bij de meer praktische en procedurele ontwerpstappen bij het maken van een peer review opdracht. Maak gebruik van de tabel in bijlage 2 en denk daarbij aan:

  • De samenstelling van beoordelingsgroepen (wie beoordeelt wie?)
  • Organisatie van de interactie bij mijn opdracht
  • Hoe feedback geven bij mijn opdracht
  • Procedurele/trainingsaspecten bij mij opdracht

Het gebruik

Geef de studenten de volgende tips als zij een review gaan schrijven:
Tips voor goede review

  1. Focus op belangrijke dingen
  2. Bespreek sterke en zwakke punten
  3. Probeer niet alles te herschrijven, geef alleen aanwijzingen
  4. Stel goede vragen, geef niet te veel antwoorden
  5. Wees specifiek: verwijs naar tekst
  6. Ondersteun je medestudent op een wijze zoals je zelf ook ondersteund zou willen worden
  7. De toon:
    • Wees niet te kritisch
    • Val niemand persoonlijk aan
    • Wees vriendelijk en positief

Randvoorwaarden en specificaties

  • Online applicatie Turnitin(Blackboard ondersteunt peer review ook met de module “self and peer assessment” vanaf versie 8 )

Zie ook

Hoe organiseer je peer review via een discussieforum?

Peer review gebruiken om te werken aan academische vaardigheden en kritische oordeelsvorming

Bijlagen

Geplaatst op 16-02-2009 door adminComments Off on Samenwerkend leren aan academische vaardigheden door peer review

 
Auteur(s): Anita Bernard en Karine Samyn Organisatie(s): Hogeschool Gent Departement Bedrijfsinformatie

De beschreven methodiek biedt de student de mogelijkheid tot reflectief nadenken over zijn handelen en het handelen van de medestudenten in de groep. De begeleidende docent kan een formule gebruiken om het beoordelingscijfer van het globale groepswerk om te vormen tot een individuele beoordeling.

Voorbeeld uit de praktijk

In het eerste en tweede jaar Bachelor Toegepaste Informatica dienen de studenten in teamverband een vakoverschrijdende opdracht uit te werken en voor te stellen. Hiervoor moeten ze zelfstandig leren opzoeken, kennis verwerven en toepassen. Voor het evalueren van de algemene vaardigheden en de attitudes, meerbepaald de competentie ‘Participatie en samenwerking in groep’, werd een lijst van indicatoren opgesteld, zoals bvb enthousiasme en participatie, ideeën aanbrengen, begrip van wat verwacht wordt, …
In eerste instantie beoordeelt elk lid van de projectgroep het werk, de houding en de inzet van een medeteamgenoot voor elk van de indicatoren. Er wordt beoordeeld met een schaal van 3 (beter dan de rest van de groep) tot -1 (hinder voor de groep).

Daarna evalueert de student zichzelf, dit uiteraard zonder de scores van zijn medestudenten te kennen.
Per student worden vervolgens de gemiddelde score gegeven door de medestudenten berekent a.d.h.v. de formule : [aantal groepsleden-1] x [aantal criteria] x 2 (het theoretisch gemiddelde). Om ‘vriendjespolitiek’ of ‘wraakacties’ te vermijden en dus extreem hoge of extreem lage cijfers tegen te gaan wordt ook een correctiescore berekend. Hiervoor wordt het cijfer dat slechts één keer voor een bepaald criterium bij een bepaalde persoon voorkomt, geschrapt.

Tijdens een feedback-gesprek onder leiding van de begeleidende docent met het team en daarna (eventueel) met de individuele student, worden de scores vergeleken en besproken. Door de beoordeling van de medestudenten te vergelijken met de eigen beoordeling kan de student over zichzelf en zijn leerproces reflecteren.
De docent gebruikt hierna de berekende peer-assessment-factor om de groepsevaluatie van het afgeleverde portfolio (eventueel) om te vormen tot een individuele beoordeling rekening houdend met de individuele inzet van de student.
Door de test meerdere malen af te nemen is het mogelijk om een evolutie waar te nemen.
Voor het afnemen van het assessment kan gebruik gemaakt worden van een Excel sheet. Binnen dit kader werd echter een webapplicatie ontwikkeld die toelaat om een peer-assessment test aan te maken en die door de studenten te laten invullen.

  • Achteraf kan de docent de scores bekijken en feedback geven aan de student (zie screenshot 1)
  • De student krijgt vervolgens ook zijn eigen score te zien en de totaal score die zijn medestudenten hem hebben toegekend (zie screenshot 2).

Doel

  1. De methodiek biedt de student de mogelijkheid tot reflectief nadenken over zijn handelen en het handelen van de medestudenten. Hieruit kunnen studenten met bvb. een laag zelfbeeld aangezet worden zichzelf niet te minimaliseren; anderzijds worden studenten die zich iets te hoog inschatten gewezen op het feit dat anderen hen soms anders beoordelen.
  2. De begeleidende docent kan een formule gebruiken, die een zogenaamde ‘peer-assessment-factor’ berekent. Via dit getal kan de groepsevaluatie die de docent aan het globale groepswerk geeft toch omgevormd worden tot een individuele beoordeling rekening houdend met de individuele inzet van de student

Wanneer te gebruiken

De methodiek kan gebruikt worden in elke situatie waarin algemene competenties, attitudes en vaardigheden van studenten in groep moeten geëvalueerd worden

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Maak als docent een checklist aan met de te evalueren gedragsindicatoren van bepaalde algemene competenties zoals het teamwerk, de communicatieve vaardigheden, het probleemoplossend denken en handelen.
  • Deel de criteria en de indicatoren waarop de studenten beoordeeld worden voor de aanvang van de projectwerking mee aan de studenten.
  • Maak een peer-assessment aan met de indicatoren die op dat ogenblik moeten geëvalueerd worden (of die je op dat moment wenst te evalueren).
  • Geef de studenten de tijd om dit assessment in te vullen.
  • Elke student beoordeelt alle andere leden van de groep.
  • In het kader van self-assessment geeft de student aan zichzelf een beoordeling voor elk criterium.
  • Na het verstrijken van de ingestelde einddatum kunnen de waarden niet meer gewijzigd worden.
  • Na het uitvoeren van zowel het peer-assessment in de groep, als het self-assessment volgt een feedback met de docent zodat het verdere leerproces kan geoptimaliseerd worden.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Voer deze test minstens tweemaal gedurende de periode van de projectwerking uit. Enkel op die manier kan de begeleidende docent zich een beeld vormen van de evolutie van de student en het team.
  • Het werken met een correctiefactor om extreem hoge en lage scores uit de beoordeling te weren, werkt goed voor groepen van minstens 4 personen.

Achtergrondinformatie

http://www.score.hva.nl/s_peerassessment.html
http://ppw.kuleuven.be/cod/pasi.htm

Bijlagen

Screenshot 1

Screenshot 2

Geplaatst op 05-02-2007 door adminComments Off on Competenties evalueren via een digitale leeromgeving

 
Auteur(s): Pascal Tielkens Organisatie(s): Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Door weblogs in te zetten als hoofdcommunicatiemiddel bij stages wordt de communicatie tussen docentbegeleider en begeleider in instituut of bedrijf gestimuleerd.

Voorbeeld uit de praktijk

Weblog is een ‘hot item’ binnen het hoger onderwijs. Overal worden voor vakken weblogs ingezet om te dienen als kennisbanken of communicatieplatformen net zoals de veel gebruikte DLO’s. Dit voorbeeld komt van een student opleidingskunde van de HAN. ‘Ik heb als student zowel in het binnenland als buitenland stage gelopen. In beide gevallen verliep de communicatie via mail, telefoon en het inleveren/mailen van documenten naar alle betrokkenen (mijn docentbegeleider en bedrijfsbegeleider). Dit leidde tot het continu versturen en nalezen van mail. Momenteel gebruik ik als student een weblog om te communiceren met mijn docent- en stagebegeleider. Mijn eigen ervaringen en die van mijn begeleiders zijn zeer positief. Deze ervaringen heb ik hieronder als voordelen opgesomd’.

Een weblog voor het noteren van ervaringen binnen stagebedrijven of instituten hebben voor meerdere partijen voordelen:

  • Student kan verslagen plaatsen op het weblog. Zowel de docentbegeleider als stagebegeleider kan dit document inzien en elkanders reactie lezen op het document. Kortom ook de communicatie tussen beide begeleiders zal toenemen.
  • Opdrachten zoals stagewerkplannen, opdrachten en eindverslagen kunnen als bijlage worden toegevoegd. Dit heeft als gevolg dat afstand geen invloed heeft op inleverdata. Daarnaast is met een weblog de stapel hardcopies nihil.
  • Geen honderden e-mail van studenten in een korte tijdsspan met producten.
  • Door het gebruik van een weblog hoeven bepaalde opdrachten niet puur tekstueel te zijn. Eerste indruk kan bijvoorbeeld ook een video opname zijn van de werkplek.
  • Audio/Visueel Materiaal kan ook gebruikt worden op terugkomdagen m.b.t. het presenteren van de ervaringen van studenten.

Daarnaast zijn er voordelen die niet direct te maken hebben met betrokkenen:

  • Een weblog voor een stageperiode kan gemakkelijk en gratis worden aangemaakt. (bijvoorbeeld blogspot/web-log.nl/punt.nl/etc)
  • Digitaal materiaal is ook gemakkelijk om te zetten naar materiaal voor een portfolio.
  • Stagebureau kan verwijzen naar de eerste indrukken van een student over een stageplaats. Zo kunnen studenten die daarna bij hetzelfde bedrijf of instituut willen solliciteren, lezen wat de ervaringen zin van een student zonder contact op te nemen met de desbetreffende student. Langzaamaan bouwt het stagebureau een verzameling ervaringen op van studenten over een stagebedrijf of instituut.

Doel

De docent kan een student begeleiden tijdens een stage of onderzoek met behulp van een weblog

Wanneer te gebruiken

  • Als de student een grote opdracht uit moet voeren (afstudeeropdracht, stageopdracht, onderzoeksopdracht).
  • Als een student op afstand moet worden begeleid.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Maak een hand-out met daarin uitgelegd wat het doel en de bedoeling van de weblog. Deze dienen studenten aan hun externe stagebegeleider mee te geven als aanvulling op hun stagereader (dit als de weblog niet geïntegreerd is in het stageprotocol)
  • Maak een hand-out met daarin:
    • Hoe maakt een student een weblog aan? (optioneel: zorg dat alle studenten dezelfde weblog host gebruiken. Een goede host is bijvoorbeeld www.web-log.nl)
    • Aan welke regels een bericht op de weblog moet voldoen. Denk hierbij aan het schrijven voor het beeldscherm. Weblogs zijn vaak korte berichten.
    • regels wat betreft privacy en vertrouwelijke bedrijfsinformatie. De weblogs zijn voor de hele wereld toegankelijk dus je kan niet zo maar alle informatie online zetten. Studenten moeten hier op bedacht zijn. Zo willen ze misschien niet al hun persoonlijke zaken openlijk delen, maar vooral zullen bedrijven niet willen dat hun vuile was wordt buiten gehangen.
  • Tip: het is mogelijk om een weblog af te schermen met een wachtwoord, of alleen bepaalde groepen mensen toegang te geven. Dit kan een oplossing zijn tegen ongewenste meelezers. Hierdoor gaat echter ook de mogelijkheid tot onverwachte interessante bijdrages van buitenaf afgesloten.
  • Bekijk de bestaande stagehandleiding en beoordeel of deze opdrachten geschikt zijn om op een weblog te plaatsen.
  • Tip: Om gebruik te maken van alle mogelijkheden van een weblog kun je opdrachten toevoegen als:
  • Voor eerste indruk: Maak 5 foto’s (bijvoorbeeld van je werkplek) die kenmerkend zijn voor je stagebedrijf. Licht deze toe.
  • Maak een audio opname van het een voortgangsgesprek met je stagebegeleid(st)er en voeg deze toe aan je verslag hiervan.
  • Laat een student antwoord geven op het probleem van een andere student.
  • Leg tijdens het eerste college aan studenten uit wat het doel is van de weblog, hoe een weblog werkt en hoe bijdragen van studenten aan de weblog beoordeeld zullen worden.
  • Laat indien weblogs beschikbaar zijn een voorbeeld zien van een goed gebruikt weblog en een minder goed gebruikt weblog.
  • Vertel de studenten dat zij na het aanmaken van hun weblog deze aan hun stagebegeleider geven en aan jezelf. (Tip: plaats ze in favorieten)
  • Maak een lijst van alle gemaakte weblogs en verspreid deze onder de studenten zodat zij elkaar feedback kunnen geven op stukken.
  • Stel een deadline vast voor het posten van opgavenuitwerkingen en het maken van wijzigingen daarin (bijvoorbeeld steeds aan het einde van de week).
  • Beoordeel wanneer de deadline verstreken is de bijdragen van studenten en corrigeer eventuele fouten. Wijzigingen in al bestaande berichten kunt u volgen door de geschiedenis van de weblog te bekijken.
Tip

Laat studenten een RSS feed maken: RSS.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • De uitvoering, onderhoud en lay-out van de weblog valt onder de verantwoording van de student.
  • Docent bekijkt de weblogs van studenten die onder hem/haar vallen. (Optioneel: gebruik hiervoor de RSSfeeds (download een rss-reader)
  • Docent stimuleert studenten om elkanders weblogs te bekijken en te reageren op geplaatste berichten. Dit kan door de studenten de complete lijst van weblogs aan hun eigen weblog te linken.
    Tip: Je kunt de participatie van studenten controleren door te kijken naar wie reacties plaatst. Het is niet mogelijk om studenten die wel weblogs lezen maar niets plaatsen te traceren. Deze vorm van peer-education kan worden opgenomen als een opdracht in de stagehandleiding.
  • Als studenten meekijken op weblogs is het belangrijk de student erop te wijzen geen bedrijfsgevoelige informatie te plaatsen.
  • Door het stellen van vragen of geven van tips kan je als docent de student stimuleren en begeleiden.
  • Gevoelige kwesties kunnen altijd via de mail worden afgehandeld.

Randvoorwaarden

Voor gebruik van RSS feeds heb je een RSS reader nodig;Voor het gebruik van een Video element bij opdrachten heb je:

  • Windows Media Encoder 9. Deze is te downloaden
  • Snelle pc/laptop (niet ouder dan 3 jaar) met firewire of usb-aansluiting
  • DV videocamera op statief met firewire of usb-aansluiting

Voor het gebruik van een audio element bij opdrachten heb je:

  • De deelnemers moeten beschikken over een geluidskaart en boxen (of een koptelefoon).
  • De docent moet beschikken over een microfoon en een geluidskaart.

Zie ook

Hoe gebruik je ICT om studenten te stimuleren tot kritische zelfreflectie?

Hoe kun je studenten eigen videofragmenten in een verslag laten opnemen?

Hoe kan je studentpresentaties opnemen met video en voorzien van feedback?

Hoe kun je studenten een interview laten afnemen met een laptop?

Hoe kan ik beeldmateriaal ondersteunen met een mondelinge toelichting?

Hoe begeleid je een student op afstand?

Hoe kunnen begeleiders van verschillende instellingen/landen gezamenlijk een student op afstand begeleiden?

Hoe laat je studenten feedback aan elkaar geven via een discussieplatform?

Geplaatst op 08-01-2007 door adminComments Off on Weblog voor begeleiden (buitenland)stage

 
Auteur(s): Esther van der Linde, Ageeth Veenemans, Aldert Doelen Organisatie(s): Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Dit IDEE beschrijft hoe je persoonlijkheidstesten kan inzetten in het onderwijs om studenten inzicht te geven in hun persoonlijkheid en persoonlijke effectiviteit.

Voorbeeld uit de praktijk

In de propedeuse Rechten bij de FEM wordt het vak ‘Gedrag in Organisaties’ gegeven. Aan de orde komen drie bronnen van menselijk gedrag: de persoon, de groep, de organisatie. Als studenten het gedrag van mensen in organisaties moeten kunnen verklaren en/of beïnvloeden, dan is het handig, dat ze eerst hun eigen gedrag leren kennen. Om studenten van elkaar te laten leren reflecteren ze op het gedrag van hun medestudenten. Bij het werken in groepen is het bovendien handig om elkaars gedrag te kunnen begrijpen. De inhoudelijke kwaliteit van de feedback wordt meegenomen in de beoordeling.

Om de studenten zicht te laten verkrijgen op zijn eigen persoonlijkheid zijn vijf persoonlijkheidstesten beschikbaar gesteld, die via internet door iedereen te gebruiken zijn. Middels opdrachten, die de student n.a.v. de gemaakte testen uitvoert, gaat de student aan de slag met het verbeteren van zijn persoonlijke effectiviteit.

Ter ondersteuning van dit vak is een virtuele community ingericht (Blackboard course). Via deze virtuele community stelt de docent de toetsen beschikbaar, presenteren studenten de resultaten van de toetsen en reflecteren studenten op elkaars resultaten en doen ze voorstellen tot verbetering van hun persoonlijjke effectiviteit.

Naast hun vakken (zoals ‘Gedrag in Organisaties’) hebben studenten vier keer per jaar een gesprek met hun studieloopbaanbegleider. Sommige studieloopbaanbegeleiders gebruiken de resultaten van de in dit vak gemaakte testen bij het bespreken van de POP met de student.

Doel

Het doel is, dat de student meer inzicht verkrijgt over zichzelf en zicht krijgt op welke beroepspraktijk voor hem geschikt is. De student vormt zich een antwoord op de vragen:

  • Hoe sta ik ervoor?
  • Wat kan ik ermee in mijn beroep?

Wanneer te gebruiken

De testen zijn goed te gebruiken in het eerste jaar van de studie. De student gebruikt de verkregen inzichten:

  • Om zijn persoonlijke effectiviteit te verbeteren
  • om een vervolg studiekeuze te maken
  • te verifiëren, of hij de juiste studie heeft gekozen.

Maar ook in andere situaties kan het nuttig zijn de studenten een persoonlijkheidstest te laten nemen. Bijvoorbeeld als ze een groepsopdracht gaan doen waarbij ze veel moeten samenwerken of ter voorbereiding op de stage.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

Stel de persoonlijkheidstesten beschikbaar. Op internet zijn meerdere testen te vinden, die gratis kunnen worden gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn:

Natuurlijk zijn dit maar voorbeelden, er zijn meer mogelijke testen beschikbaar.

  • Omdat het om persoonlijke informatie gaat is het beste om vertrouwelijk om te gaan met deze informatie. De studenten doen de test en bewaren zelf het resultaat.
  • Laat de studenten op basis van de resultaten van de testen een voorstel maken, wat ze de komende cursus aan hun persoonlijke effectiviteit willen verbeteren en hoe ze dit willen verbeteren. Dit plan sturen ze per mail naar de docent of zetten ze bijvoorbeeld in het gedeelte van een digitaal portfolio waar mede studenten geen toegang toe hebben. (zie Hoe kan je studenten in een leertraject via e-mail blijven attenderen op hun eigen leerdoelen? voor tips over het organiseren van dit proces per e-mail.)
  • Laat studenten aan het einde van de cursus aantonen, dat ze deze verbeteringen bereikt hebben.
  • In het praktijkvoorbeeld worden de resultaten van de testen in een online omgeving gezet zodat de medestudenten er feedback op kunnen geven. Hier moet echter voorzicht mee omgegaan worden. Deze gegevens zijn persoonlijk en niet alle studenten zullen het op prijs stellen als ze deze resultaten moeten delen met de groep. Doe dit dus alleen als geen van de studenten er problemen mee heeft
  • De feedback van op de resultaten van de testen kan het volgende bevatten:
    • Voorstellen ter verbetering van de persoonlijke effectiviteit
    • Reflectie van studenten hoe zij met hun persoonlijk resultaat het beste om kunnen gaan met iemand met andere resultaten. Ter illustratie: een student die uit de Kolb leerstijlentest komt als een doener kan reflecteren hoe hij best overweg kan met een beslisser. Hoe kan je met verschillende leerstijlen toch van elkaar leren en samenwerken.
  • Het is van belang dat de feedback proces georiënteerd is en niet te persoonlijk wordt.
  • De studenten plaatsen de resultaten van de test in een speciaal hiervoor geopend discussieforum. In groepen geven de studenten feedback op elkaars verbeterplannen. Als het om een grote groep studenten gaat is het best om voor elke groep studenten een eigen forum aan te maken
  • Als er gebruik wordt gemaakt van peerfeedback hoeft de docent alleen het proces te begeleiden. Het is vooral van belang dat de docent ervoor zorgt dat de studenten niet te persoonlijk worden. Als de docent de student begeleidt per e-mail gaat hij vooral in op het verbeterplan. Daarnaast kan hij de student vragen te reflecteren op hoe hij met andere conflicterende persoonlijkheden het best zou kunnen samenwerken.

Achtergrondinformatie

Er zijn veel persoonlijkheidstesten beschikbaar online. Hieronder wordt van vijf veel gebruikte testen kort uitgelegd hoe ze werken.


De Kolbleerstijlentest:

Bij een begin van een nieuwe studie is het raadzaam om te ontdekken wat jouw ‘stijl’ van studeren is. Deze test helpt je daarbij.


De big five test:

Je begint aan een opleiding die je voorbereidt op een functie op HO-niveau. Het is van belang dat je daarbij ook enigszins weet hoe jij als persoonlijkheid in elkaar zit.

De studiemotivatietest:

In het algemeen is vaststelbaar dat mensen een sterke behoefte hebben aan een motivatieprikkel. Je doet niet zomaar iets. In de loop van deze studie kan het goed zijn inzicht te krijgen in jouw motivatie, met name voor deze studie.

Conflicthanteringstijltest:

Met een zekere regelmaat worden geconfronteerd met situaties waarin conflicten dreigen te ontstaan of reeds aanwezig zijn en om oplossing vragen. Werkzaam op HO niveau blijf je daar niet van verschoond. Wil je effectief en afdoend met conflicten kunnen omgaan, dan kan het handig zijn te weten te komen hoe je zelf met conflicten omgaat. Deze test helpt je erbij om inzicht te krijgen in jouw stijl van conflictoplossing.

De relatietest, De “Roos van Leary”-test:

Leary heeft in 1957 een model ontworpen waarmee relaties tussen mensen in kaart gebracht kunnen worden: de zogenaamde “Roos van Leary”. Dit model kan behulpzaam zijn voor het verkrijgen van meer zicht op het betrekkingsniveau. Uit veel onderzoeken in de sociale wetenschappen naar menselijke relaties komen telkens twee hoofddimensies naar voren:

  1. een dimensie rond controle, invloed en dominantie;
  2. een dimensie rond intimiteit en affectie.

Zie ook

Nog veel meer gratis online testen zijn te vinden op:

Geplaatst op 07-11-2006 door adminComments Off on Studenten ondersteunen bij verkrijgen van zicht op persoonlijkheid

 
Auteur(s): Kees-Jan van Oorsouw, Esther van der Linde Organisatie(s): Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Steeds meer onderwijsinstellingen bieden competentiegericht onderwijs aan. De student moet aantonen over bepaalde competenties te beschikken om studiepunten te krijgen. Dit gebeurt nu voornamelijk door documenten en gesprekken. Video is echter een uitstekend middel om competenties aan te tonen. Dit IDEE laat zien hoe je dit kan doen.

Voorbeeld uit de praktijk

Docent Kees-Jan van Oorsouw van het Instituut voor Leraar en School (ILS) van de HAN zag een kans om video te gebruiken voor het aantonen van competenties toen het ILS ging werken met het digitaal portfolio. Heel veel studenten vinden het erg lastig om te beschrijven waarom ze over bepaalde competenties beschikken. ICT geeft ons de kans om op een vrij eenvoudige manier audio(visuele) middelen te gebruiken: digitale foto’s, digitale film en geluidsopnames. Met deze hulpmiddelen zal de student makkelijker een bewijs voor kunnen leggen. Een film alleen echter is niet voldoende: dit moet ook becommentarieerd worden. De truc is dan om dat op een afdoende manier te doen.

Met 3e jaar studenten van de talen lerarenopleiding en met 1 of 2 studenten heeft hij het gebruik van video uitgeprobeerd. De studenten moesten zoals gewoonlijk hun mini lesjes (lesjes die studenten van de lerarenopleiding uitproberen op hun medestudenten) opnemen op video. Vervolgens mochten ze van deze lesjes stukken van maximaal 3 minuten uitkiezen. Deze zetten ze vervolgens in het digitaal portfolio, voorzien van een uitleg welke competentie aangetoond werd in het stukje film. De studenten kregen een korte instructie Windows moviemaker om het filmmateriaal te bewerken. Voor het assessment beoordeelt de assessor het filmmateriaal.

Doel

De docent kan studenten hun competenties laten aantonen aan de hand van videomateriaal

Wanneer te gebruiken

  • Als er competentiegericht onderwijs wordt gegeven
  • Als studenten moeten aantonen bepaalde competenties te hebben verworven

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Zorg voor voldoende camera’s om de lessen op te nemen
  • Leer studenten omgaan met digitale audio(visuele) hulpmiddelen (digitale foto- en filmcamera en opnameapparatuur). Daarbij wordt specifiek ingegaan op het verzamelen van bewijzen: wat is bijvoorbeeld relevant om te filmen en wat niet? Duur, setting e.d. speelt ook een grote rol. De studenten zullen hier wat mee moeten spelen voordat ze dit goed kunnen.
  • Geef de studenten instructie in een programma om de video’s te bewerken, bijvoorbeeld Windows Moviemaker. Het moet tot een geheel worden gemaakt dat door een assessor zonder te grote tijdsinvestering beoordeeld kan worden.
  • Geef de studenten instructie in het commentaar dat ze moeten leveren bij de video. De bewijzen moeten becommentarieerd worden: de assessor moet met een kleine tijdsinvestering zoveel mogelijk bewijzen kunnen zien. Dit vereist een goede becommentariëring door de studenten. In het commentaar verwijst de student naar de aan te tonen competentie en vertelt waarom juist dit fragment deze competentie aantoont. Het moet voor de assessor duidelijk zijn waar hij naar kijkt en waarom.
  • De assessor moet getraind worden op het beoordelen van competentie m.b.v. ICT-ondersteuning. Kijken naar bewijs op video is anders dan het lezen van bewijs. Over het algemeen levert beeld een makkelijker te beoordelen en authentiek bewijs dan een beschrijving. Je ziet de student in actie ipv dat hij beschrijft wat hij kan.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Laat de studenten hun lessen opnemen op video.
  • Voorzie het materiaal indien mogelijk in de les al van feedback of peerfeedback
  • Geef het volledige beeldmateriaal mee. Laat de studenten een fragment van maximaal 3 minuten kiezen waarin de competentie het best bewezen wordt.
  • Laat de studenten een commentaar schrijven zodat de assessor weet waar hij naar aan het kijken is.
  • Het fragment en het commentaar worden in het digitaal portfolio geplaatst. Hier kan de assessor het bekijken en beoordelen.

Randvoorwaarden

  • De gebruikers van het verslag/portfolio moeten beschikken over afspeelsoftware voor de videofragmenten en geluidsvoorzieningen.
  • Digitale videocamera’s moeten beschikbaar zijn. Deze moeten vaak gereserveerd worden bijvoorbeeld bij de audiovisuele dienst
  • Het videomateriaal kan beschikbaar worden gesteld op een streaming video server. Het is wenselijk om assistentie te organiseren voor het plaatsten van het materiaal, bijvoorbeeld door een studentassistent.
  • De instelling moet kunnen beschikken over een streaming video server of ruimte op de streaming video server van SURFnet

Achtergrondinformatie

Tijdens een studiedag in het kader van Webstroom is een top tien gepresenteerd van videotoepassingen in het onderwijs. Op nummer één stond studenten zelf video laten maken voor een portfolio.

Zie ook

Hoe kun je studenten eigen videofragmenten in een verslag laten opnemen?

Geplaatst op 07-11-2006 door adminComments Off on Competenties aantonen m.b.v. (streaming) video

 
Auteur(s): Marjo Stalmeier, Olga Firssova Organisatie(s): Ruud de Moor Centrum, OUNL

De instituutsopleider en de begeleider op de werkplek kunnen samen een digitaal portfolio gebruiken om invulling te geven aan de begeleiding van de student tijdens stages of andere werkplekleersituaties. Ze krijgen dan een beter beeld van het leerproces van de student en kunnen de efficiëntie van de begeleiding verhogen.

Voorbeeld uit de praktijk

In een vijf maanden durende pilot bij drie VMBO scholen en een ROC zijn de mogelijkheden van een digitaal portfolio als begeleidingsinstrument verkend door vier leraren in opleiding die al werkend de onderwijsbevoegdheid behalen via verkorte opleidingsroutes en hun begeleiders op de werkplek. De deelnemende leraren in opleiding hebben in het begin van de pilot hun portfolio’s gemaakt en via de pilot omgeving beschikbaar gesteld aan de begeleiders. De portfolio’s zijn in wisselende mate ingezet in contacten met de begeleiders op school. Op basis van gebruikspatronen waargenomen in de pilot en evaluaties verzameld in interviews zijn enkele scenario’s gedistilleerd voor begeleiden met een digitaal portfolio op afstand (in de werkplekleersituatie).

Het digitaal portfolio kan worden gebruikt om invulling te geven aan de begeleiding. Het wordt ingezet als een structurerend en organiserend element in een bestaande begeleidingsstrategie. De inhoud van het portfolio en de wijze waarop het materiaal, standpunten, meningen en ervaringen in het portfolio worden verzameld en weergegeven, worden onderwerp van de begeleidingsgesprekken gevoerd tijdens terugkomdagen (stagebegeleider vanuit de opleiding) of gesprekken gevoerd op de werkplek (praktijkbegeleider). Samen met de student (in dit voorbeeld de leraar in opleiding) bekijkt de begeleider hoe het portfolio de ontwikkeling weergeeft en aantoonbaar maakt dat de student over bepaalde competenties beschikt. De begeleider geeft ter plekke feedback, tips en suggesties.

Het digitaal portfolio kan ook worden gebruikt om de efficiëntie van de begeleiding te verhogen. De stagebegeleider op de opleiding en de begeleider op de werkplek raadplegen onafhankelijk van de portfolio eigenaar het digitaal portfolio ter voorbereiding op een begeleidingsgesprek, een stage-evaluatiegesprek of een eindgesprek op het opleidingsinstituut. Dit levert tijdwinst op, de gesprekken kunnen beter worden benut voor het verhelderen van specifieke punten. De stagebegeleider vanuit de opleiding en de werkplekbegeleider kunnen hun bijdrage aan de begeleiding van de student beter op elkaar afstemmen.

De werkplekbegeleider kan via het digitaal portfolio beter kennis maken met de geëxpliciteerde standpunten en visie van de student en kan het totale functioneren van de student beter overzien. De stagebegeleider op de opleiding kan via het digitaal portfolio het functioneren van de student in de praktijksituatie volgen en voortbouwen op de bijdrage van de werkplekbegeleider aan dit proces. Dit helpt een verdieping in de begeleiding te bereiken.

Doel

De docent kan studenten tijdens stages en andere werkplekleersituaties effectiever en efficiënter begeleiden. De instituutsopleider kan de ontwikkelingen op de werkplek beter volgen zonder direct contact met de student en tot een betere afstemming van taken met de begeleider op de werkplek komen. De begeleider op de werkplek kan op een efficiënte manier met behulp van het portfolio met de student kennis maken, een beter beeld krijgen van de standpunten van de student en daarop beter inspelen in de begeleiding.

Wanneer te gebruiken

  • Als de begeleiding op de werkplek gestalte moet krijgen
  • Als de student weinig contact heeft met het opleidingsinstituut en instituutsopleiders
  • Als er behoefte is aan feedback en ondersteuning van ervaren collega’s, maar weinig tijd beschikbaar voor bijeenkomsten
  • Aanvullend op f2f bijeenkomsten

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Maak bij de aanvang van het begeleidingstraject goede afspraken met de student over de regelmaat en structuur van de begeleidingsgesprekken.
  • Bepaal op welke aspecten je in de begeleidingsgesprekken (terugkomdagen) wilt terugkomen.
  • Maak afspraken met de begeleider op de werkplek over aspecten die deze begeleider met de student zal bespreken.
  • Zorg ervoor dat deze aspecten in de structuur van het digitaal portfolio opgenomen zijn.
  • Laat de student aan de slag gaan met een digitaal portfolio.
  • Spreek af op welke wijze de student de uitkomsten van jullie gesprekken en gesprekken met de begeleider op de werkplek in het portfolio zal weergeven.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Zorg dat er voldoende tijd beschikbaar wordt gesteld voor de begeleidingsgesprekken zodat er naast ‘brandende’ vragen ruimte is voor verdieping.
  • Gebruik de begeleiding met behulp van het digitaal portfolio als een aanvulling op de f2f begeleiding, niet als vervanging.
  • Zorg dat het voor de begeleider op de werkplek duidelijk is wat de functie is van het digitaal portfolio in de opleiding, en welke bijdrage van de begeleider wordt verwacht.
  • Verken het digitaal portfolio van de student tijdens een demonstratie op een begeleidingsgesprek.
  • Adviseer de begeleider op de werkplek het digitaal portfolio van de student ook tijdens een begeleidingsgesprek te verkennen.
  • Herhaal de verkenning voor zover het nodig is tijdens enkele begeleidingsgesprekken.
  • Bekijk het digitaal portfolio met enige regelmaat ook zelfstandig, wanneer het je uitkomt.
  • Laat de inhoud van het digitaal portfolio regelmatig aan bod komen in de begeleidingsgesprekken (Wat kan in het digitaal portfolio en wat moet? Hoe kun je bepaalde dingen verwoorden, is het te veel of te weinig, moeten er bijlagen bij?). Zoek samen met de student naar oplossingen.
  • Raadpleeg het digitaal portfolio van de student ter voorbereiding op een begeleidingsgesprek met de student. Haal daaruit punten waarop je in ieder geval in je gesprekken terug wilt komen.
  • Wanneer je je als begeleider voorbereidt op een evaluatie, een beoordelingsgesprek of een eindgesprek, raadpleeg dan zelfstandig het digitaal portfolio van de student.
  • Indien het portfoliosysteem dit toelaat plaats je feedback dan in het portfolio. Dan is je feedback voor alle partijen zichtbaar.

Randvoorwaarden

  • Zowel de student als de begeleider moeten voldoende gemotiveerd zijn om met het digitaal portfolio te werken.
  • Het digitaal portfolio systeem dient gebruiksvriendelijk te zijn en een duidelijke structuur te hebben.
  • Alle betrokkenen moeten in ieder geval over een basis ICT kennis en vaardigheid beschikken.
  • Tijdens de begeleidingsgesprekken moet een pc met internetaansluiting beschikbaar zijn.

Achtergrondinformatie

Firssova, O., Jeninga, J., Lockhorst, D., & Stalmeier, M. (2006). Begeleiden van zij-instromers met een digitaal portfolio: verslag van een pilot (Working paper). Heerlen: Ruud de Moor Centrum.
Beschikbaar op: www.ou.nl/eCache/DEF/17/912.html#papers.

Geplaatst op 20-10-2006 door adminComments Off on Digitaal portfolio bij stagebegeleiding

 
Auteur(s): Kevin Haines, Gert-Jan Verheij Organisatie(s): Rijksuniversiteit Groningen, Universitair Onderwijscentrum (UOCG) en Talencentrum

Video wordt steeds vaker ingezet om presentaties van studenten op te nemen en na afloop van feedback te voorzien. Door er direct streaming video van te maken krijgt deze werkvorm meer mogelijkheden voor onder andere het geven van feedback.

Voorbeeld uit de praktijk

Het Talencentrum van de Rijksuniversiteit Groningen verzorgt voor de faculteit Bedrijfskunde een vak waarbinnen het gebruik van Engels geïntegreerd is met Statistiek. Onderdeel van het vak is dat de student een presentatie geeft over een onderzoeksvraag, de presentatie wordt opgenomen. De presentaties worden beoordeeld op structuur, contact met de toehoorders en het taalgebruik. De docent geeft feedback op de presentatie en beoordeelt deze. Vervolgens is het aan de student om verdere eigen leerdoelen m.b.t. het gebruik van Engels in de toekomst op te stellen.

Voorbeeld 2 uit de praktijk

Het Universitair onderwijs centrum Groningen (UOCG) van de Rijksuniversiteit Groningen verzorgt opleidingentrajecten voor (aankomende) hbo en universitaire docenten. Tijdens dit traject wordt geoefend met het geven van hoorcolleges (presenteren) en het voeren van twee gesprekken. Beiden worden opgenomen en vanuit de leeromgeving wordt feedback verzorgd door de student zelf, medestudenten of de docent. Een veelgebruikte vorm voor het geven van die feedback is dat er in de video één goed onderdeel uit de presentatie moet worden geselecteerd en één verbeterpunt. Het selecteren gebeurt met de virtuele snijmachine.

Doel

De docent kan met behulp van (digitale) video studenten inzicht geven in de eigen presentatievaardigheden door zelfreflectie of peer review.

Wanneer te gebruiken

  • Als docenten op afstand moeten beoordelen (bijvoorbeeld experts uit andere landen).
  • Als docenten en studenten niet tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn bij presentaties
  • Als studenten moeten leren anderen te beoordelen
  • Als studenten op zichzelf moeten reflecteren en moeten verwijzen naar specifieke fragmenten bij een video-opname

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Formuleer een presentatie opdracht voor de student.
  2. Stel vast wie de presentatie van feedback voorziet en wie de presentatie beoordeelt. Medestudenten zijn vaak prima in staat om goede feedback te geven (peer review). Dat scheelt de docent veel tijd.
  3. Bij gebruik van peer review: maak goede afspraken over welke student aan welke student feedback geeft. Laat dat bij voorkeur doen via een discussieforum zodat u de feedback en het eventuele commentaar van de becommentarieerde student kunt nalezen.
  4. Geef aan op welke aspecten gelet moet worden, eventueel aan de hand van een feedback formulier. Maak daarbij onderscheid tussen:
    • Inhoud van de presentatie (is de inhoud van de presentatie correct en volledig?)
    • Verantwoording van de presentatie (hoe verantwoord de student zijn bronnen?)
    • Presentatievaardigheden zelf (contact met de groep, opbouw van de presentatie, taalgebruik, mediagebruik enz.)
  5. Bepaal wat er met de beoordeling wordt gedaan.
  6. Zorg er voor dat de opname apparatuur beschikbaar is (digitale camera op statief en een pc met aansluiting voor de digitale camera).
  7. Zet de apparatuur klaar. Houd rekening met lichtinval (niet naar het licht toe opnemen, wel voldoende licht). Probeer de apparatuur van te voren uit en bekijk het resultaat.
  8. Kies een zogenaamd capture programma. Een geschikt en gratis beschikbaar programma is Windows media Encoder (http://www.microsoft.com/windows/windowsmedia/forpros/encoder/default.mspx). Een dergelijk programma is nodig om de opname op te kunnen slaan op de pc.
Tip

Als u gebruik maakt van Windows Media Encoder kunt u van te voren per sessie zogenaamde wme files aanmaken. Hierin zitten allerlei instellingen zoals camera, compressie, afmetingen enz. Door dat van te voren te doen hoeven die instellingen tussen de presentaties niet meer te worden ingesteld. Daardoor gaat het opnemen sneller en worden fouten voorkomen. Zie achtergronden voor een toelichting en de bijlagen voor een voorbeeld van een wme files en screendumps voor het instellen van de wme files.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Als studenten elkaar feedback geven, laat dan zien hoe zij dat moeten doen via bijvoorbeeld het discussieforum van de elo. Demonstreer hoe zij met behulp van de virtuele snijmachine videofragmenten kunnen selecteren en op kunnen nemen in hun commentaar.
  • Laat de presentaties voor de groep uitvoeren.
Tip

Bij het gebruik van video hoeft de beoordelende docent niet altijd aanwezig te zijn bij de presentaties zelf, maar kan de opname van de presentatie en het organiseren van de presentaties ook door een studentassistent worden uitgevoerd.

  • Controleer bij elke presentatie of de video opname ook daadwerkelijk plaatsvindt.
  • Plaats na afloop van de presentaties de videobestanden op de videoserver van de instelling of op het surfvideoportal (zie bij Zie Ook).
  • Maak per videobestand (presentatie) een link in de elektronische leeromgeving.
  • Zorg ervoor dat de student de gevraagde feedback krijgt (van medestudenten, van de docent) via bijvoorbeeld het discussieforum van de elo of de groepsfunctie van de elo.

Randvoorwaarden

  • Windows Media Encoder 9. Deze is hier te
    downloaden
  • Snelle pc/laptop (niet ouder dan 3 jaar) met firewire of usb-aansluiting
  • DV videocamera op statief met firewire of usb-aansluiting

Achtergrondinformatie

  • De wme file is een zogenaamde .xml file en is te bewerken met een programma als Notepad (dat zit op ieder windows pc onder Bureau accessoires).
    U heeft bijvoorbeeld de wme file ‘student01.wme’ op de locatie ‘C:’ met daarin de variabele ‘File LocalFileName=C:student01.wmv’.
  • Pas deze aan (bijvoorbeeld ‘File LocalfileName=C:student02.wmv’) en sla vervolgens de wme file onder die nieuwe naam op, in dit voorbeeld ‘student02.wme’.
  • Door dit vooraf te doen voor het aantal opnamen dat gewenst is, gaat het opnemen zeer snel achter elkaar.
  • Bij meer dan 100 opnamen maken is het met enige programmeerkennis mogelijk de studentnummers uit een studentenadministratie of uit de elo (bijv. blackboard > advance group tool > export in cvs) te halen en deze met een script in de verschillende wme files te stoppen.
  • Tijdens een presentatie volstaat dan het simpel aanklikken van de juiste wme file. Klik op Start en Stop en sluit de applicatie af.
  • Klik voor de volgende presentatie de volgende wme file aan etc.

Zie ook

Geplaatst op 12-10-2006 door adminComments Off on Presentaties opnemen met video en voorzien van feedback

 
Auteur(s): Tiny David Organisatie(s): Hogeschool Gent

Om buitenlandse studenten beter voor te bereiden op hun studieverblijf in Nederland of België kan de ontvangende instelling via het inzetten van messenger software reeds vooraf communicatie op gang trekken. Zo kan snel internationale groepsgeest ontstaan en wordt ‘nationale ghettovorming’ vermeden.

Voorbeeld uit de praktijk

Het departement Bedrijfskunde Mercator (BMER) van Hogeschool Gent ontvangt elk jaar meer buitenlandse studenten in het kader van het Erasmus/Socrates programma. Zij komen een semester lang studeren in het Engelstalig Internationaal Curriculum. Bedoeling is uiteraard dat ze competenties verwerven in specifieke vakgebieden. De evidente meerwaarde van een Erasmusuitwisseling is daarbij de internationale context, het taalbad (in verschilllende talen, niet alleen het Engels) en de interculturele aspecten. Belangrijk daarbij is dat zo snel mogelijk een internationale groepsgeest ontstaat en dat ‘nationale ghettovorming’ wordt vermeden.

Het International Office (IO) van het departement Bedrijfskunde Mercator (BMER) heeft hier een aantal oplossingen voor bedacht. De communicatie tussen het IO en de studenten, en tussen de studenten onderling wordt op actieve wijze bevorderd door het zeer vroegtijdig inschakelen van een virtueel communicatieplatform. Op die manier kunnen de studenten met de staf van het OI en met elkaar kennismaken.

Doel

De buitenlandse studenten beter voorbereiden op hun studieverblijf door ze met het IO en met elkaar te laten kennismaken nog voor ze op de campus aankomen. De communicatie bevorderen tijdens hun studies aan de ontvangende instelling.

Wanneer te gebruiken

  • als je de studenten wil laten kennismaken met het IO;
  • als je de studenten met elkaar wil laten kennismaken nog voor ze in de ontvangende instelling zijn aangekomen;
  • als je de toekomstige studenten wil laten kennismaken met studenten die reeds in de ontvangende instelling studeren of gestudeerd hebben;
  • als je op een snelle en efficiënte manier op de vragen van de studenten wil antwoorden.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

1. Het aanmelden bij MSN of Yahoo

Aanmelden bij MSN of Yahoo kan snel en eenvoudig gebeuren via de respectievelijke websites www.msn.com en www.yahoo.com. De gebruiker wordt stap voor stap door de procedure geleid. Een MSN of Yahoo adres hebben is meestal niet nodig. Indien het systeem uw persoonlijk adres niet aanvaardt, kan toch zo’n adres aangemaakt worden en kan men de account zo instellen dat alle mail naar uw gebruikelijke adres wordt gestuurd.

2. Het aanmaken van een groeppagina.

Het aanmaken van een groeppagina is zeer eenvoudig. Op de webpagina van de platforms wordt stap voor stap aangegeven hoe men dit aanpakt. Voor instelling XXX zou de link naar de groeppagina bij MSN er zo kunnen uitzien: http://groups.msn.com/XXXErasmus. (Voor de concrete groeppagina van Hogeschool Gent departement Bedrijfskunde Mercator: zie rubriek Achtergrond). Andere platforms zoals Yahoo bieden dezelfde mogelijkheden.

3. Het invoegen van de studenten

Van zodra de groeppagina is aangemaakt kunnen de emailadressen van de nieuwe buitenlandse studenten worden ingevoerd. Het systeem zorgt ervoor dat elke student een uitnodiging krijgt om zich in de groep in te schrijven. De beheerder van de groeppagina geeft de student toegang tot de groep. Het gaat immers om een gesloten groep, dit om te vermijden dat talloze buitenstaanders zich in de communicatie gaan mengen.

4. Het invoegen van documenten

Op de groeppagina kunnen documenten gepost worden die te groot zijn om te worden doorgemaild. Op bijvoorbeeld http://groups.msn.com/XXXErasmus zouden de studenten o.a. plannetjes met de ligging van de campus en de studentenresidenties, een lexicon in verband met aankopen en etenswaren, de info brochure de instelling etc kunnen vinden.

5. Communicatie tussen de studenten onderling

De toekomstige studenten vinden op de groeppagina elkaars emailadressen en profielen. De ervaring heeft ons geleerd dat er zeer snel een druk email en chat-verkeer ontstaat tussen de toekomstige studenten onderling. Ook met ‘huidige’ studenten wordt veel gecommuniceerd, zodat de toekomstige studenten informatie krijgen over het reilen en zeilen in de ontvangende instelling en aangestoken worden door het enthousiasme van de ‘huidige studenten’. Op die manier ontstaan er ook reeds vriendschapsbanden die verder worden bevestigd van zodra de studenten aangekomen zijn. Het geeft de toekomstige studenten het gevoel dat ze zullen terechtkomen in een groep bekenden, vrienden.

6. Communicatie met het IO

Ook de Erasmuscoordinator is bereikbaar via het communicatieplatform. De communicatie verloopt, snel, efficiënt en op een vriendschappelijke toon. De studenten kunnen ten allen tijde met hun vragen bij de coordinator terecht. Antwoorden kunnen aanleiding geven tot nieuwe vragen. Die vragen worden onmiddellijk beantwoord, zonder dat er opnieuw moet gemaild worden. Chatten lijkt op het eerste gezicht tijdsverlies en triviaal. Maar in werkelijkheid blijkt het tijdswinst op te leveren. Ook de verstandhouding tussen de student en de coordinator wordt erdoor bevorderd.

7. Aankondigingen en foto’s

De groeppagina laat ook toe activiteiten aan te kondigen en achteraf de foto’s genomen door de coordinator of door de studenten voor iedereen toegankelijk te maken.

8. In het voorgaande werd de nadruk gelegd op de voordelen van de communicatie vooraf.

Het is echter evident dat dit communicatiekanaal open blijft en actief wordt benut wanneer de studenten zijn aangekomen op de campus.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Platforms zoals MSN en Yahoo zijn zeer gebruiksvriendelijk en behoren tot de jongerencultuur. Dit geldt ook voor chatten. Het is een ideaal medium, omdat de drempel zeer laag is
  • Het IO van de Hogeschool Gent departement BMER, heeft voor MSN gekozen omdat de meeste studenten het messenger systeem ervan kennen en een MSN profiel hebben, zodat er geen technische problemen opduiken. Maar zoals reeds vermeld, ook andere systemen bieden dezelfde mogelijkheden.
  • Dergelijke platforms maken snelle, gebruiksvriendelijke en informele communicatie mogelijk tussen studenten onderling en het IO. Ook het doorsturen van informatie gaat snel, en men vermijdt bij grotere bestanden de beperkingen die voor sommige email adressen gelden.
  • Valkuilen:
  • Soms ontstaan er misverstanden. Studenten posten soms berichten die bij andere studenten met een andere cultuur in verkeerde aarde vallen. Het is dan de taak van de coordinator om de plooien glad te strijken en aan beide partijen uit te leggen wat de oorzaak is van het misverstand. Dergelijke voorvallen zijn een goed startpunt voor een discussie over interculturele verschillen.
  • Er bestaat ook het gevaar dat de groeppagina als het ware gemonopoliseerd wordt door een beperkt aantal studenten die alle beschikbare ruimte inpalmen met hun foto’s en documenten. In dat geval moet de beheerder ingrijpen, ruimte vrijmaken voor de anderen en hen aanmoedigen om ook van de pagina gebruik te maken.
  • De communicatie die voorafgaat aan de aankomst van de studenten fungeert als een belangrijke ijsbreker tussen de studenten onderling en de coordinatoren van het IO. De studenten hebben de indruk al vrienden gemaakt te hebben voor aankomst, dit geeft hen een vertrouwd gevoel.
  • Het gebruik van een dergelijk platform is uiteraard niet cursus gebonden. Het gaat om interculturele communicatie waar alle vaardigheden op vlak van communicatie aan bod kunnen komen.

Achtergrondinformatie

Geert Hofstede (1997). Cultures and organizations, Software of the Mind. Dit is een studie over cultuurverschillen. Het verwijzen naar de dimensies van Hofstede kan cultuurverschillen verduidelijken.

Zie ook

Hoe spreek je snel individuele gesprekken af met veel studenten?

Hoe kun je groepen studenten van verschillende opleidingen en/of nationaliteiten online laten samenwerken?

Hoe creëer je een online community voor studenten?

Geplaatst op 31-05-2006 door adminComments Off on Buitenlandse studenten voorbereiden op studieverblijf hier

 
Auteur(s): Michel Kao, Huib Langenberg Organisatie(s): Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Feedback vormt een belangrijke leerbron voor studenten. Door het inzetten van een weblog kunnen meerdere personen op eenvoudige wijze feedback geven op een leerproduct. Daarnaast is het een goed hulpmiddel om feedback te verzamelen en te archiveren ten behoeve van procesbegeleiding.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de studie Recht van de Hanzehogeschool Groningen zijn 1e jaarsstudenten verplicht ervaring op te doen met het schrijven van artikelen. Zij doen hierbij kennis op van de regels waaraan het schrijven gebonden is en zij verbeteren hun schrijfvaardigheid. Hiervoor schrijft elke student afzonderlijk één of meerdere artikelen en publiceert een groep studenten vervolgens een krant met deze artikelen. Op vooraf vastgestelde momenten geeft een docent feedback op de afzonderlijke en gezamenlijke producten van studenten. Deze feedback wordt verder niet meer gebruikt, waardoor elk jaar informatie en kennis verloren gaat. Daarnaast worden studenten zelf niet betrokken bij deze beoordelingen. Door het gebruik van een weblog kan 360 graden
feedback gegeven worden. In deze leersituatie is gekozen om vanuit verschillende invalshoeken feedback te geven op een aantal momenten van het schrijfproces: een vakdocent, medestudenten en een coach geven feedback tijdens het concept, revisie- en eindversie van een geschreven artikel.

Een vakdocent kan feedback geven op twee aspecten: het (deel-)product dat een student aflevert en op het schrijfproces zelf. Studenten krijgen hierdoor meer inzicht in het beoordelingsproces van zichzelf maar ook van andere studenten. De docent heeft hierbij een dubbelrol. Enerzijds is hij beoordelaar van de individuele producten en het groepsproduct. Anderzijds geeft hij in zijn rol als coach de student inzicht in hoe deze zich heeft ontwikkeld gedurende de opdrachten, wat voor type schrijver hij of zij is en hoe de student de samenwerking vormgeeft en omgaat met kritiek.

Een student kan medestudenten beoordelen op het schrijfproces en -product (peer-review). Hierdoor raken studenten meer bij het schrijfproces betrokken, wat hun schrijfvaardigheid ten goede komt. Daarnaast hebben studenten meer zicht op de schrijfproducten, waardoor zij makkelijker tot een gezamenlijk product
‘de krant’ kunnen komen. De weblog kan verder gebruikt worden als presentatiemiddel voor de eindproducten, inclusief de gegeven feedback.

Doel

De docent kan studenten gebruik laten maken van weblogs om zowel feedback te kunnen geven op het leerproces als het leerproduct. Deze feedback is ook beschikbaar voor toekomstige studenten. Daarnaast kan een docent studenten elkaar laten beoordelen tijdens het leerproces.

Wanneer te gebruiken

  • als meerdere mensen, docent en studenten, meerdere malen een beoordeling geven over het leerproces en schrijfproduct van een student
  • als het noodzakelijk is dat deze beoordelingen langer beschikbaar blijven voor studenten
  • als meerdere studenten een bijdrage moeten leveren om tot één product te komen
  • als je inzicht wilt hebben of richting wilt geven aan een ontwikkelingsproces
  • als je het ontwikkelingsproces wilt vastleggen (archiveren in chronologische volgorde)

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Bepaal de aspecten van het leerproduct waarop je als docent feedback gaat geven.
  • Bepaal voor de peer-review de kaders waarbinnen studenten elkaar feedback gaan geven. Studenten zou je hierbij ook kunnen betrekken.
  • Formuleer gedragsregels voor het gebruik van weblogs.
  • Bepaal de feedbackmomenten van de docent en medestudenten. Daarbij is het belangrijk dat er in elke ontwikkelfase van het leerproduct een feedbackmoment is van de docent.
  • Maak een weblog aan voor elk te ontwikkelen leerproduct voor elke student en groep studenten.
  • Maak weblogs met leerproducten die in het verleden zijn gemaakt en die relevant zijn voor de cursus toegankelijk voor studenten.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Voordat de studenten gaan werken met weblogs, is het verstandig om een instructie te geven en moet er de mogelijkheid zijn om zelf te oefenen met een weblog. De docent fungeert hier als instructor en eerste aanspreekpunt.
  • Als men begonnen is met het publiceren van stukken, is het belangrijk is om er op toe te zien dat de beoordelingen qua opbouw en inhoud voldoen aan vooraf opgestelde kwaliteitseisen. Een aspect wat hier ook zeker aandacht moet krijgen is de mate van integriteit. Indien mogelijk kunnen de beoordelingen eerst verzameld worden, alvorens ze geplaatst worden.
  • Een vervolg zou kunnen zijn dat je de best-practices verzamelt en apart elektronisch publiceert. Daarnaast zouden de weblogs voor toekomstige studenten kunnen dienen als goede voorbeelden voor de verschillende vormen van feedback en het geven van feedback.

Randvoorwaarden

De instelling moet beschikken over weblog software, die toegankelijk is voor studenten. Om wildgroei aan verschillende soorten weblogs te vermijden, is aan te bevelen met evt. al reeds op de instelling bestaande weblog software te werken.

Achtergrondinformatie

  • www.worldwidewriting.com
  • www.edublogs.nl
  • Geplaatst op 09-02-2006 door adminComments Off on Feedback op leerproducten via een weblog

      Next Page »