Auteur: Marie-JosƩ Verkroost

Dit themanummer van het e-journal Digitale Didactiek richt zich op een belangrijk onderdeel van het onderwijsleerproces: toetsing. Het belang van toetsing ligt in het sturende karakter dat het heeft voor de inrichting van het onderwijs en het studeergedrag van de student. Met de komst van de computer zijn er nieuwe mogelijkheden voor toetsing ontstaan die wellicht docenten kunnen ondersteunen. Over deze nieuwe mogelijkheden gaat dit themanummer.

Wel of niet online toetsen?

Het toepassen van de computer in toetsing levert nieuwe mogelijkheden op voor toetsing die van belang kunnen zijn:

  • Door de toepassing van multimedia zijn er nieuwe vraagvormen mogelijk (Verkroost, 2002a). Een voorbeeld hiervan is de hotspot vraag. De student kan zijn antwoord geven door een bepaald deel van een plaatje aan te klikken.
  • Het toetssysteem kan het gehele toetsproces ondersteunen, van ontwerp tot en met het nakijken. Dit kan een hoop tijd besparen en hergebruik van toetsen mogelijk maken (Verkroost, 2002b).
  • Als de onderwijssituatie stabiel is en er vaak ongeveer dezelfde toets wordt afgenomen, kan worden overwogen om een itembank van toetsvragen aan te leggen. Dit is een database waarin toetsvragen onder trefwoord en met kenmerken kunnen worden opgeslagen. Voor elke toets die wordt afgenomen, kan hier dan een selectie uit worden gemaakt (Verkroost, 2002c). Sommige toetssystemen bevatten de mogelijkheid om dit op een intelligente manier te doen, aangepast aan het niveau van de student: adaptief toetsen.
  • Door de toepassing van de computer en het Internet, kunnen studenten in principe de toets maken op elke tijd en plaats die ze willen. Dit voordeel speelt vooral een rol bij oefentoetsen of voorkennistoetsen (Verheij en Deinum, 2002) omdat in formele toetssituaties toch vaak gekozen wordt voor een afname in een computerzaal omdat het dan beter te controleren is wie het tentamen maakt (De Groot, 2004).

Aan online toetsen zijn naast de baten ook kosten verbonden. Verkroost (2002) zet dit op een rij waardoor de balans tussen kosten en baten kan worden opgemaakt.

Welke toetssystemen zijn beschikbaar?

Om online te kunnen toetsen is een online toetssysteem nodig. Er zijn veel verschillende toetssystemen op de markt die het
mogelijk maken om toetsen met de computer af te nemen. Soms maken deze toetssystemen deel uit van een digitale leeromgeving, andere werken hier los van. Voor een overzicht van deze systemen, misschien in het kader van een keuzeproces voor een bepaald systeem, wordt verwezen naar de CITOgroep die de systemen met elkaar vergeleek. Ze hebben gekeken naar de functionaliteiten, de flexibiliteit, de kosten en de eisen aan de omgeving.

Wat voor soorten toetsen zijn mogelijk?

Toetsen verschillen in de functie die ze hebben in het onderwijs en daardoor ook in de manier waarop ze worden opgezet. De meest voorkomende soorten toetsen in het hoger onderwijs, zijn de voorkennistoets, de tussentoets, de oefentoets of diagnostische toets en het eindtentamen. Aan een eindtentamen worden bijvoorbeeld veel hogere kwaliteitseisen gesteld dan aan een oefentoets omdat een eindtentamen vooral betrouwbaar moet meten. Zij hebben een vooral selectieve functie: geslaagd of gezakt. De andere genoemde toetsvormen hebben vooral een diagnostische functie: hoeveel weet ik al en hoe ver zit ik van het einddoel af. Deze toetsen nemen een plaats in in het leerproces en moeten vooral informatief zijn. Hier speelt betrouwbaarheid een veel minder grote rol, er ligt een grotere nadruk op een goede inhoudelijke dekking van de leerstof en de relatie met het overige leermateriaal. Verheij en Deinum (2002) beschrijven hoe je een voorkennistoets kunt ontwikkelen. Deze is ook bruikbaar in andere situaties met een diagnostische functie.

Hoe wordt een online toets gemaakt?

Voor de constructie van een online toets gelden eigenlijk dezelfde algemene principes en stappen als voor een traditionele papieren toets. Nadat het doel en de inhoud van de toets bepaald zijn, wordt met behulp van een toetsmatrijs de inhoud en structuur van de toets vastgelegd. De vragen worden vervolgens binnen de categorieƫn ontwikkeld (Jager, 2004). Hierbij kan een selectie worden gemaakt uit verschillende vraagvormen, zoals meerkeuzevragen, juist-onjuist vragen of matching vragen (Verkroost, 2002). Als je studenten naast een beoordeling van hun prestatie ook informatieve feedback wilt geven ter ondersteuning of bijsturing van hun inspanningen, kan je gebruik maken van hints en feedback (Jager, 2003). Om de toets gebruiksvriendelijk te maken voor de student, moet er aandacht worden besteed aan navigatie in en lay-out van de toets (Jager, 2003).

De meeste toetsen worden voorafgaand aan de toetsafname samengesteld. Dit is echter niet het geval bij de adaptieve toets. Deze toets past zich aan aan het niveau van de student. De docent bepaalt vooraf welke onderwerpen aan bod dienen te komen in de toets. De computer bepaalt vervolgens op basis van de antwoorden van de student welke toetsvragen geschikt zijn. De toetsafname stopt als de computer met een bepaalde betrouwbaarheid het niveau van de student heeft kunnen berekenen. Deze vorm van toetsen vraagt een geavanceerd toetssysteem die deze functionaliteit ondersteunt.

Hoe wordt een online toets nagekeken?

Doordat alle gegevens van de studenten in de computer zijn opgeslagen, is het mogelijk om redelijk snel met nakijken te beginnen en cijfers te geven. De meeste mensen denken dat je met de computer alleen meerkeuze vragen kunt nakijken. Wieland en De Mulder (2003) laten zien dat dit ook kan met open vragen.

De kwaliteit van een toets in termen van validiteit en betrouwbaarheid kan met de meeste toetssystemen eenvoudig worden berekend. Meijerink en Van de Ven (2004) laten zien hoe je dit als docent kunt doen. Vragen die slecht gefunctioneerd hebben, kunnen uit de analyse worden gehaald en de computer kan de cijfers, ook op basis van gewogen scores, berekenen. Deze cijfers kunnen vervolgens in de digitale leeromgeving bekend worden gemaakt (Potharst, 2002).

Hoe wordt een online toets georganiseerd?

De inzet van de computer bij het toetsen, vraagt een andere organisatie van de toetsafname. De Groot (2004) beschrijft hoe je dit kunt organiseren met studenten. Er dient ook te worden nagedacht over het voorkomen van fraude en plagiaat bij tentamens en examens (Jacobs, 2002).

Digitale Didactiek: E-Journal voor het onderwijs, nummer 6, April 2005
Geplaatst op 20-04-2005 in Online toetsen door adminComments Off on Thema – Online Toetsen

Reageren is niet mogelijk.