Auteur(s): Anita Bernard en Karine Samyn Organisatie(s): Hogeschool Gent Departement Bedrijfsinformatie

De beschreven methodiek biedt de student de mogelijkheid tot reflectief nadenken over zijn handelen en het handelen van de medestudenten in de groep. De begeleidende docent kan een formule gebruiken om het beoordelingscijfer van het globale groepswerk om te vormen tot een individuele beoordeling.

Voorbeeld uit de praktijk

In het eerste en tweede jaar Bachelor Toegepaste Informatica dienen de studenten in teamverband een vakoverschrijdende opdracht uit te werken en voor te stellen. Hiervoor moeten ze zelfstandig leren opzoeken, kennis verwerven en toepassen. Voor het evalueren van de algemene vaardigheden en de attitudes, meerbepaald de competentie ‘Participatie en samenwerking in groep’, werd een lijst van indicatoren opgesteld, zoals bvb enthousiasme en participatie, ideeĆ«n aanbrengen, begrip van wat verwacht wordt, …
In eerste instantie beoordeelt elk lid van de projectgroep het werk, de houding en de inzet van een medeteamgenoot voor elk van de indicatoren. Er wordt beoordeeld met een schaal van 3 (beter dan de rest van de groep) tot -1 (hinder voor de groep).

Daarna evalueert de student zichzelf, dit uiteraard zonder de scores van zijn medestudenten te kennen.
Per student worden vervolgens de gemiddelde score gegeven door de medestudenten berekent a.d.h.v. de formule : [aantal groepsleden-1] x [aantal criteria] x 2 (het theoretisch gemiddelde). Om ‘vriendjespolitiek’ of ‘wraakacties’ te vermijden en dus extreem hoge of extreem lage cijfers tegen te gaan wordt ook een correctiescore berekend. Hiervoor wordt het cijfer dat slechts Ć©Ć©n keer voor een bepaald criterium bij een bepaalde persoon voorkomt, geschrapt.

Tijdens een feedback-gesprek onder leiding van de begeleidende docent met het team en daarna (eventueel) met de individuele student, worden de scores vergeleken en besproken. Door de beoordeling van de medestudenten te vergelijken met de eigen beoordeling kan de student over zichzelf en zijn leerproces reflecteren.
De docent gebruikt hierna de berekende peer-assessment-factor om de groepsevaluatie van het afgeleverde portfolio (eventueel) om te vormen tot een individuele beoordeling rekening houdend met de individuele inzet van de student.
Door de test meerdere malen af te nemen is het mogelijk om een evolutie waar te nemen.
Voor het afnemen van het assessment kan gebruik gemaakt worden van een Excel sheet. Binnen dit kader werd echter een webapplicatie ontwikkeld die toelaat om een peer-assessment test aan te maken en die door de studenten te laten invullen.

  • Achteraf kan de docent de scores bekijken en feedback geven aan de student (zie screenshot 1)
  • De student krijgt vervolgens ook zijn eigen score te zien en de totaal score die zijn medestudenten hem hebben toegekend (zie screenshot 2).

Doel

  1. De methodiek biedt de student de mogelijkheid tot reflectief nadenken over zijn handelen en het handelen van de medestudenten. Hieruit kunnen studenten met bvb. een laag zelfbeeld aangezet worden zichzelf niet te minimaliseren; anderzijds worden studenten die zich iets te hoog inschatten gewezen op het feit dat anderen hen soms anders beoordelen.
  2. De begeleidende docent kan een formule gebruiken, die een zogenaamde ‘peer-assessment-factor’ berekent. Via dit getal kan de groepsevaluatie die de docent aan het globale groepswerk geeft toch omgevormd worden tot een individuele beoordeling rekening houdend met de individuele inzet van de student

Wanneer te gebruiken

De methodiek kan gebruikt worden in elke situatie waarin algemene competenties, attitudes en vaardigheden van studenten in groep moeten geƫvalueerd worden

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Maak als docent een checklist aan met de te evalueren gedragsindicatoren van bepaalde algemene competenties zoals het teamwerk, de communicatieve vaardigheden, het probleemoplossend denken en handelen.
  • Deel de criteria en de indicatoren waarop de studenten beoordeeld worden voor de aanvang van de projectwerking mee aan de studenten.
  • Maak een peer-assessment aan met de indicatoren die op dat ogenblik moeten geĆ«valueerd worden (of die je op dat moment wenst te evalueren).
  • Geef de studenten de tijd om dit assessment in te vullen.
  • Elke student beoordeelt alle andere leden van de groep.
  • In het kader van self-assessment geeft de student aan zichzelf een beoordeling voor elk criterium.
  • Na het verstrijken van de ingestelde einddatum kunnen de waarden niet meer gewijzigd worden.
  • Na het uitvoeren van zowel het peer-assessment in de groep, als het self-assessment volgt een feedback met de docent zodat het verdere leerproces kan geoptimaliseerd worden.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Voer deze test minstens tweemaal gedurende de periode van de projectwerking uit. Enkel op die manier kan de begeleidende docent zich een beeld vormen van de evolutie van de student en het team.
  • Het werken met een correctiefactor om extreem hoge en lage scores uit de beoordeling te weren, werkt goed voor groepen van minstens 4 personen.

Achtergrondinformatie

http://www.score.hva.nl/s_peerassessment.html
http://ppw.kuleuven.be/cod/pasi.htm

Bijlagen

Screenshot 1

Screenshot 2

Geplaatst op 05-02-2007 in Online begeleiden door adminComments Off on Competenties evalueren via een digitale leeromgeving

Reageren is niet mogelijk.