Auteur(s): Leonie Meijerink Organisatie(s): EduTec, TU Delft

Met behulp van een virtuele werkplaats kunnen studenten in een on line leeromgeving informatie aangereikt krijgen om met hun groep een probleem systematisch te analyseren door opdrachtkaarten in te vullen.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij het vak Techniek en Maatschappij aan de TU Delft wordt de virtuele werkplaats ‘STUDIO’ ingezet. Studenten kunnen in STUDIO in een projectgroep zelfstandig en creatief werken aan een actueel technisch-maatschappelijk vraagstuk, waar studenten al doende inzicht en gevoel ontwikkelen voor de verwevenheid van techniek en maatschappij. Het analyseproces is het hart van het programma. Studenten formuleren in hun projectgroep een probleemstelling, zoeken zelfstandig informatie en brengen de problematiek in beeld met een serie ‘kaarten’. Deze kaarten zijn electronisch uitgewerkt in opdrachtkaarten. Studenten vullen opdrachten met betrekking tot actoren, techniek, effecten, techniek & maatschappij, ingenieur en de geschiedenis in.
Student-assistenten kunnen de ingevulde opdrachten tussendoor on line nakijken en geven feedback. Studenten krijgen naar aanleiding daarvan een ‘go’ of ‘no-go’ om verder te gaan en worden geblokkeerd in het systeem als de go niet behaald wordt. De docent kijkt uiteindelijk de eindproducten van de groep on line na.

Een extra toepassing die de virtuele werkplaats STUDIO biedt is dat er automatisch een visuele weergave wordt gegeven van de door de studenten ingevulde kaarten. Als alle kaarten ingevuld zijn kan hierdoor in een oogopslag gezien worden hoe sterk de verschillende maatschappelijke invloeden het probleem beinvloeden. (figuur 3).
Studenten kunnen thuis of op de faculteit zelfstandig aan de slag met de opdrachten en kunnen van elkaar zien wat andere groepsleden gedaan hebben. De virtuele werkplaats biedt verder vele mogelijkheden voor studenten om additionele informatie aan te klikken, zoals voorbeeldcasussen, beoordelingscriteria en tips.

Dit vak kan bekeken worden op http://www.studio.tbm.tudelft.nl/studio/, de showcase kan worden bekeken zonder in te loggen. In de omgeving is een ‘wiel’ te vinden waarmee de navigatie geregeld kan worden. Door erop te klikken kan gekozen worden om naar submenu’s ‘vakwijzer’, ‘kaarten’ of ‘tools’ te gaan.

Doel

Het doel van dit IDEE is om docenten inzicht te geven in hoe zij een virtuele werkplaats kunnen inzetten bij het aanleren of doorlopen van een analysemethode.

Wanneer te gebruiken

  • Als docenten een stimulerende leeromgeving willen creĆ«ren om studenten te motiveren tot het gebruik van een systematische analysemethode.
  • Als docenten tijd- en plaatsonafhankelijk onderwijs willen geven.
  • Bij vakken met grote groepen studenten
  • Ter ondersteuning van groepswerk

Aandachtspunten bij de uitvoering

Hieronder wordt beschreven hoe studenten systematisch een analyseproces kunnen doorlopen, waarbij zij ondersteund worden door een virtuele werkplaats.

  1. Leg studenten in een introductiecollege uit hoe zij in de virtuele werkplaats moeten werken.
  2. Verdeel studenten in groepen en laat iedere groep afspraken maken met de student-assistent die u aan iedere groep heeft toegewezen.
  3. Laat elke groep een actueel onderwerp kiezen (die betrekking heeft op het vak). Daarvoor kunnen zij o.a. kijken in een (virtuele) krantenbank, internet, enzovoort.
  4. U laat nu de groepen zelfstandig aan de slag gaan in de virtuele werkplaats. De groep begint met het invullen van de ‘probleemstellingskaart’ in de virtuele werkplaats, waarmee het zichtbaar wordt voor u en voor de studentassistenten.
  5. De student assistent kijkt de kaart na en geeft on line of face-to-face feedback. Afhankelijk van de zelfwerkzaamheid van studenten kunt u kiezen hoe feedback gegeven gaat worden of kunt u de studenten zelf laten kiezen hoe zij feedback willen ontvangen.Tip: kom iedere week met student-assistenten bij elkaar om het ingeleverde werk te bespreken. Daarmee wordt de kwaliteit van de feedback bewaakt.
  6. De groep herschrijft de probleemstellingskaart en zorgt dat voor een gegeven deadline de kaart volledig is ingevuld.
  7. U kijkt de kaart na en geeft een go of een no-go (bij een no-go kan de groep van verdere deelname uitgesloten worden en door het systeem worden geblokkeerd).
  8. Studenten werken aan de overige kaarten in de virtuele werkplaats, die gebaseerd zijn op perspectieven die relevant zijn voor het probleem. In uit de praktijk wordt een voorbeeld gegeven van een technisch-maatschappelijk probleem die wordt bestudeerd vanuit de invalshoeken: actorenkaart, technische kaart, effectenkaart, techniek&maatschappijkaart, ingenieurskaart en de historische kaart. U kunt zelf kiezen hoe studenten hieraan moeten werken of u kunt de studenten zelf de keuze laten maken:
    • Alle kaarten worden gezamenlijk gemaakt en besproken.
    • Iedere student verdiept zich in een kaart en maakt deze zo volledig mogelijk, waarna de kaarten rouleren en studenten elkaars kaart aanvullen.

    Tip: in de praktijk blijkt dat optie a meer tijd kost, maar studenten houden wel beter zicht op alle perspectieven. Mocht u voor a kiezen dan is strakkere begeleiding van de student-assistent nodig om te garanderen dat iedereen daadwerkelijk alle kaarten met elkaar overlegt.

  9. Spreek tijden af met de student assistent wanneer zij tussentijds feedback moeten geven op de kaarten. Zorg ook dat deze afspraken duidelijk zijn aangegeven in de virtuele werkplaats.
  10. De kaarten worden herschreven n.a.v. de feedback en u kijkt deze na als er weer een go/no-go-moment is. Bij een go voor alle kaarten kunt u direct de groepsbeoordeling geven.
  11. Studenten schrijven een persoonlijke visie op de verschillende perspectieven in een persoonlijke essaykaart. Hiermee moeten zij aantonen dat zij over alle perspectieven hebben nagedacht.
  12. De docent beoordeelt de persoonlijke kaart.
Tips
  • Zorg ervoor dat studenten alle informatie uit de virtuele werkplaats kunnen halen: de opdrachten, de in te vullen opdrachtkaarten met uitleg, de achtergrondinformatie, de beoordelingscriteria, een voorbeeld van een gemaakte opdracht, aanvullende videoclips, foto’s, etc. Daarnaast kunt u eventueel ook een studiehandleiding uitreiken.
  • Laat studenten zelf bepalen in welke volgorde zij de opdrachtkaarten uitwerken. Zij kunnen bijvoorbeeld alleen delen van de opdrachtkaarten invullen en pas nadat zij verder inzicht hebben over het onderwerp hebben (bijvoorbeeld door inzichten die zij uit de andere kaarten hebben gekregen).
  • Geef studenten suggesties over hoe zij met de groep overleggen en hoe zij de taken verdelen. Zij kunnen bijvoorbeeld on line communiceren (via de chat of de e-mail wat in de virtuele werkplaats ingebouwd is) of ervoor kiezen om met de groep bij elkaar te komen. Zorg dat de student-assistant de studenten blijft aanmoedigen om op elkaar te reageren.

Randvoorwaarden

  • Het kan nodig zijn om een speciaal bedrijf in te huren voor het ontwikkelen van de virtuele werkplaats.
  • Geld en support (technisch en onderwijskundig) moeten beschikbaar zijn voor het ontwikkelen van een virtuele werkplaats.

Achtergrondinformatie

Bij de Open Universiteit is ook een virtuele werkplaats ontwikkeld waar studenten ‘gereedschap’ aangereikt krijgen om zelf op onderzoek uit te gaan. Het principe is dat een digitale leeromgeving meer is dan een verzameling theorieĆ«n op internet. Beter is het om casussen centraal te stellen en studenten opdrachten on line te laten uitvoeren: daar leren ze meer van. De virtuele werkplaats bestaat uit twee delen. EĆ©n waarop studenten hun opdrachten kunnen maken, materiaal kunnen downloaden of discussies kunnen voeren. Op het andere deel, de ‘editor’, kunnen docenten reacties invoeren en bepalen welke opdrachten specifieke groepen studenten krijgen voorgeschoteld.

Voor meer over STUDIO bij de TU Delft: http://www.studio.tbm.tudelft.nl

Ontleend aan

STUDIO (2001), De alfa-gamma module van het Delfts Instellingspakket, Faculteit TBM.

Geplaatst op 14-11-2002 in Online samenwerken door adminComments Off on Problemen laten analyseren in een virtuele werkplaats

Reageren is niet mogelijk.