Auteur(s): Annemiek Wieland Organisatie(s): Risbo

Dit IDEE beschrijft hoe u een wiki kunt inzetten om studenten gezamenlijk huiswerkopgaven te laten uitwerken. Doordat studenten elkaars opgavenuitwerkingen kritisch moeten bestuderen, leren zij veel van elkaar. Ook kunt u de wiki (inclusief inhoud) in een nieuw collegejaar hergebruiken. Op die manier ontstaat er tevens een kennisbank die elk jaar groeit.

Voorbeeld uit de praktijk

Een Canadese wiskundedocent heeft bij drie van zijn vakken een wiki ingezet om zijn studenten gezamenlijk wiskundige problemen te laten oplossen. Elke week plaatste hij huiswerkopgaven in de wiki. Deze opgaven stonden voor alle studenten ter beschikking. Het aantal opgaven was vaak minder dan het aantal studenten. De studenten moesten elke week in diezelfde wiki een bijdrage leveren aan de uitwerking van de opgaven. Dit kon op twee manieren: (1) door het volledig uitwerken van een huiswerkopgave (als nog niemand voor deze opgave een oplossing had gegeven). De docent noemde dit type bijdrage ook wel een ‘significante bijdrage’. (2) een correctie/aanvulling/verduidelijking van een oplossing (als al wel iemand een oplossing van een opgave had gegeven). De docent noemde dit type bijdrage ook wel een
‘constructieve bijdrage’.
Elke bijdrage werd vervolgens door de docent beoordeeld middels een matrix waarin een 4-puntschaal uiteen was gezet tegen de criteria voor een kwalitatief goede bijdrage: Is de uitwerking correct? Is de uitwerking voldoende uitgewerkt zodat anderen ervan kunnen leren? Is de uitwerking goed te volgen en begrijpelijk? De totaalscores per student op deze matrix werden vervolgens omgezet naar een cijfer dat meetelde in het eindcijfer dat de student kreeg voor het vak.

De opzet bevatte een competitief element. Er waren niet genoeg huiswerkopgaven voor alle studenten. Daarnaast waren sommige opgaven makkelijker dan andere. Studenten werden dan ook uitgedaagd om zo snel mogelijk een opgave te ‘claimen’ door een uitwerking ervan in de wiki te posten. Door significante bijdragen te posten ontwikkelden de studenten vaardigheden in het stapsgewijs en op een juiste manier uitwerken van wiskundeopgaven. Daarnaast vereiste het posten van constructieve bijdragen dat studenten verschillende probleemuitwerkingen kritisch bekeken en analyseerden.

De wiki’s van deze docent vindt u hier:

Doel

De docent kan een wiki inzetten om studenten gezamenlijk huiswerkopgaven te laten maken, zodanig dat studenten van elkaar leren.

Wanneer te gebruiken

  • Als een vak zich leent voor het maken van huiswerkopgaven.
  • Als het nakijken van individuele huiswerkopgaven veel tijd in beslag neemt.
  • Als studenten van elkaars opgavenuitwerkingen kunnen leren.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Maak een wiki aan. Let erop dat u in ieder geval een wiki kiest die een geschiedenis bijhoudt van alle wijzigingen binnen de wiki en dat u de wiki kunt beveiligen met een inlognaam en password, zodat alleen u en uw studenten de wiki kunnen wijzigen. Wiki’s die aan deze randvoorwaarden voldoen zijn bijvoorbeeld: Wetpaint (http://www.wetpaint.com), Wikispaces (http://www.wikispaces.com), en pbwiki (http://pbwiki.com). Een wikikeuze wizard (http://www.wikimatrix.org/wizard.php) kan u ook helpen bij het kiezen van de voor u geschikte wiki.
  2. Maak een basisstructuur aan voor de wiki die gebaseerd is op de onderwerpen die in de colleges en/of het studieboek aan de orde komen (zie figuur hieronder voor een voorbeeld). Op deze manier houdt u de wiki overzichtelijk.
  3. Selecteer of bedenk bij ieder collegeonderwerp en/of hoofdstuk uit het studieboek relevante huiswerkopgaven.
  4. Bedenk hoe u studenten kunt stimuleren om actief en kwalitatief bij te dragen aan de wiki en formuleer beoordelingscriteria. U kunt studenten bijvoorbeeld een cijfer geven voor de bijdragen die zij hebben geleverd.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  1. Leg tijdens het eerste college aan studenten uit wat het doel is van de wiki, hoe de wiki werkt en hoe bijdragen van studenten aan de wiki beoordeeld zullen worden.
  2. Plaats elke week een aantal huiswerkopgaven in de wiki. Houd daarbij vast aan de structuur van de wiki (plaats opgaven bijvoorbeeld onder het onderwerp van die week, of onder de titel van het hoofdstuk in het studieboek waarop de opgaven betrekking hebben).
  3. Stel een deadline vast voor het posten van opgavenuitwerkingen en het maken van wijzigingen daarin (bijvoorbeeld steeds aan het einde van de week).
  4. Laat studenten de opgavenuitwerkingen in de wiki plaatsen en stimuleer hen elkaars bijdragen kritisch te bekijken en eventueel te corrigeren, aan te vullen of te verduidelijken.
  5. Beoordeel wanneer de deadline verstreken is de bijdragen van studenten en corrigeer eventuele fouten. Wijzigingen in reeds bestaande posts kunt u volgen door de geschiedenis van de wiki te bekijken. In de geschiedenis kunt u tevens zien wie wat heeft bijgedragen.

Tips
  • Sommige wiki’s kunnen RSS-feeds genereren. Door u hierop te abonneren, wordt u automatisch op de hoogte gehouden van nieuwe bijdragen van studenten. Zie ook het thema RSS.
  • Kom tijdens het eerstvolgende college terug op de bijdragen die studenten de week daarvoor in de wiki hebben geplaatst. U heeft op die manier de mogelijkheid om denkfouten plenair te bespreken en u laat tevens zien dat u goed in de gaten houdt wat er in de wiki gebeurt. Dit kan extra motiverend werken voor studenten.
  • Creëer ook een pagina in de wiki waar studenten vragen aan elkaar kunnen stellen over de leerstof. Studenten worden dan uitgedaagd om de leerstof aan elkaar uit te leggen. Deze bijdragen moet u wel monitoren en op juistheid controleren. Eventueel kunt u deze bijdragen ook meenemen in het beoordelingsproces.
  • Wanneer er veel studenten aan uw vak deelnemen, kunt u hen ook in groepen indelen. Het aantal huiswerkopgaven dat u moet bedenken blijft daardoor beperkt, omdat niet van elke individuele student maar van elke groep een bijdrage wordt verwacht.
  • Bewaar de wiki (inclusief inhoud) voor de volgende keer dat u het vak geeft. Op die manier kunnen nieuwe studenten ook leren van de inhoud die studenten voor hen al in de wiki hebben geplaatst. Door elk jaar nieuwe huiswerkopgaven in de wiki te plaatsen, ontstaat op deze manier een kennisbank die elk jaar groeit. Zie hiervoor ook het IDEE Hoe kan ik meerdere (generaties) studenten laten samenwerken aan kennisopbouw door het gebruik van een wiki?
  • De gedachte achter dit IDEE zou ook voor andere, soortgelijke doeleinden toegepast kunnen worden, bijvoorbeeld om studenten een online glossary te laten maken van alle belangrijke concepten die in de leerstof voorkomen. Zie hiervoor ook het IDEE Hoe kun je studenten samen een online naslagwerk laten maken?

Randvoorwaarden

Er zijn meer huiswerkopgaven nodig dan wanneer u elke student dezelfde huiswerkopgaven laat maken. Dit kan u meer tijd dan anders kosten. Daarentegen bespaart u weer tijd op het nakijkwerk doordat u niet het werk van elke individuele student, maar enkel van de individuele huiswerkopgaven hoeft na te kijken.

Ontleend aan

Darren Kuropatwa’s weblog ‘A Difference’. Post van Zaterdag 29 april 2006: Wiki Solution Materials te vinden op http://adifference.blogspot.com/2006/04/wiki-solution-manuals.html

Zie ook

Thema Wiki’s en Weblogs in het onderwijs

Geplaatst op 12-09-2006 door adminComments Off on Huiswerkopgaven laten uitwerken met een wiki

 
Auteur(s): Annemiek Wieland Organisatie(s): Risbo

Dit IDEE beschrijft hoe docenten en studenten op een eenvoudige wijze relevante online bronnen met elkaar kunnen delen. Studenten kunnen deze bronnen raadplegen bij en verwerken in opdrachten en scripties, e.d.

Voorbeeld uit de praktijk

Vaak wordt in het onderwijs naast ‘traditioneel’
cursusmateriaal (zoals syllabi en boeken) ook websites, papers, presentaties, videos en dergelijke beschikbaar gesteld aan studenten. Meestal gebeurt dit via de digitale leeromgeving. De bronnen moeten dan eerst opgezocht worden (op internet of op de harde schijf van de computer) en vervolgens stuk voor stuk in de leeromgeving worden gehangen. Dit kan een zeer tijdrovende klus zijn.

Social bookmarking stelt u in staat om al uw favoriete internetpagina’s en online bronnen niet lokaal op uw computer, maar op het internet op te slaan. Dit heeft onder meer als voordeel dat u altijd bij uw favoriete websites kunt, ook als u niet achter uw eigen computer zit. Daarnaast kunt u deze bronnen zeer eenvoudig delen met anderen, bijvoorbeeld uw studenten.

Social bookmarking heeft daarnaast als voordeel dat u kunt zien hoeveel mensen een bepaalde bron ‘gebookmarked’ hebben. Hoe meer mensen, hoe interessanter de bron waarschijnlijk is. U kunt zelfs zien wie een bepaalde bron gebookmarked heeft, waarna u door kunt klikken om ook de andere door die persoon gebookmarkte bronnen te bekijken. Op die manier kunt u snel en eenvoudig aan nieuwe voor u relevante bronnen komen. Social bookmarking is dan ook een steeds populairder wordende vorm van social software. U kunt social bookmarking op verschillende manieren in uw onderwijs gebruiken.

Doel

Docenten en studenten kunnen op een eenvoudige manier online vak-/vakgroep- en/of studiespecifieke bronnen met elkaar delen.

Wanneer te gebruiken

  • Wanneer u relevante websites en bronnen op een eenvoudige manier met uw studenten wilt delen en u dit uw studenten ook wilt laten doen.
  • Wanneer u veel van uw favoriete websites en bronnen als cursusmateriaal inzet.
  • Wanneer u studenten bij het maken van opdrachten, schrijven van scripties e.d. een grotere diversiteit aan bronnen wilt aanbieden
  • Wanneer niet het zoeken naar, maar het verwerken van informatie centraal staat.
  • Wanneer u vanaf elke locatie toegang wilt hebben tot uw favoriete websites en bronnen.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Maak een account aan op een social bookmarking website. Hiervoor hoeft u veelal enkel uw email adres en een door u gekozen password in te voeren. U ontvangt dan een email met een hyperlink waarop u moet klikken om uw inschrijving te bevestigen.
  2. Tip:
    Twee online social bookmarking services die veel gebruikt worden zijn: Furl (http://www.furl.net) en Del.icio.us (http://del.icio.us.com). Beide sites zijn gratis te gebruiken. Een online bookmarking service die speciaal bedoeld is voor academici is CiteULike (http://www.citeulike.org). Met deze site kunt u wetenschappelijke papers die u interessant vindt direct in uw persoonlijk online archief opslaan en organiseren. Daarbij worden de citation details automatisch weergegeven.
  3. Installeer een ‘bookmark’-button in de werkbalk van uw browser. Met deze button kunt u elke keer wanneer u op een interessante website bent, via 1 druk op de knop de website aan uw online bookmarkarchief toevoegen.
  4. Bepaal in welke categorieën uw bronnen ingedeeld kunnen worden, bijvoorbeeld naar aard (portal, tijdschrift, kennismanagement systeem, e.d.) of naar inhoud (renaissance, romantiek, impressionisme, e.d.).
  5. Voeg uw bronnen (websites, online artikels, presentaties, video’s en dergelijke) aan uw online archief toe. Dit doet u door naar de betreffende website/online bron te gaan en op de ‘bookmark’-button te klikken. Vervolgens selecteert u bij de metadata de categorie waarin de bookmark moet worden geplaatst.
  6. Voeg meteen overige metadata aan elke bron toe (zoals relevante trefwoorden, uw waardering, eventuele opmerkingen enz.), zodat uw bronnenarchief overzichtelijk blijft voor u (en anderen!). Dit helpt studenten om gerichter te kiezen uit de beschikbare bronnen.
  7. Tip:
    Bij sommige bookmarking services is ‘clipping’ mogelijk. Dit betekent dat wanneer u voordat u op de bookmark-button klikt eerst een relevant stukje tekst in de bron selecteert (bijvoorbeeld enkele zinnen die goed de inhoud of het doel van de bron weergeven) deze tekst automatisch als beschrijving bij de bron wordt geplaatst.
  8. Controleer in uw archief of uw lijst met bronnen goed en overzichtelijk is weergegeven.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  1. Stel studenten op de hoogte van uw online archief en waar zij deze kunnen vinden en leg hen duidelijk uit wat de bedoeling van dit archief is.
  2. Laat studenten zich eventueel zelf ook abonneren op een online social bookmarking service.
  3. Laat uw studenten zich via RSS abonneren op uw (en eventueel elkaars) online archief (of op een van de categorieën binnen een online archief). Studenten krijgen dan automatisch een bericht als er een nieuwe bron aan een archief is toegevoegd. Zie voor meer informatie over hoe u RSS in het onderwijs kunt toepassen het thema RSS.

U kunt een online bronnenarchief op verschillende manieren in uw onderwijs gebruiken. Hieronder volgen enkele suggesties.

  • U kunt studenten uw online bronnenarchief gebruiken voor het maken van opdrachten waarbij niet het zoeken naar, maar het verwerken van informatie centraal staat.
  • U kunt online bronnenarchieven ook gebruiken om een rijke leeromgeving te creëren voor uw studenten waarin zij zelf bepalen welke leerstof relevant is. Zie hiervoor ook het IDEE Hoe zorg je ervoor dat studenten actief met de leerstof omgaan?
  • U kunt studenten ook zelf (eventueel in groepen) een online bronnenarchief laten maken. Bijvoorbeeld als hulpmiddel bij het schrijven van een paper, scriptie of werkstuk. U kunt vervolgens zien welke bronnen studenten gevonden en geraadpleegd hebben.
  • U kunt studenten via bijvoorbeeld een weblog ook kritisch commentaar laten geven op bronnen van u, van studenten of van buitenstaanders die, al dan niet via RSS worden binnengehaald.
  • U kunt uw online bronnenarchief gebruiken om voor uw vak verplichte literatuur te verspreiden. Dit heeft als voordeel dat u niet elke keer dat u het vak geeft dezelfde literatuur opnieuw in de digitale leeromgeving hoeft te hangen; u geeft studenten enkel de link naar uw online bronnenarchief.
  • U kunt uw online bronnenarchief gebruiken om door u nieuw ontdekte bronnen te delen met uw studenten, waardoor zij op de hoogte blijven van interessante nieuwe artikelen en ontwikkelingen in het vakgebied.
  • Door aan uw online bronnenarchief steeds weer nieuwe relevante bronnen toe te voegen, ontstaat er op den duur een online kennismanagementsysteem dat u elk jaar in uw onderwijs kunt hergebruiken.

Zie ook

Geplaatst op 12-09-2006 door adminComments Off on Kennis delen met social bookmarking

 
Auteur: Annemiek Wieland

Door de opkomst van Social Software (Gorissen, 2006) neemt de hoeveelheid informatie die mogelijk interessant is voor onderwijsdoeleinden explosief toe. Weblogs, wiki’s podcasts en social bookmarking sites schieten als paddestoelen uit de grond. Deze vormen van social software nemen ook in het onderwijs een steeds prominentere rol in. Om snel en gericht op de hoogte te blijven van nieuwe relevante informatie die (door studenten of anderen) op het internet gepubliceerd wordt, kunt u gebruik maken van RSS.

Wat is RSS?

RSS staat voor Really Simple Syndication (erg makkelijk beschikbaar maken voor een groot aantal afnemers). Via RSS kunt u zich abonneren op een website. Wanneer er nieuwe informatie op de website geplaatst wordt, wordt dit bericht automatisch binnengehaald in uw RSS-lezer. Websites die informatie over uiteenlopende onderwerpen publiceren, bieden vaak de mogelijkheid om slechts op delen van de website te abonneren. Zo kunt u op de website van (De Volkskrant) er bijvoorbeeld voor kiezen om u op het laatste nieuws te abonneren (u ontvangt dan alle nieuwsberichten die in De Volkskrant gepubliceerd worden), maar u kunt er ook voor kiezen om u enkel te abonneren op het economisch nieuws, of zelfs alleen op die nieuwsberichten waarin een door u opgegeven trefwoord voorkomt. Enkele grote verschillen met nieuwsbrieven zijn dat elk bericht afzonderlijk wordt binnengehaald, dat ú (in plaats van de samensteller van de nieuwsbrief) selecteert welke berichten voor u interessant zijn en dat u de berichten die via RSS binnenkomen (ook wel feeds genoemd) op tal van manieren kunt combineren en hergebruiken (zie paragraaf Combineren en hergebruiken van RSS-feeds).

Hoe werkt RSS?

Om gebruik te maken van RSS heeft u allereerst een RSS-lezer nodig. Er zijn verschillende soorten RSS-lezers, bijvoorbeeld:

  • Webgebaseerde RSS-lezers. De berichten die u via RSS binnenhaalt worden op een webpagina gepubliceerd. Een gratis RSS-lezer van dit type is bijvoorbeeld Bloglines (www.bloglines.com). Het voordeel van een web-gebaseerde applicatie is dat u niet achter uw eigen computer hoeft te zitten om op de hoogte te blijven.
  • Losse RSS-lezers die op uw computer geïnstalleerd worden als een desktop-applicatie. De berichten die u binnenhaalt worden in een apart computerprogramma gepubliceerd. Een gratis RSS-lezer van dit type is bijvoorbeeld FeedReader (www.feedreader.com/).
  • RSS-lezers die als extensie aan een computerprogramma, bijvoorbeeld het programma dat u gebruikt om uw email te lezen, kunnen worden toegevoegd. De berichten die u binnenhaalt worden dan in dit programma (bijvoorbeeld in een aparte folder in uw emailprogramma gepubliceerd. Gratis RSS-lezers van dit type zijn bijvoorbeeld RSS Popper (http://rsspopper.blogspot.com/) die gekoppeld wordt aan Microsoft Outlook en My RSS Toolbar (www.myRSStoolbar.com) die gekoppeld wordt aan Internet Explorer.

Vervolgens geeft u in uw RSS-lezer aan van welke websites u op de hoogte wilt blijven (welke feeds u wenst te ontvangen). Wanneer een website RSS-diensten aanbiedt, maken zij dit over het algemeen kenbaar met een of meer van de volgende pictogrammen:

of door simpelweg de afkorting RSS te hyperlinken. Het enige dat u hoeft te doen om u via RSS te abonneren op een websites is door op een van deze pictogrammen te klikken en de url uw RSS-lezer te plakken. De lezer haalt nieuwe berichten dan voortaan automatisch voor u binnen.

Toepassingen van RSS in het onderwijs

Bij gebruik van wiki’s en weblogs

In het kader van activerend onderwijs worden steeds meer werkvormen ingezet waarbij studenten zelf op internet publiceren, daarbij gebruikmakend van bijvoorbeeld weblogs en wiki’s (De Smet & D’haese, 2005; Langenberg & Kao, 2006; Van der Linde, 2006). Het regelmatig bezoeken van weblogs en wiki’s om na te gaan of er nieuwe informatie op geplaatst is, kan veel tijd in beslag nemen. Door een RSS-abonnement te nemen op een weblog of een wiki, worden nieuwe berichten (en nieuwe reacties op berichten) automatisch binnengehaald in een RSS-lezer. Dit maakt het voor u als docent en voor studenten erg gemakkelijk om op de hoogte te blijven van de leervorderingen van (mede)studenten.

Een voorbeeld: Studenten(groepen) kunnen bijvoorbeeld de opdracht krijgen om een weblog bij te houden over een aan hun vakgebied gerelateerd onderwerp. Elke student heeft daarbij een ander onderwerp gekozen of bespreekt hetzelfde onderwerp vanuit een andere invalshoek. Via RSS abonneren zij zich op relevante websites, waardoor zij nieuwe ontwikkelingen in hun vakgebied op de voet kunnen volgen. De studenten zijn daarnaast via RSS geabonneerd op de weblogs van hun medestudenten, zodat zij automatisch nieuwe berichten in de weblogs (en nieuwe reacties op berichten) binnenkrijgen. Minimaal een keer per week moeten de studenten een nieuw bericht op hun weblog posten, waarin zij nieuwe ontwikkelingen in hun vakgebied kritisch bespreken aan de hand van voor- en nadelen, toepassingsmogelijkheden, etc. Daarnaast moeten de studenten minimaal vier berichten per week (of reacties op berichten) op verschillende weblogs van commentaar voorzien.

Het gemak waarmee studenten via RSS op de hoogte kunnen worden gehouden van nieuwe berichten op een weblog of wiki kan de onderlinge betrokkenheid tussen studenten verhogen, doordat studenten weten waar hun medestudenten mee bezig zijn en hoe ver zij in hun leerproces zijn. Daarnaast kunnen studenten door elkaars weblogs te lezen van elkaar leren, doordat elke student een bepaald onderwerp op een mogelijk andere manier belicht. Tot slot kan het ook de interactie tussen studenten verhogen, doordat studenten automatisch nieuwe reacties op berichten (die overigens ook van mensen die buiten het onderwijs staan kunnen komen) direct na plaatsing binnenkrijgen, wat een stimulans kan zijn om zelf ook een reactie te plaatsen.

Bij gebruik van social bookmarking services

Wanneer in opdrachten niet het zoeken naar informatie, maar het verwerken ervan centraal staat (Wieland, 2002; Van Elk & Drenthe, 2003; Wieland, 2003; Jager & Te Winkel, 2004), kunt u studenten via RSS laten abonneren op online social bookmarking services (Wieland, 2006). Studenten krijgen dan automatisch een bericht als iemand die in hetzelfde onderwerp als de student geïnteresseerd is een nieuwe website of andere online bron aan zijn online favorieten heeft toegevoegd.

Een voorbeeld:Van de 100 studenten die aan een bepaald vak deelnemen en die in het kader daarvan een scriptie moeten schrijven, zijn er vijftien studenten die een scriptie schrijven dat op de een of andere manier betrekking heeft op het onderwerp kapitalisme. Elke student abonneert zich op een online social bookmarking service. Ter voorbereiding op het schrijven van hun scriptie zoeken de studenten op internet naar relevante bronnen die zij vervolgens opnemen in hun eigen online archief van favoriete websites en andere online bronnen. Om hun bronnen voor zichzelf en anderen overzichtelijk te houden, kennen zij metadata toe zoals een beschrijving van de bron, trefwoorden en een waardering. De studenten zijn via RSS op elkaars archief geabonneerd, zodat elke keer dat een medestudent een nieuwe bron toevoegt zij automatisch daar bericht van ontvangen.

Het via RSS abonneren op social bookmarking services kan studenten veel tijd schelen in het zoeken naar voor hen relevante bronnen. Bovendien kunnen zij op deze manier met bronnen in aanraking komen die zij zelf misschien niet gevonden zouden hebben.

Combineren en hergebruiken van RSS-feeds

Op het internet komen steeds meer (veelal gratis) diensten beschikbaar die RSS-abonnementen kunnen samenvoegen (mixen) tot één nieuwe RSS-feed. Een voorbeeld van een dergelijke gratis dienst (in het voorbeeld hieronder RSS-mixer genoemd) is Suprglu (www.suprglu.com). Dit kan handig zijn wanneer u in uw RSS-lezer berichten niet wilt ordenen op basis van de bron-website, maar op basis van een onderwerp. Daarnaast bestaan er ook RSS-lezers die in staat zijn enkel die berichten binnen te halen die voor u interessant zijn (in het voorbeeld hieronder gepersonaliseerde RSS-lezer genoemd). Een voorbeeld van een dergelijke gratis dienst is MySyndicaat (www.mysyndicaat.com). Van de websites die u in deze lezer als feed hebt ingegeven haalt de lezer niet alle berichten binnen, maar filtert de berichten op basis van door u ingegeven criteria. Zo kunt u bijvoorbeeld aangeven welke trefwoorden juist wel of juist niet in uw berichten moeten voorkomen.

Een voorbeeld:Binnen de opleiding Geneeskunde moeten studenten voor het vak Genetica een paper schrijven. Zij mogen daarbij zelf kiezen over welk onderwerp binnen de genetica hun paper zal gaan. Voor de gehele groep wordt één account aangemaakt op een webgebaseerde RSS-mixer en alle studenten ontvangen de inloggegevens van dit account. Met dit account kunnen studenten zelf RSS-feeds aan de mixer toevoegen, overigens nadat zij gecheckt hebben of deze feed al door een andere student is toegevoegd. De RSS-mixer haalt nu alle berichten over genetica binnen van websites die door studenten zijn ingevoerd. Vervolgens abonneert elke student zich via RSS op een gepersonaliseerde RSS-lezer en voeren de URL van de RSS-mixer als feed in. Daarbij geven zij heel gericht, op basis van het onderwerp van hun paper, aan welke trefwoorden wel en/of juist niet in de berichten voor mogen komen. De gepersonaliseerde RSS-lezer haalt eveneens als de RSS-mixer alle berichten van de websites over genetica binnen die de studenten in de webgebaseerde RSS-mixer als feed hebben ingevoerd, maar filtert deze op basis van de door de student ingevoerde criteria. Zo ontvangt de ene student bijvoorbeeld alleen maar berichten die voor zijn paper relevant zijn (bijvoorbeeld alleen berichten die betrekking hebben op genetica en ethiek of juist alleen berichten die betrekking hebben op genetisch onderzoek).

Het gebruik van een RSS-mixer, al dan niet in combinatie met een gepersonaliseerde RSS-lezer, stelt u als docent in staat voortdurend voort te bouwen op (door studenten) vergaarde bronnen.

Meer informatie over RSS en social software

D’Souza, Q. (2006). RSS Ideas for Educators. Version 1.1. [Online: http://eprints.rclis.org/archive/00005776/01/RSS%20Ideas%20for%20Educators111.pdf].

Gorissen, P. (2006). Social Software in het Onderwijs. Eindhoven: Stichting Kennisnet ICT op School & SURFnet BV. [Online: http://www.gorissen.info/Pierre/files/socialsoftwarev2p0.pdf].

Digitale Didactiek: E-Journal voor het onderwijs, nummer 20 september 2006
Geplaatst op 06-09-2006 door adminComments Off on Thema – Really Simple Syndication (RSS)