Videomateriaal kan vaak interessante ondersteunende informatie geven bij een onderzoek. In dit kenniselement wordt beschreven hoe je dat doet. Het kan dan gaan om bestaand videomateriaal (tv-beelden) en om eigen gemaakte opnamen.
Voorbeeld uit de praktijk
In het project Av@lon konden studenten van de Rijksuniversiteit Groningen televisiebeelden van journaals en documentaireprogramma’s over grote rampen in Nederland bekijken en analyseren. Deze beelden zijn beschikbaar gesteld door de omroepen en zijn online beschikbaar (voor de deelnemende instellingen) via de SURF-videoserver. Dankzij het Av@lon project konden studenten de beelden op de eigen instelling bekijken en daarin ook fragmenten selecteren. Zo’n selectie is eenvoudig op te nemen in een tekstdocument. De lezer van dat document wordt dan direct doorgelinkt naar het betreffende fragment. Zo kan bijvoorbeeld een klein fragment worden geselecteerd uit het beeldmateriaal van de watersnoodramp in 1953 om een bepaalde stelling te onderbouwen. Of een student krijgt de opdracht om aan de hand van verschillende fragmenten door de jaren heen de ontwikkeling van het televisie-interview te laten zien. In het document kan de student een toelichting geven en per keer verwijzen naar de geselecteerde videofragmenten, zodat de docent direct kan zien of de betreffende gekozen fragmenten het betoog van de student adequaat ondersteunen. Punt is wel dat het document van scherm gelezen moet worden en de lezer moet beschikken over een snelle internetverbinding om de video’s te kunnen bekijken.
Doel
Studenten in hun documenten naar videofragmenten kunnen laten verwijzen.
Wanneer te gebruiken
- Als gebruik wordt gemaakt van fragmenten uit bestaand videomateriaal.
- Als gebruik wordt gemaakt van fragmenten uit eigen videomateriaal.
Aandachtspunten bij de voorbereiding
- Bedenk opdrachten bij het materiaal. Voorbeelden zijn:
- Laat aan de hand van fragmenten door de jaren heen zien hoe interviewtechnieken op televisie zijn veranderd.
- Laat met behulp van videofragmenten zien in hoeverre een politieke campagne anno 2002 anders is dan in 1982.
- Als er gewerkt wordt met bestaand materiaal, maak dan studenten duidelijk waar ze dat materiaal kunnen vinden. Maak hen er ook op attent dat het online bekijken van video veel vergt van een internetverbinding en eigenlijk alleen mogelijk is via het netwerk van het instituut.
- Maak afspraken met de houders van de auteursrechten van het bestaand materiaal over het online beschikbaar stellen van het video materiaal.
- Als studenten zelf video maken, maak dan afspraken met de beheerder van de videoserver hoe de videofragmenten van de studenten op de server komen.
- Maak een instructie in het gebruik van de tool waarmee studenten fragmenten kunnen selecteren. Een voorbeeld van zo’n tool is de virtuele snijmachine.
- Maak een instructie hoe de studenten een link in hun tekstdocument kunnen opnemen.
Tips
- Windows XP bevat een eenvoudig videomontageprogramma (Windows Movie Maker), zodat studenten eenvoudig in staat zijn hun video te monteren tot een ‘geliktere’ versie.
- De meeste universiteiten en hogescholen hebben inmiddels een videoserver of zijn daarmee bezig. Informeer daarover. Zonodig kan ook de videoserver van SURF worden gebruikt (zie www.surfnet.nl).
- Op de websites van de publieke omroep en op de site van Beeld en geluid zijn veel beschrijvingen te vinden van videomateriaal. Om deze daadwerkelijk te kunnen bekijken en gebruiken is evenwel eerst toestemming nodig.
Aandachtspunten bij de uitvoering
- Neem aan het begin van de collegereeks de instructies door over het gebruik van de tool waarmee studenten fragmenten kunnen selecteren.
- Laat aan het begin van de collegereeks zien hoe studenten een link naar een videofragment in hun tekstdocument kunnen opnemen.
Randvoorwaarden
- De videobeelden moeten op een streaming video server kunnen staan.
- De student en docent moeten beschikken over een computer met ten minste breedbandinternetaansluiting.
- Er is een tool nodig om snel fragmenten te kunnen selecteren en links te kunnen maken naar zo’n fragment.