Auteur(s): Michel Kao, Huib Langenberg Organisatie(s): Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Feedback vormt een belangrijke leerbron voor studenten. Door het inzetten van een weblog kunnen meerdere personen op eenvoudige wijze feedback geven op een leerproduct. Daarnaast is het een goed hulpmiddel om feedback te verzamelen en te archiveren ten behoeve van procesbegeleiding.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de studie Recht van de Hanzehogeschool Groningen zijn 1e jaarsstudenten verplicht ervaring op te doen met het schrijven van artikelen. Zij doen hierbij kennis op van de regels waaraan het schrijven gebonden is en zij verbeteren hun schrijfvaardigheid. Hiervoor schrijft elke student afzonderlijk één of meerdere artikelen en publiceert een groep studenten vervolgens een krant met deze artikelen. Op vooraf vastgestelde momenten geeft een docent feedback op de afzonderlijke en gezamenlijke producten van studenten. Deze feedback wordt verder niet meer gebruikt, waardoor elk jaar informatie en kennis verloren gaat. Daarnaast worden studenten zelf niet betrokken bij deze beoordelingen. Door het gebruik van een weblog kan 360 graden
feedback gegeven worden. In deze leersituatie is gekozen om vanuit verschillende invalshoeken feedback te geven op een aantal momenten van het schrijfproces: een vakdocent, medestudenten en een coach geven feedback tijdens het concept, revisie- en eindversie van een geschreven artikel.

Een vakdocent kan feedback geven op twee aspecten: het (deel-)product dat een student aflevert en op het schrijfproces zelf. Studenten krijgen hierdoor meer inzicht in het beoordelingsproces van zichzelf maar ook van andere studenten. De docent heeft hierbij een dubbelrol. Enerzijds is hij beoordelaar van de individuele producten en het groepsproduct. Anderzijds geeft hij in zijn rol als coach de student inzicht in hoe deze zich heeft ontwikkeld gedurende de opdrachten, wat voor type schrijver hij of zij is en hoe de student de samenwerking vormgeeft en omgaat met kritiek.

Een student kan medestudenten beoordelen op het schrijfproces en -product (peer-review). Hierdoor raken studenten meer bij het schrijfproces betrokken, wat hun schrijfvaardigheid ten goede komt. Daarnaast hebben studenten meer zicht op de schrijfproducten, waardoor zij makkelijker tot een gezamenlijk product
‘de krant’ kunnen komen. De weblog kan verder gebruikt worden als presentatiemiddel voor de eindproducten, inclusief de gegeven feedback.

Doel

De docent kan studenten gebruik laten maken van weblogs om zowel feedback te kunnen geven op het leerproces als het leerproduct. Deze feedback is ook beschikbaar voor toekomstige studenten. Daarnaast kan een docent studenten elkaar laten beoordelen tijdens het leerproces.

Wanneer te gebruiken

  • als meerdere mensen, docent en studenten, meerdere malen een beoordeling geven over het leerproces en schrijfproduct van een student
  • als het noodzakelijk is dat deze beoordelingen langer beschikbaar blijven voor studenten
  • als meerdere studenten een bijdrage moeten leveren om tot één product te komen
  • als je inzicht wilt hebben of richting wilt geven aan een ontwikkelingsproces
  • als je het ontwikkelingsproces wilt vastleggen (archiveren in chronologische volgorde)

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Bepaal de aspecten van het leerproduct waarop je als docent feedback gaat geven.
  • Bepaal voor de peer-review de kaders waarbinnen studenten elkaar feedback gaan geven. Studenten zou je hierbij ook kunnen betrekken.
  • Formuleer gedragsregels voor het gebruik van weblogs.
  • Bepaal de feedbackmomenten van de docent en medestudenten. Daarbij is het belangrijk dat er in elke ontwikkelfase van het leerproduct een feedbackmoment is van de docent.
  • Maak een weblog aan voor elk te ontwikkelen leerproduct voor elke student en groep studenten.
  • Maak weblogs met leerproducten die in het verleden zijn gemaakt en die relevant zijn voor de cursus toegankelijk voor studenten.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Voordat de studenten gaan werken met weblogs, is het verstandig om een instructie te geven en moet er de mogelijkheid zijn om zelf te oefenen met een weblog. De docent fungeert hier als instructor en eerste aanspreekpunt.
  • Als men begonnen is met het publiceren van stukken, is het belangrijk is om er op toe te zien dat de beoordelingen qua opbouw en inhoud voldoen aan vooraf opgestelde kwaliteitseisen. Een aspect wat hier ook zeker aandacht moet krijgen is de mate van integriteit. Indien mogelijk kunnen de beoordelingen eerst verzameld worden, alvorens ze geplaatst worden.
  • Een vervolg zou kunnen zijn dat je de best-practices verzamelt en apart elektronisch publiceert. Daarnaast zouden de weblogs voor toekomstige studenten kunnen dienen als goede voorbeelden voor de verschillende vormen van feedback en het geven van feedback.

Randvoorwaarden

De instelling moet beschikken over weblog software, die toegankelijk is voor studenten. Om wildgroei aan verschillende soorten weblogs te vermijden, is aan te bevelen met evt. al reeds op de instelling bestaande weblog software te werken.

Achtergrondinformatie

  • www.worldwidewriting.com
  • www.edublogs.nl
  • Geplaatst op 09-02-2006 door adminComments Off on Feedback op leerproducten via een weblog

     
    Auteur: Toine Andernach

    Leren reflecteren is een competentie die steeds meer deel uitmaakt van het pakket van competenties dat studenten in het Hoger Onderwijs verwerven. Op de HvA is daar zelfs een Lectoraat voor in het leven geroepen: Het Lectoraat voor Reflectie. Daar onderscheidt men drie soorten reflectie:

    • Reflectie op mezelf: Leerdoelen articuleren, leerstrategieën ontwikkelen en toepassen, en het eigen leerproces begrijpen (onderwijskunde en filosofie van onderwijs)
    • Reflectie op de methode: De koppeling tussen de praktijkervaring en theorie maken, informatie kunnen schatten, en kennis van onderzoeksmethoden verwerven (kennisleer en wetenschapsfilosofie)
    • Reflectie op de maatschappij: Bewust zijn van de verantwoordelijkheid voor het professionele handelen in de maatschappelijke context (beroepsethiek, cultuurfilosofie)

    Het uiteindelijke doel van reflectieoefeningen in de opleiding is dat afgestudeerden bewust bekwaam zullen handelen in hun beroep. Ze weten hoe ze kunnen blijven leren, ze hebben zelfvertrouwen in het toepassen van nieuwe methodes, en ze zijn zich bewust van de maatschappelijke consequenties van hun professionele handelen. In dit themanummer van Digitale Didactiek staat de eerste vorm van reflectie centraal: zelfreflectie. Een DLO biedt in potentie allerlei mogelijkheden om zelfreflectie als te verwerven competentie te ondersteunen. Maar daar zitten wel een aantal haken en ogen aan. Daarvan worden er hier enkele besproken.

    Digitale zelfreflectie: structuur en beoordeling

    Zoals Meijerink (2003a) beschrijft, is zelfreflectie is een belangrijk aspect van zelfverantwoordelijk leren. Zij geeft aan hoe dat in een digitale leeromgeving (DLO) kan worden bevorderd: door in de DLO momenten in te bouwen waarin studenten in de gelegenheid worden gesteld om op zichzelf te reflecteren en door hieraan ook een beoordeling te koppelen kan de student ‘leren leren.

    Het expliciet inbouwen van de twee aspecten structuur en beoordeling is sowieso van groot belang voor de effectiviteit van onderwijs, maar zo mogelijk nog meer binnen een DLO omdat daarbinnen de vanzelfsprekende zichtbaarheid van de structurerende en beoordelende docent ontbreekt.

    Meijerink (2003b) laat dat ook zien: zij noemt structurerende elementen als het aanmaken van een discussieforum voor iedere student waarin ze voor het eerste college hun eigen leerdoelen formuleren, het sturen van een reminder naar studenten om iets te schrijven in hun forum en het controleren of studenten leerdoelen wijzigen.

    De suggesties voor het inbouwen van beoordelingsmomenten die Meijerink (2003b) geeft zijn: het formuleren van criteria waarop de competentie wordt beoordeeld, het geven van feedback op de eigen leerdoelen van studenten en het laten schrijven van een essay waarin de ontwikkeling van de student te volgen is. De mate waarin studenten hun eigen ontwikkeling bijhouden zou ook meegenomen moeten worden in de beoordeling. Ook Limpens, Andernach en Vermijs (2004) benadrukken het belang van zelfbeoordeling: zij beschrijven hoe zelfreflectie van studenten binnen een DLO kan worden gestimuleerd door ze zelf beoordelingscriteria op en bij te laten stellen voor leerproducten en daar zowel medestudenten als de docent systematisch feedback op te laten geven.

    Zelfreflectie: structuur- en beoordelingondersteunende systemen

    Het middel bij uitstek waarin de aspecten structuur en beoordeling (moeten) worden geïntegreerd is het portfolio. Driessen, van Tartwijk e.a. (2005) deden onderzoek naar de voorwaarden voor het succesvol reflectief gebruik van een portfolio. De belangrijkste voorwaarden die uit het onderzoek kwamen, zijn:

    • Een geschikte portfolio-structuur (met de kanttekening dat studenten die goed zijn in reflectie te veel structuur als een belemmering kunnen zien)
    • Een geschikte beoordelingsprocedure die ook summatief toetst, zodat de beoordeling serieus wordt genomen
    • Voldoende gelegenheid om nieuwe ervaringen op te doen en nieuwe bronnen aan te boren voor studenten
    • Voldoende docentcapaciteit voor een adequate begeleiding en beoordeling van het portfoliowerk

    Een regelmatig terugkomende klacht over sommige bestaande portfoliosystemen is het overheersende ingebakken eenrichtingsverkeer. Dat is niet bevorderlijk voor reflectieve doeleinden. Twee nieuwere toepassingen die voor meerrichtingsverkeer zijn ontworpen zijn Wiki’s (een verzameling van gekoppelde webpagina’s die door de bezoekers eenvoudig te bewerken zijn met behulp van een internetbrowser en Weblog’s (persoonlijke websites waar de auteur een logboek bijhoudt over een onderwerp). In de toekomst zullen deze toepassingen waarschijnlijk ook in het onderwijs steeds meer gebruikt gaan worden voor reflectie, zowel zelfreflectie als onderlinge reflectie. Door het open karakter van deze toepassingen wordt het een uitdaging om dat gestructureerd te begeleiden en beoordelen.

    Zelfreflectie door docenten

    Om ook het leren van docenten te stimuleren wordt zelfreflectie onder docenten in het Hoger Onderwijs steeds meer gemeengoed. Andernach (2004) beschrijft een systeem waarmee docenten online inzicht kunnen krijgen in hun huidige didactische competenties, nog te verwerven didactische competenties en de wijze waarop ze zichzelf didactisch kunnen professionaliseren. Troost
    (2005)
    geeft een mooie beschrijving van didactische competenties van de zogenaamde eTutor.
    Na het in kaart brengen van didactische competenties kan de wens ontstaan om systematisch bewijsmateriaal te verzamelen waarmee het beheersen van de betreffende competentie wordt aangetoond. Voor docenten zijn daar bij verschillende opleidingen in het Hoger Onderwijs portfoliosystemen voor beschikbaar. Meijerink (2003c) geeft daarvan voorbeelden en beschrijft hoe docenten een digitaal portfolio kunnen samenstellen. Ze beschrijft ook hoe je als docent een portfolio zou willen of kunnen bijhouden.

    Digitale Didactiek: E-Journal voor het onderwijs, nummer 12, februari 2006
    Geplaatst op 07-02-2006 door adminComments Off on Thema – Online zelfreflectie