Auteur(s): Leonie Meijerink, Paulien Herder, Henk van Dijk Organisatie(s): TU Delft, Erasmus Universiteit Rotterdam

ICT biedt de mogelijkheid om groepen studenten van verschillende opleidingen en/of nationaliteiten op afstand met elkaar samen te laten werken.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de TU Delft is bij het vak ‘Engineering Design Problem Formulation’ gegeven voor studenten van de TU Delft en van Carnegie Mellon University in the USA. Daarbij is gebruik gemaakt van verschillende grouptools, zoals NetMeeting, een web-gebaseerd document management systeem en videoconferencing. Er zijn groepen samengesteld van studenten, waarbij in elke groep studenten elke universiteit was vertegenwoordigd. Deze groepen moesten gezamenlijk producten ontwerpen. In een eerste kleine opdracht leren de studenten te wennen aan de theorie en aan het werken in internationale groepen ‘op afstand’. In de tweede en derde opdracht worden de studenten geacht het ‘op afstand’ samenwerken onder de knie te hebben, en wordt de inhoud van de opdracht belangrijker. Studenten werd gevraagd om samen problemen te bediscussiĆ«ren, vragen aan elkaar te stellen en kritiek op elkaars werk te leveren. Voor alle opdrachten zijn ‘group tools’ als NetMeeting (incl. webcam), een web-gebaseerd document management systeem (LIRE’), email en de telefoon belangrijke en nuttige tools.

Doel

Docenten ideeƫn geven welke digitale communicatiemiddelen zij voor (internationaal) online groepswerk kunnen inzetten om een vak tegelijkertijd op twee verschillende locaties te geven, in samenwerking met docenten van andere locaties.

Wanneer te gebruiken

  • Als je studenten vanuit een ander (cultureel) perspectief wilt leren kijken, bv. van een soortgelijke opleiding uit eigen land of uit een ander land.
  • Als je gebruik wilt maken van de expertise van andere opleidingen.
  • Als je studenten wilt leren samenwerken op afstand.
  • Als je het groepsproces van studenten wilt vastleggen en analyseren.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Overleg met de docent op de andere locatie hoe het vak op die locatie gegeven wordt. Dat kan m.b.v. email, chat, videoconferencing, telefonische communicatie of een werkbezoek. Aandachtspunten zijn:
    • Leerdoelen
    • Beoordeling: wie beoordeelt welke student en welke criteria worden daarbij gesteld?
    • Afstemming van de roosters en deadlines (de indeling van een collegejaar verschilt van land tot land. Zo wordt in Nederland veel gewerkt met een trimestersysteem, terwijl in Zweden vakken in slechts een paar weken en erg intensief worden gegeven. Dit kan het plannen van activiteiten en deadlines lastig maken).
    • Hoeveel tijd moeten studenten aan het vak besteden?
    • Welke examenreglementen van kracht zijn bij de verschillende universiteiten. Dit voorkomt dat u het vak al helemaal georganiseerd hebt, maar dat het niet gegeven kan worden, omdat het niet voldoet aan de examenreglementen. Bij internationale samenwerking zijn bij de beoordeling van het werk van studenten ook cultuurverschillen van belang. In Engeland is het bijvoorbeeld verplicht dat elk cijfer dat aan de Engelse studenten wordt toegekend door de docent schriftelijk onderbouwd wordt). Elk cijfer van iedere individuele student wordt daar namelijk gecontroleerd door een externe examinator.
    • Hoe computervaardig de betrokken docenten en studenten zijn en hoe het zit met de technische voorzieningen (aantal computers, toegang tot internet en de bandbreedte). Vooral bij internationale samenwerking doen zich op dit gebied nog wel eens problemen voor.
    • Indien gebruik gemaakt wordt van een digitale leeromgeving: welke leeromgeving gebruikt gaat worden en op welke server deze draait. Vragen die beantwoord moeten worden zijn: hoe kunnen de docenten en studenten toegang krijgen tot de leeromgeving. Moet voor elke deelnemer bijvoorbeeld een apart account aangemaakt worden en wat zijn de regels hiervoor bij de instelling die de digitale leeromgeving beheert? Weten de betrokken docenten en studenten hoe de leeromgeving werkt?
  • Bereid studenten uitgebreid voor op hoe zij op afstand kunnen/moeten samenwerken. Maak bv. afspraken over: hoe snel studenten op elkaar reageren, wanneer beide ‘kanten’ aan het werk zijn/bereikbaar zijn (tijdsverschil!).
  • Maak gebruik van geschikte communicatietools die niet alleen gericht zijn op de inhoud van het werk, maar ook op sociale interactie tussen studenten, bijv. Webcam, NetMeeting. Bij gebruik van de Webcam kan je elkaar ook zien en heb je het voordeel van non-verbale communicatie.
Tips
  • Het is ook mogelijk om videoconferencing te gebruiken. Over hoe videoconferencing het best kan worden toegepast, bv. in kleinere groepen of om een expert om advies te vragen, is meer te vinden in een aantal specifieke IDEEĆ«n over videoconferencing.
  • Bedenk hoe u andere werkvormen kunt inzetten die boven het gebruik van ICT tools rijzen. Om samenwerking te stimuleren kan bijvoorbeeld een student de rol van de docent aannemen of u kunt studenten elkaar feedback laten geven.
  • Bedenk hoe je actieve participatie van alle studenten kunt stimuleren, bv. welke voorwaarden stel je aan regelmatige deelname, of geef studenten conflicterende stellingen.
  • Neem alle colleges op video op. De docenten van de andere opleiding kunnen deze ter voorbereiding van hun eigen college bekijken of aan studenten laten zien om er daarna over te discussiĆ«ren. Vanzelfsprekend geldt hierbij wel dat de taal op elkaar moet worden afgestemd.
  • Zorg ervoor dat alle mededelingen over het vak, collegesheets, filmpjes e.d. op een DLO gepost kunnen worden.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Verzin opdrachten om groepen kennis te laten maken met hun overzeese collega’s. Denk hiervoor aan: foto’s inscannen en in de DLO zetten met wat persoonlijke informatie, e-mail/chat-uitwisseling waarin studenten elkaar vragen kunnen stellen, kennismakingsopdrachten (voorbeelden noemen) e.d.
  • Spreek regelmatig met je eigen studenten over de knelpunten die zij tegenkomen. Een voorbeeld: uit ervaring blijkt dat studenten het moeilijk vinden om tot werkbare afspraken te komen met hun buitenlandse collega’s. Vraag daarom regelmatig aan de groepen hoe samenwerking verloopt en verzin samen oplossingen. Dit kan bv. ook door, onder leiding van docenten van beide opleidingen, een discussie in het discussieboard aan te gaan. Beide kanten kunnen dan hun ergernissen aangeven en oplossingen aandragen. Verder blijkt uit de praktijk dat bij internationale samenwerking lang niet alle studenten even goed Engels spreken en dat sommige studenten het eng te vinden om in het Engels te spreken en te schrijven.
  • Bouw extra tijd in voor het geven van online commentaar. Het duurt langer om ‘met zorg’ commentaar in te typen dan face to face persoonlijke interactie. Het is daarom van belang om duidelijk en genuanceerd je commentaar te verwoorden. Geadviseerd wordt om de beoordeling van docenten van beide instellingen op elkaar af te stemmen, zodat rekening gehouden kan worden met de verschillen in manieren van beoordelen tussen landen/opleidingen. Dit kan bv. door docenten via e-mail, chat of video-conferencing eerst commentaren te laten uitwisselen, waarop zij uiteindelijk een overeengestemde beoordeling naar de groep sturen.
  • ICT tools hebben verschillende functies. Blackboard bijvoorbeeld nodigt vooral uit tot technische en organisatorische oplossingen. Veel ICT tools zijn vooral gericht op het overbrengen van inhoud. Ga na in hoeverre gebruik gemaakt kan worden van mogelijkheden tot sociale interactie: bv. kennismaking, feedback op elkaar, het creĆ«ren van een sociaal aanwezigheidsgevoel.
Tips
  • Begin de voorbereidingen op tijd. In het besproken voorbeeld is men een jaar van te voren langzaam begonnen. Het rooster werd in juni ontwikkeld, terwijl het vak in september begon.
  • Een link in de DLO naar bv. een FTP server kan nodig zijn voor het uitwisselen van grote documenten. Dit is overigens alleen nuttig bij extreem grote programma’s.
  • Voor synchrone communicatie is de ‘virtuele klas’ (zoals bv. in Blackboard) in de DLO nuttig. Stel wel strikte regels op over de tijdstippen waarop hierin wordt samengewerkt.

Randvoorwaarden

Gebruik samenwerkingssoftware (collaboration software), zoals NetMeeting, Blackboard, en eventueel een Webcam.

Achtergrondinformatie

  • Herder, P.M.; E. Subrahmanian, S. Talukdar, A.L. Turk and A.W. Westerberg (2002), The use of video-taped lectures and web-based communications in teaching: a distance-teaching and cross-Atlantic collaboration experiment, European Journal of Engineering Education, Vol. 27, No. 1, pp. 39-48.
  • Herder, P.M.; E. Subrahmanian, A.L. Turk and A.W. Westerberg (2001). The use of video taped lectures and web based communications in teaching: a distance teaching and cross-Atlantic collaboration experiment, In: I. Gibson (ed.), Proceedings of the SEFI Seminar on Information and Communication Technologies in Engineering Education, Galway, Ireland, ISBN 2-87352-042-6, pp. 143-153.
  • Herder, P.M.; E. Subrahmanian, A.L. Turk and A.W. Westerberg (2002). ‘Communication and Collaborative Learning in a Cross-Atlantic Design Course’. Proceedings Ed-Media2002, Denver, June, pp. 783-788.
Geplaatst op 19-03-2003 in Online samenwerken door adminComments Off on Online samenwerken in multidisciplinaire groepen

Reageren is niet mogelijk.