De afgelopen jaren heeft het portfolio zich een eigen plaats verworven in het Nederlandse (hoger) onderwijs. Veel studenten hebben inmiddels zelf een eigen portfolio ontwikkeld. De opkomst van het portfolio hangt sterk samen met onderwijsvernieuwingen, zoals de toegenomen aandacht voor competentiegericht leren, meer aandacht voor (academische) vaardigheden in het hoger onderwijs en het belang van reflectie voor het leerproces van studenten. Een portfolio sluit goed aan bij die onderwijsconcepten. Een portfolio kan echter ook voor andere groepen dan studenten worden gebruikt, bijvoorbeeld voor de eigen professionalisering van docenten (zie Meijerink, 2003a voor het maken van een portfolio door docenten).
Drie soorten portfolio’s:
- Het ontwikkelportfolio. Dit is vooral bedoeld om de eigenaar van het portfolio (dat kan de student zijn, maar bijvoorbeeld ook een docent) een middel te geven om de eigen (professionele) ontwikkeling zichtbaar te maken. In een ontwikkelportfolio is het erg belangrijk dat de eigenaar reflecteert op de elementen die hij laat zien in dat portfolio. Het ontwikkelportfolio schrijf je dus vooral voor jezelf, waarbij een begeleider helpt bij het reflecteren op dat portfolio. Veelal bepaalt de eigenaar van het ontwikkelportfolio zelf wat hij in het portfolio opneemt.
- Het assessment portfolio. Dit portfolio is bedoeld om de eigenaar (student, docent) te beoordelen op zijn/haar kunnen. Bij een assessmentportfolio ligt veelal van tevoren vast welke elementen in dat portfolio moeten worden opgenomen en aan welke eisen dat moet voldoen. Een assessmentportfolio staat los van een ontwikkelportfolio. Bij een assessmentportfolio geldt net als bij andere producten van studenten dat het van belang is rekening te houden met de mogelijkheden van plagiaat (zie Heij et al, 2003; Jacobs, 2002). Helaas wordt een ontwikkelportfolio vaak ook gebruikt voor een assessment, of beter gezegd misbruikt. In een ontwikkelportfolio moet de eigenaar zich vrij voelen om naast successen, ook falen en problemen weer te geven, om zich daarin te kunnen ontwikkelen. Door een ontwikkelportfolio ook voor assessment te gebruiken zal de eigenaar, terecht, niet meer het achterste van zijn tong laten zien in het ontwikkelportfolio.
- Het demonstratie portfolio. Dit type gebruik van een portfolio komt het meest overeen met de oorspronkelijke idee van een portfolio: een “map” waarin kunstenaars hun beste werk opnemen om klanten te laten zien wat ze in hun mars hebben. Het demonstratie portfolio kan worden gebaseerd op bijvoorbeeld de interessante elementen uit het assessment of ontwikkelportfolio en kan gebruikt worden bij bijvoorbeeld een sollicitatie of om vrienden en familie te laten zien waar je mee bezig bent in je opleiding.
Gebruik van een digitaal portfolio
Het ligt voor de hand om bij de keuze voor een portfolio in het curriculum na te denken of een digitaal portfolio zinnig is. Hoe zo’n digitaal portfolio kan worden gemaakt wordt beschreven door Meijerink (2003b). Een digitaal portfolio heeft voordelen, maar ook enkele nadelen.
Een interessant voordeel is dat een digitaal portfolio het mogelijk maakt om gebruik te maken van audio en video in het portfolio zelf. Deinum (2004) laat zien hoe in een verslag video opnamen (en op dezelfde manier ook audio opnamen) kunnen worden opgenomen.
Een tweede voordeel is dat een portfolio erg eenvoudig is uit te wisselen bijvoorbeeld met andere studenten of beoordelaars. Zo kunnen studenten elkaar feedback geven op het portfolio (zie Verheij & Deinum, 2002 en Verkroost, 2005 voor mogelijkheden met peer review). Verder kunnen meerdere docenten met behulp van een Wiki een beoordelingsrapportage schrijven over het portfolio, gedurende het ontwikkelingsproces (zie Deinum, 2005). Een nadeel daarbij kan liggen in de privacy. Met name een ontwikkelportfolio kan erg persoonlijke informatie bevatten die niet door iedereen gelezen mag worden. Dat kan gaan om informatie over de eigenaar zelf, maar ook over andere personen die een student in zijn studie tegenkomt, bijvoorbeeld patiƫnten in een portfolio van een geneeskundestudent of leerlingen bij een student van een lerarenopleiding. Het is erg belangrijk er voor te zorgen dat een digitaal portfolio of delen daarvan goed kan worden afgesloten voor derden en ontsloten voor slechts hen die direct te maken hebben met het portfolio. Handig is verder dat een digitaal portfolio gelijktijdig door verschillende personen kan worden bekeken. Bij een papieren versie is dat vaak niet mogelijk omdat veelal slechts ƩƩn exemplaar wordt gemaakt (om de kosten te drukken).
Een nadeel van een digitaal portfolio is dat er geen voorwerpen in kunnen worden opgenomen (kunstwerken, modellen, zelf ontworpen leermiddelen enz.). Als dergelijke voorwerpen gewenst worden in een portfolio moet alsnog gesleept worden met spullen, wat de voordelen al snel teniet doet. Dit kan wellicht worden opgelost door foto’s of een video te maken van het product, waarbij de foto’s en/of video worden opgenomen in het digitaal portfolio.
Zie ook
Tartwijk, J. van et al. (2003). Werken met een elektronisch portfolio. Hoger Onderwijs Praktijkreeks. Groningen: Wolters Noordhoff (zie ook Portfolio Themasite)
Digitale Didactiek: E-Journal voor het onderwijs, nummer 9, september 2005