Auteur(s): Annemiek Wieland Organisatie(s): Risbo

Dit IDEE beschrijft hoe je studenten op een effectieve manier gebruik kan laten maken van informatie die op internet te vinden is.

Voorbeeld uit de praktijk

Op http://intpol21.tripod.com/ is een webquest te vinden. Deze vormt een introductie op de ontwikkeling van verschillende partijen die een rol spelen bij internationale relaties. Het doel van deze webquest is een aantal fundamentele concepten te verduidelijken, te onderzoeken hoe het overheidssysteem geƫvolueerd is sinds de zeventiende eeuw en een aantal uitdagingen waar de overheid nu voor staat onder de aandacht te brengen. De webquest wordt gegeven aan de Universiteit van Sao Paulo (Braziliƫ). In de webquest moeten studenten de door de docent geselecteerde bronnen raadplegen om daarmee individueel een aantal concepten te verklaren en een essay te schrijven en vervolgens in groepjes een gezamenlijke conclusie te schrijven. Tot slot moeten de groepjes elkaars paper beoordelen.Op middelbare school Het Baken is een webquest voor 4 HAVO en hoger gebruikt, waarin leerlingen in groepjes van vier een energiezuinig huis moesten ontwerpen. Elke leerling nam hierbij de rol van koper, architect, bouwkundige of projectleider aan. Om de leerlingen te helpen heeft de leraar allerlei relevante internetbronnen geselecteerd die hij per rol geordend heeft (zie de plaatjes hieronder).


Doel

Dit IDEE geeft aan hoe je studenten op een effectieve manier gebruik laten maken van informatie die op internet te vinden is.

Wanneer te gebruiken

  • Wanneer studenten een opdracht moeten uitvoeren (bijvoorbeeld scriptie/paper schrijven, ontwerp maken, mening beargumenteren), waarbij zij op een gestructureerde manier verschillende bronnen moeten raadplegen die vooral op internet te vinden zijn.
  • Wanneer bij deze opdrachten niet het zoeken naar informatie, maar het verwerken ervan centraal staat.
  • Wanneer je studenten hun tijd zo efficiĆ«nt mogelijk wilt laten besteden.

Aandachtspunten bij de voorbereiding


Maak een webquest

Dit kan op verschillende manieren: Via een programma, bijvoorbeeld een webeditor, Word of PowerPoint. Het meest voor de hand liggend is een webeditor (bijvoorbeeld Frontpage), omdat hiermee op eenvoudige wijze internetpagina’s mee gemaakt kunnen worden. De webquest moet uit vijf onderliggende pagina’s / secties bestaan: (1) Inleiding; (2) Opdracht; (3) Werkwijze; (4) Bronnen; (5) Beoordeling.


Tips
  • In de bijlage is een sjabloon voor een webquest toegevoegd waaraan je enkel nog de inhoud moet toevoegen. Er is tevens een handleiding opgenomen waarin stap voor stap staat beschreven hoe je het sjabloon kunt openen en bewerken. Je kunt ook het sjabloon uit de bijlage gebruiken.
  • Andere sjablonen van webquests zijn te vinden op http://www.webkwestie.nl/webkwestie maken.htm (Nederlands) en op http://webquest.sdsu.edu/LessonTemplate.html (Engels)
  • In een digitale leeromgeving kan een webquest op verschillende manieren gemaakt worden:

Via een Learning Unit (Blackboard):

  • Maak een Learning Unit aan die de naam heeft van de opdracht. Geef een korte beschrijving van wat studenten in de Learning Unit kunnen vinden en kies voor een niet-sequentiĆ«le presentatie van de Learning Unit.
  • Maak in de Learning Unit vijf items aan met de volgende namen en volgorde: (1) Inleiding; (2) Opdracht; (3) Werkwijze; (4) Bronnen; (5) Beoordeling en voeg bij elk item de bijbehorende tekst toe (zie stappen 2 t/m 6).

Via folders (alle DLO’s):

  • Maak een folder aan met de naam van de opdracht en geef een korte beschrijving van wat studenten in deze folder kunnen vinden.
  • Maak in die folder vijf andere folders aan met de volgende namen en volgorde: (1) Inleiding; (2) Opdracht; (3) Werkwijze; (4) Bronnen; (5) Beoordeling en geef een korte beschrijving van wat studenten in elke folder kunnen vinden.
  • Plaats in elke folder de bijbehorende tekst (zie stappen 2 t/m 5).


1. Wek in de Inleiding de interesse van de student en leg het doel van de opdracht uit.

De interesse van studenten kan worden gewekt door de opdracht aan te laten sluiten op de voorkennis van studenten, de webquest visueel aantrekkelijk te laten maken, de opdracht te relateren aan andere aspecten van het vak.


2. Geef onder Opdracht een korte beschrijving van wat studenten moeten doen.

Je kunt studenten bijvoorbeeld informatie laten verzamelen die ze vervolgens moeten gebruiken voor:

  • het oplossen van een bepaald probleem;
  • het schrijven van een paper;
  • het maken van een bepaald ontwerp;
  • het beargumenteren van een bepaald standpunt in een rollenspel of een on line discussie;
  • het analyseren van gegevens;
  • het beoordelen en toetsen van informatie en hypothesen.

Geef ook aan of studenten de opdracht individueel of in groepjes moeten uitvoeren en (indien in groepjes) hoe de groepjes samengesteld worden.


3.
Beschrijf onder Werkwijze hoe studenten de opdracht moeten uitvoeren.

Werk daarvoor de algemene beschrijving onder Opdracht uit in concrete deelopdrachten en verbind hier indien nodig concrete deadlines aan. Je kunt hier ook aanwijzingen geven over hoe de studenten de verzamelde informatie moeten verwerken/archiveren. Tevens kun je studenten hier instrumenten aanreiken die behulpzaam zijn bij de verdere opdracht. Geef tot slot aan waar, wanneer en hoe de opdracht ingeleverd moet worden.


4. Selecteer minimaal vijf interbronnen die zeer relevante informatie bevatten.

Behalve internetbronnen kunnen hier ook niet-digitale bronnen worden genoemd. Het selecteren van goede interessante bronnen kan studenten motiveren en bespaart hen veel tijd, zodat ze zich volledig op de verwerking van de gevonden informatie kunnen richten. Orden de hyperlinks en overige bronnen onder Bronnen.


Tips
  • Geef bij elke bron een korte beschrijving van wat studenten op die site kunnen vinden.
  • Zorg er voor dat er een nieuw window wordt geopend wanneer op de hyperlink geklikt wordt, zodat studenten niet de opdracht ?kwijtraken?.
  • Selecteer een aantal tegenstrijdige bronnen. Op die manier kun je achterhalen hoe studenten de bronnen interpreteren.

5. Beschrijf onder Beoordeling de criteria waaraan de opdrachtuitwerking moet voldoen.

Geef ook aan of de opdrachtuitwerking (indien studenten de opdracht gezamenlijk mogen uitwerken) individueel of als groep beoordeeld wordt en door de docenten en/of door medestudenten beoordeeld wordt (peer review).

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Plaats de webquest on line, bijvoorbeeld in de digitale leeromgeving.
  • Informeer studenten over waar zij de webquest kunnen vinden en welke deadlines er aan de (deel)opdrachten verbonden zijn.
  • Laat studenten hun resultaten op de een of andere manier rapporteren, bijvoorbeeld via het ‘discussion board’, ‘digital dropbox’ en elkaars resultaten eventueel ook beoordelen (zie ook: Hoe laat je studenten feedback aan elkaar geven via een discussieplatform?).

Achtergrondinformatie

Ontleend aan

http://www.webkwestie.nl/

Zie ook

Hoe leer je studenten verwijzen naar en citeren van elektronische informatiebronnen?

Aan welke structuur-technologische criteria moet mijn on line vak/cursus voldoen? (II)

Bijlagen

Geplaatst op 22-04-2003 in Online leermateriaal door adminComments Off on Effectief gebruiken van internetbronnen via webquests

Reageren is niet mogelijk.