Auteur(s): Leonie Meijerink Organisatie(s): EduTec, TU Delft

Aansluitend op het IDEE ‘algemene criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een vak/cursus op een website’ worden pedagogisch/didactische criteria om een on line vak/cursus te kunnen beoordelen besproken.

Voorbeeld uit de praktijk

Een voorbeeld waarbij pedagogische/didactische overwegingen toegepast zijn in een on line vak:
Het vak ‘E-learning in corporations’, dat bij de Sectie EduTec van de TU Delft gegeven wordt, biedt studenten een grote variatie aan on line en off line werkvormen. Als u op onderstaand voorbeeld klikt, kunt u uit het overzicht afleiden dat studenten gebruik maken van de volgende werkvormen: hoorcollege (door verschillende experts uit het bedrijfsleven), deelname aan virtuele discussies, peer review tussen groepen, het uitvoeren van een onderzoek bij een bedrijf, het schrijven van een onderzoeks rapport, groepsdiscussies en het schrijven van een reflective essay. Daarnaast kunnen studenten zich verdiepen in informatie die relevant is voor de specifieke groepsopdracht door het lezen van artikelen, het kijken van videoclips en het uitvoeren van specifieke activiteiten in een leerobject (zie het voorbeeld hieronder).

In het voorbeeld hieronder is te zien hoe videoclips, in combinatie met een Power Point presentatie gebruikt worden als werkvorm in de DLO.


Doel

Een online cursus kunnen beoordelen op pedagogische en didactische criteria.

Wanneer te gebruiken

Als u uw on line vak op pedagogisch/didactische criteria wilt beoordelen, kunt u dat op de volgende manieren doen:

  1. Voordat u het vak aan studenten heeft aangeboden doorloopt u onderstaande criteria.
  2. U gebruikt onderstaande criteria voor een usability test.
  3. Nadat u het vak on line heeft aangeboden aan studenten en u wilt het vak verbeteren op pedagogisch/didactisch vlak. Door uw vak te laten beoordelen door collega?s en/of studenten komt u tot een gefundeerde verbetering van de kwaliteit van uw on line vak.

Aandachtspunten bij de uitvoering

Het gaat bij pedagogische/didaktische criteria met name om hoe je cursus/vak zo kunt inrichten dat studenten optimaal mogelijk kunnen leren. Bepaal in hoeverre uw online cursus voldoet aan de hieronder volgende pedagogische/ didaktische suggesties.

Doelen van de cursus:

Bij het beoordelen of u uw doelen goed geformuleerd heeft kunt u aan een aantal aspecten denken:

  1. Kunt u de meerwaarde van ICT defini?ren bij het behalen van de doelen? (zie voorbeeld in ?uit de praktijk?). Met name in een on line leeromgeving wilt u bereiken dat studenten zelf aan de slag kunnen. Ook wilt u dat u een deel van de begeleiding die u anders zelf op u zou nemen als adviezen kunt meegeven aan studenten in de DLO.
  2. Zijn de doelen in uw vak dusdanig helder geformuleerd dat de student geen of weinig uitleg hierover behoeft en er geen verwarring over kan ontstaan?

Suggestie: Formuleer doelen op de SMART-manier:

  • Specifiek: wees duidelijk in het omschrijven van een leerdoel over wat u van studenten verwacht. Hoe concreter hoe beter.
  • Meetbaar: formuleer een leerdoel zo dat achteraf kan worden vastgesteld of het leerdoel behaald is.
  • Acceptabel/ Aantrekkelijk: de leerdoelen moeten voor studenten relevant en uitdagend zijn.
  • Realiseerbaar: het moet haalbaar zijn om de doelen te halen, bv. beschikbaarheid van faciliteiten, geld, tijd.
  • Tijdsgebonden: het moet duidelijk zijn wanneer zaken afgerond moeten zijn.

Tip: Studenten kunnen ook zelf een probleemstelling of doel formuleren. Door voldoende suggesties in de DLO in te bouwen over hoe zij een dergelijk doel kunnen formuleren en wat u van ze verwacht, leren studenten zelf verantwoordelijk te zijn.

Opdrachten:
  1. Helder geformuleerde opdrachten voldoen (o.a.) aan de volgende criteria:
    • Is er een andere interpretatie mogelijk voor wat er in de opdracht gedaan moet worden?
    • Is het duidelijk voor de studenten wat de criteria zijn en wat het niveau is waaraan zij moeten voldoen in de opdracht?
    • Is het duidelijk hoeveel tijd er is om de opdracht af te ronden?
  2. Wordt in de opdracht voldoende gebruikt gemaakt van de mogelijkheden van de DLO? Denk hierbij aan aspecten als:
    • Kunnen studenten zelfstandig en op het moment dat het hen uitkomt activiteiten uitvoeren in de DLO?
    • Kunnen studenten documenten van groepsleden vanaf elke computer met internetaansluiting inzien?
    • Vergemakkelijkt de ICT de communicatie tussen studenten en/of tussen student en docent?
    • Is het makkelijker voor studenten om additionele informatie te zoeken of gebruik te maken van suggesties via de DLO?
  3. Nodigen de opdrachten uit tot activiteit?
    • Sluiten de opdrachten aan op de doelen?
    • Worden de studenten gestimuleerd tot nadenken door de opdrachten?
    • Motiveren de opdrachten studenten?
    • Zijn opdrachten dusdanig opgebouwd dat studenten gestructureerd een proces doorlopen, waardoor ze steeds dieper de inhoud induiken?

Tip: Gebruik opdrachten van verschillende niveaus of aansluitend bij diverse interesses, waarmee tegemoet gekomen wordt aan diversiteit onder studenten.

Werkvormen:
  1. Wordt er gebruik gemaakt van studentgestuurde werkvormen, waarin studenten geactiveerd worden zichzelf actief op te stellen? Als men liever voor meer docentgestuurde werkvormen kiest moet men zich serieus afvragen met welk doel de DLO wordt gebruikt. Denk nog eens na over de taken die u als docent in de cursus op u heeft genomen ook de juiste waren. Had de student meer of minder zelfstandig kunnen doen? Welke taken bedeelde u de studenten toe? Van studenten werd bijvoorbeeld verwacht dat zij zelfstandig een planning zouden opzetten, maar achteraf blijkt dat ze daar meer sturing in nodig hadden van de docent.
  2. Maakt u gebruik van verschillende werkvormen? Hierdoor worden studenten op verscheidende manieren gestimuleerd om na te denken over het onderwerp en wordt tegemoet gekomen aan verschillen tussen studenten. Voorbeelden:
    • Een combinatie van werkvormen waarin studenten in een groep een on line project moeten uitvoeren en daarnaast een individuele opdracht moeten maken.
    • Gebruik uitdagende werkvormen zoals: discussie, games en simulaties, rollenspelen, experimenten, case studies (hierover zijn verschillende IDEE?n geschreven).
    • Kies voor vormen van blended learning, waarin studenten enerzijds werken in de DLO en daarnaast ook aanvullende (responsie)colleges volgen. Als voor deze combinatie wordt gekozen moeten de collegezaal en de DLO ook een link hebben met elkaar, bijvoorbeeld door de resultaten van on line discussies te projecteren en bespreken in de collegezaal.
Gebruik van interactiviteit:

Door interacties met de omgeving wordt actieve deelname van studenten gestimuleerd. Dit is dan ook een belangrijke kwaliteit van cursussen/vakken die in een website worden aangeboden. Interactiviteit kan op verschillende manieren worden aangeboden:

  1. Is het de studenten duidelijk hoe de interactiemogelijkheden m.b.v. ICT in de cursus passen? En-kel de flexibiliteit tot interactie aanbieden betekent nog niet dat het ook zo gebruikt wordt door de student. Studenten hebben richtlijnen nodig die aangeven wanneer, hoe vaak en op welke manier ICT gebruikt moet worden en hoe ze daarop beoordeeld worden.
  2. Interactieve educatieve programma?s moeten niet zomaar het face-to-face contact vervangen, maar dienen ter ondersteuning en/of maken het makkelijker om tijd- en plaatsongebonden aan de slag te gaan. Dat geldt met name voor niet-afstandsonderwijs, want studenten gaan er daarbij vanuit dat er sprake zal zijn van face-to-face contact naast het on line werken. Daarnaast is het zaak op te passen voor het gevaar dat bij on line activiteiten studenten zich anoniem en daardoor minder betrokken voelen. Zorg dus dat studenten zich betrokken voelen.
  3. Welke andere functionele interactiemogelijkheden zouden kunnen worden aangeboden, die in het vak nog niet worden aangeboden? Worden bijvoorbeeld verschillende media optimaal ingezet om een student te activeren? (video, internet, chat, e-mail?).
Feedback:

Krijgen studenten gedurende het college voldoende feedback?

  1. Door een vak on line aan te bieden is het goed mogelijk om docenten tussentijdse feedback te laten geven, studenten elkaar feedback te laten geven of studenten feedback op zichzelf te laten geven.
  2. Zijn er mogelijkheden in de on line leeromgeving voor de student om vragen te stellen aan de begeleider?

Hiervoor wordt verwezen naar de IDEEĆ«n die speciaal over feedback zijn geschreven onder de categorie ?begeleiden?.

Beoordeling:
  1. Zijn vooraf duidelijke beoordelingscriteria geformuleerd, waarvan studenten op de hoogte zijn? Dit stuurt de mate waarin studenten zelf aan het werk gaan.
  2. Worden voldoende beoordelingsmogelijkheden aangeboden? Bij een on line vak wordt aangeraden in plaats van alleen summatief (op het eind) ook formatief (tussentijds) te beoordelen. Van studenten wordt een grote mate van zelfverantwoordelijkheid verwacht in een DLO. Voor een docent is het belangrijk om hierin een coachende rol te kunnen spelen en dus het leerproces te volgen en studenten er feedback op te geven.
  3. Het gebruik van verschillende soorten beoordeling kan de student beter helpen om te begrijpen waar zijn/haar problemen liggen.
  4. Met verschillende soorten beoordeling kan ondervangen worden dat een groep bijvoorbeeld alleen op het eindresultaat wordt beoordeeld en dat hierbij niet voldoende wordt tegemoet gekomen aan de individuele student.

Tip: Studenten kunnen vooraf zelf formuleren aan welke criteria zij vinden dat hun project uiteindelijk moet voldoen. Zij geven hiermee aan wat zij van het vak verwachten en de docent kan op basis hiervan studenten bijsturen.

Achtergrondinformatie

Het praktijkvoorbeeld wordt uitgebreid besproken in het artikel:
Brakels, J; C.E. van Daalen, W. Dik, S. Dopper, F. Lohman, A. van Peppen, S.A.G. Peerdeman, D.J. Peet, E. Sjoer, W. van Valkenburg, M. van de Ven (2002). Implementing ICT in education faculty wide. European Journal of Engineering Education, Vol. 27, No. 1, pp. 63-76.

Deze criteria zijn gehaald uit de E-learning cursus die voor Ugandese en Tanzaniaanse docenten werd ontwikkeld door de Sectie EduTec van de TU Delft.

Er is gebruik gemaakt van adviezen op de volgende websites:

WBTIC, What constitutes quality in web-based training www.webbasedtraining.com/primer_quality.aspx .

Ontleend aan

De cursus E-learning die in 2002 gegeven werd bij de Sectie EduTec, TU Delft.

Zie ook

Aan welke algemene criteria moet een vak/cursus op een website voldoen?

Aan welke inhoudelijke criteria moet mijn on line vak/cursus voldoen? (I)

Aan welke structuur-technologische criteria moet mijn on line vak/cursus voldoen? (II)

Hoe houd ik rekening met verschillende gebruikers in mijn on line vak/cursus? (III)

Hoe kies je tussen vormen van feedback in een digitale leeromgeving

Geplaatst op 17-02-2003 in Algemene aandachtspunten door adminComments Off on Pedagogische/didactische criteria voor een online vak/cursus

Reageren is niet mogelijk.