Auteur(s): Josef Sennekool, Annemiek Wieland Organisatie(s): Hanzehogeschool Groningen, Risbo

Dit IDEE (op opleidingsniveau) beschrijft hoe opleidingscoordinatoren een digitale cursusomgeving kunnen inrichten voor opleidingsbreed gebruik van gemeenschappelijke documenten (cursusmateriaal e.d.).

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de opleiding Verpleegkunde (Hanzehogeschool Groningen) is een Blackboardcursus ingericht als een opleidingsarchief voor gemeenschappelijke documenten (cursusmateriaal, e.d.). Deze documenten worden gebruikt door de verschillende opleidingsstromen die de opleiding kent (voltijd, deeltijd, duaal, versneld, etc.). Bij de ontwikkeling van het cursusmateriaal / bewerking van bestaand cursusmateriaal hebben docenten van de verschillende opleidingvarianten intensief samengewerkt en overlegd. Een redactie controleerde en redigeerde het cursusmateriaal.

In eerste instantie werd er vanuit de Blackboardcursussen van de verschillende opleidingsvarianten slechts gelinkt wordt naar de gemeenschappelijke documenten in de opleidingsbrede cursusomgeving (de documenten werden dus niet gekopieerd). In de praktijk bleek echter dat het materiaal teveel moest worden aangepast aan de diverse opleidingsdoelen. Daarom is uiteindelijk voor de ‘archief’- benadering gekozen: kopieën maken vanuit het opleidingsarchief naar de individuele cursussen.

Doel

Opleidingscoordinatoren kunnen een cursus in een digitale leeromgeving inrichten voor opleidingsbreed gebruik van gemeenschappelijke documenten.

Wanneer te gebruiken

  • Wanneer verschillende opleidingsvarianten van (min of meer) hetzelfde cursusmateriaal gebruik maken.
  • Wanneer cursusmateriaal snel en veelvuldig moeten kunnen worden aangepast.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Stel een redactie samen die de volgende taken heeft:
    • Opstellen van procedures voor de ontwikkeling van het cursusmateriaal en de eisen waaraan het materiaal moet voldoen (zie ook Tips);
    • Coordinatie van de ontwikkeling van het cursusmateriaal;
    • Redigeren en controleren van het ontwikkelde materiaal;
    • Het uitvoeren van de informatiestructuur volgens welke het cursusmateriaal in het opleidingsbrede archief wordt geplaatst (zie ook Tips).
    • Beheer van de (rechten in de) archiefomgeving (plaatsen en wijzigen van materiaal).
  • Stimuleer samenwerking tussen docenten bij het ontwikkelen van het cususmateriaal.
  • Zorg voor afstemming tussen vakken.
  • Plaats het materiaal volgens de informatiestructuur in het opleidingsarchief.

Tips
  • Zorg ervoor dat het cursusmateriaal opleidingsvariant-neutraal is. Dit houdt in dat niet verwezen moet worden naar bijvoorbeeld leerstof uit een vorig blok, omdat niet alle opleidingsvarianten dezelfde curriculumopbouw hebben.
  • Zorg voor een beheersbare en overzichtelijk archief door een goede informatiestructuur uit te werken. Op de Hanzehogeschool Groningen is bijvoorbeeld gekozen voor een vakinhoudelijke structuur.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Maak afspraken over het gebruik van de cursusmaterialen, zodat studenten niet in verschillende vakken dezelfde opdrachten krijgen. Dit kan bijvoorbeeld worden voorkomen door bij het document te vermelden in welke context het document wordt gebruikt.
  • Maak aan de docenten duidelijk wie welke rechten heeft in de archiefomgeving.
  • Kopieer vanuit het archief materiaal naar de specifieke cursussen. Door vanuit het archief te kopiëren, weet je dat je gebruik maakt van de nieuwste versie.

Tips
  • Er kan ook vanuit de specifieke cursussen gelinkt worden naar het materiaal in de archiefomgeving. Studenten moeten dan wel toeganghebben tot deze omgeving. Belangrijk punt voor Blackboardgebruikers is dat er wel gelinkt kan worden naar een document, maar deze link werkt niet meer wanneer het document is herzien en opnieuw in de Blackboardcursus wordt geplaatst!

Randvoorwaarden

Het ontwikkelen / bewerken van (bestaand) cursusmateriaal kan veel tijd kosten.

Geplaatst op 17-06-2004 door adminComments Off on Opleidingsbreed gebruik maken van gemeenschappelijke documenten

 
Auteur(s): Hans de Kruijk, Annemiek Wieland Organisatie(s): Faculteit der Economische Wetenschappen (EUR), Risbo

Dit IDEE beschrijft hoe je studenten bij het schrijven van een paper gebruik kunt laten maken van reacties binnen openbare internetdiscussies.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de Faculteit der Economische Wetenschappen (Erasmus Universiteit Rotterdam) worden verschillende vakken gegeven op het gebied van internationale economie en ontwikkeling. Onderwerpen die onder meer aan de orde komen zijn wereldwijde ongelijkheid en armoede, internationaal commercieel beleid en de regio, corruptie, milieu en klimaatveranderingen en economische en beleidsmatige verbonden. De onderwerpen worden geïllustreerd door empirische voorbeelden, case studies en de ervaringen van de docent(en) in Azië, Afrika en Centraal en Oost-Europa. De activiteiten in de vakken bestaan uit colleges, door groepen geschreven papers, groepspresentaties en gestructureerde elektronische discussies. Er wordt ook gebruik gemaakt van een virtuele reader. Deze reader met literatuur is gedurende het vak onder collectieve constructie: literatuur die de studenten voor het schrijven van hun paper hebben gebruikt, wordt in de reader opgenomen. Om studenten te laten komen tot een kwalitatief beter paper wordt gebruik gemaakt van (peer-)review. Dit gebeurt op twee manieren: (1) Groepen studenten plaatsen de kern van hun paper / hun standpunt ten aanzien van een bepaald onderwerp (ca. 500 woorden) op een relevante openbare discussielijst, bijvoorbeeld in een forum op de website van de WTO (zie bijvoorbeeld de discussie op http://forums.prospero.com/wtoforum/messages/?msg=1243.1); en (2) Groepen studenten reviewen elkaars paper. De ontvangen commentaren worden in het uiteindelijke paper verwerkt.
Het eindcijfer van de groepen studenten wordt als volgt samengesteld: definitieve paper (50%), conceptversie paper (20%), kwantiteit en kwaliteit van gegeven commentaar (20%), en aanwezigheid colleges (10%). Uit de praktijk blijkt dat het commentaar dat de studenten elkaar geven kwalitatief goed en professioneel is. De reacties die studenten op de openbare discussielijst op het door hen geschreven stuk ontvangen, leiden soms tot compleet andere meningen in het definitieve paper.

Doel

De docent weet hoe hij openbare internetdiscussies kan gebruiken bij het schrijven van een paper.

Wanneer te gebruiken

  • Wanneer je studenten ook in aanraking wilt laten komen met visies van buiten de eigen leerwereld (docenten, studenten, leerstof, e.d.).
  • Wanneer je studenten wilt leren kritiek van anderen op een constructieve wijze te gebruiken in de eigen meningsvorming.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Formuleer overkoepelende onderwerpen die studenten kunnen kiezen als onderwerp voor hun paper.
  • Stel de opdracht samen. Een voorbeeld hiervan vind je onder ‘Het gebruik’.
  • Koppel aan elke relevante stap concrete deadlines.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  1. Laat de studenten één van de overkoepelende onderwerpen kiezen.
  2. Laat de studenten binnen het overkoepelende onderwerp een goed afgeperkt subonderwerp formuleren waarover ze hun paper gaan schrijven.
  3. Laat de studenten zoeken naar een openbare discussielijst op internet die betrekking heeft over het subonderwerp waarover ze hun paper schrijven.
  4. Laat studenten hun standpunt met betrekking tot het subonderwerp uiteenzetten.
  5. Laat de studenten hun standpunt met betrekking tot het subonderwerp op de door hen gevonden discussielijst op internet plaatsen.
  6. Laat de studenten dagelijks checken of er reacties op hun discussiebijdrage zijn geplaatst en laat studenten, als dat zo is, daar weer op reageren.
  7. Laat de studenten de reacties die ze op de discussielijst op hun bijdrage hebben gekregen, verwerken in hun paper.
  8. Laat de studenten tijdens een college hun paper presenteren, waarbij ze de discussie op de discussielijst rapporteren en conclusies trekken.

Tips
  • Je kunt studenten ook vragen hun standpunt op meer dan één openbare discussielijst te plaatsen. Op deze manier zorg je ervoor dat de feedback betrouwbaarder wordt en dat de studenten hun standpunt nog eens kritisch vanuit verschillende perspectieven bekijken.
  • In bovenstaande werkwijze kun je op verschillende momenten ook een peer-review systeem inbouwen waardoor studenten ook elkaars werk kunnen becommentariëren. Dit kan bijvoorbeeld tussen stap 4 en 5, en tussen stap 7 en 8. Zie voor het organiseren van een peer-review systeem het IDEE: Hoe laat je studenten feedback aan elkaar geven via een discussieplatform?).
  • Studenten kunnen bovenstaande opdracht ook in groepen uitvoeren en een groepspaper schrijven.

Zie ook

Hoe laat je studenten feedback aan elkaar geven via een discussieplatform?

Geplaatst op 17-06-2004 door adminComments Off on Feedback op een paper via een openbare internetdiscussie

 
Auteur(s): Marie-José Verkroost Organisatie(s): TU-Delft

Aanwijzingen voor het opzetten en gebruiken van geautomatiseerde peer review in het onderwijs.

Voorbeeld uit de praktijk

Aan het eind van de Bachelorfase van de studie Technische Bestuurskunde aan de TU-Delft doen de studenten een zogenaamd ‘meesterstuk’ waarin ze een onderzoek doen. Dit project doen ze individueel. Het wordt echter ook belangrijk gevonden om kennis en ervaring tussen studenten uit te wisselen. Daarom is gekozen voor het toepassen van peer review. De vaardigheid in en de ervaring met peer review is ook van belang voor de latere beroepspraktijk van de student. Als toekomstig wetenschapper of manager is het van belang dat je werk van anderen kritisch kunt bekijken en van commentaar kunt voorzien. Daarnaast heeft ook een praktische overweging ten grondslag gelegen aan de keuze voor peer review. Het werkt tijdsbesparend voor de docent omdat deze niet alle tussenproducten van studenten hoeft na te kijken. Zeker met een grote groep studenten is dit een pure noodzaak.
Het vak wordt goed gewaardeerd. Studenten vinden het leuk om het werk van hun medestudenten te zien en halen hier ideeën uit voor hun eigen project. Naast de student review wordt er ook een docent review gegeven, omdat de kwaliteit van de feedback van studenten soms te wensen overlaat.

Doel

De docent kan geautomatiseerde peer review opzetten en gebruiken in zijn/ haar onderwijs.

Wanneer te gebruiken

In situaties waarin (grote groepen) studenten elkaar moeten beoordelen en de docent dit proces wil automatiseren.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Vragen vooraf
    Voordat over de automatisering van de peer review nagedacht kan worden, moet eerst worden nagedacht over de functie en bijbehorende procedure van de peer review. Hierbij kunnen de volgende vragen gesteld worden:

    • Waarom wilt u peer review gebruiken in uw onderwijs? Is het slechts een didactisch middel om een ander doel te bereiken of moeten studenten ook leren om een peer review te geven?
    • Wat is het niveau van de studenten met betrekking tot peer review? Hebben ze dit al eerder in de opleiding gehad?
    • Is er een rol voor de docent in de peer review en wat houdt deze in? Mogelijke rollen zijn bijvoorbeeld: moderator van de feedback of beoordelaar.
    • Hoe kan de kwaliteit van de peer review gegarandeerd worden: moeten ze bijvoorbeeld nog worden beoordeeld door de docent?
    • Aan welke criteria moet de peer review voldoen: moet ie bijvoorbeeld anoniem worden afgenomen of juist niet?
    • Hoe verhoudt de peer review zich tot de uiteindelijke beoordeling in het vak: tellen de resultaten van de peer review mee voor het eindcijfer?
  2. De specificatie van het peer review-systeem
    Op basis van de antwoorden op deze vragen kan een specificatie opgesteld worden van het geautomatiseerde peer review systeem en de leeromgeving. Dit bestaat uit:

    • Rolverdeling in de peer review: wie doet wat met welke verantwoordelijkheid?
    • Beschrijving van de peer review procedure in de vorm van een ‘workflow’. Dit is een schematische weergave van de stroom van documenten en de rol van de verschillende personen hierin. In figuur Voorbeeld workflow vindt u een voorbeeld:
      Voorbeeld workflow: Docent en student geven ieder een peer review.
    • Handleiding voor de peer review: hoe gaat de peer review in z’n werk?
    • Eventueel een training in het geven van een peer review voor studenten.
    • Eventueel een training van docenten of student-assistenten in het begeleiden van studenten bij peer review.
  3. Het ontwerp en de implementatie
    De peer review procedure wordt concreet uitgewerkt in een digitaal systeem, bijvoorbeeld een digitale leeromgeving of specifiek voor dit doeleind ontwikkelde software. Er zijn hiervoor drie opties: kopen, zelf bouwen of gebruik maken van op de instelling beschikbare software of freeware.

Tips
  • Maak gebruik van bestaande geautomatiseerde peer review-systemen.. Meestal zijn die ontwikkeld voor redacties van congressen of tijdschriften. Deze zijn met enige creativiteit ook toepasbaar in het onderwijs. Een overzicht wordt gegeven door Kam Shapiro op http://spo.umdl.umich.edu/monthly/peerreview.html.
  • Er is ook software op de markt specifiek voor het onderwijs. Een voorbeeld hiervan is Peer Review van Catalyst (http://catalyst.washington.edu/home.html kies web tools en daarna peer review). U kunt ook gebruik maken van de mogelijkheden van bestaande digitale leeromgevingen (met bijvoorbeeld discussion boards of group pages).

Aandachtspunten bij de uitvoering

  1. Ondersteun de peer review elektronisch door middel van een DLO. Maak bijvoorbeeld voor elke student een groepspagina aan waarop hij/zij zijn/haar producten kan plaatsen en waar hij/zij ook de reviews kan vinden. De groepspagina is alleen toegankelijk voor de student zelf en de student-assistent die de distributie van de documenten verzorgt.
  2. Maak een keuze voor anonieme of open peer review. Anonimiteit heeft als voordeel dat studenten meer vrijheid voelen om hun mening te geven over de producten van medestudenten. Het nadeel is dat persoonlijke terugkoppeling achteraf door de docent lastiger wordt.
  3. Kies een instrument voor het afnemen van de peer review. U kunt bijvoorbeeld kiezen voor een elektronisch formulier met beoordelingscriteria of voor het opnemen van commentaar in de tekst.
  4. Probeer de verwerking van de peer review-gegevens zoveel mogelijk te automatiseren. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van ‘workflow’ zoals mogelijk is binnen Learning Content Management Systemen, zoals bijvoorbeeld HIVE.

Tip

Het is belangrijk dat u het proces van de peer review en de rol van het systeem daarin goed evalueert, zodat u op basis daarvan het systeem kunt bijstellen. Zo is in het voorbeeld van Technische Bestuurskunde dat hiervoor is beschreven, na de eerste ronde gekozen voor een andere procedure (workflow) van peer review waardoor de student minder afhankelijk werd van de review van de docent en de docent betere producten onder ogen kreeg en daardoor minder tijd aan de review hoefde te besteden.

In sommige gevallen is het van belang dat de gegeven peer reviews op hun kwaliteit worden beoordeeld. Redenen hiervoor kunnen zijn:

  • Studenten moeten leren om een peer review te geven en dienen hiervoor feedback op hun review te ontvangen.
  • U wilt de kwaliteit van de peer reviews in de gaten kunnen houden en studenten hierop beoordelen.
  • U wilt studenten stimuleren om de peer review serieus aan te pakken.
Geplaatst op 08-06-2004 door adminComments Off on Procedure voor geautomatiseerde peer review

 
Auteur(s): Aletta Smits Organisatie(s): ICLON, Universiteit Leiden

Een chatdiscussie voeren en visualiseren via een whiteboard: door in een virtueel whiteboard blokjes verder weg of dichter bij een stelling te schuiven geven de deelnemers aan een discussie aan of ze overtuigd worden door de argumenten.

Voorbeeld uit de praktijk

Dit IDEE is bedacht tijdens een workshop door een groep mensen die zelf chatgroepen moesten leiden. De groep heeft het IDEE zelf uitgeprobeerd. Een praktijkvoorbeeld met studenten is welkom.

Doel

De docent kan een overzichtelijke discussie in een chatroom organiseren met actieve en passieve rollen voor de verschillende deelnemers.

Wanneer te gebruiken

  • Als er teveel deelnemers zijn om een overzichtelijke chatsessie te organiseren.
  • Als je groepsprocessen wilt doorbreken en wilt zorgen dat deelnemers die normaal het chat-gesprek domineren een andere taak vervullen zodat de andere deelnemers een kans krijgen hun ideeën te formuleren.
  • Als het wenselijk is om de discussie en het effect van de discussie op de deelnemers achteraf te analyseren.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Formuleer stellingen waarover gediscussieerd gaat worden. Plaats deze vooraf in de digitale leeromgeving.
  2. Kondig het tijdstip aan waarop gechat gaat worden.
  3. Zorg dat de chatroom op tijd ‘geopend’ is, d.w.z. ongeveer een kwartier voor de start van de discussie (sommige chatrooms kunnen namelijk alleen op vooraf vastgestelde tijdstippen actief zijn).
  4. Om de discussie overzichtelijk te houden kan niet iedereen tegelijkertijd meepraten via het chatvenster. In plaats daarvan chatten slechts steeds 2 of 3 deelnemers. Er zijn twee mogelijkheden:
    • Maak van te voren een sprekerslijst welke sprekers over welke stelling discussiëren en hoe lang
    • Bepaal ter plekke welke discussianten de stelling moeten of willen bediscussiëren. Dit vergt tijdens de discussie wel extra aandacht van de docent.
  5. Wijs zo nodig voor- en tegenstanders van de stelling aan om de discussie goed scherp te krijgen.
  6. Plaats de stelling die wordt besproken boven in het whiteboard (het whiteboard is een onderdeel van de dlo Blackboard). Zet links ‘Niet’ en rechts in het whiteboard ‘Wel’.
  7. Geef de deelnemers opdracht een blokje (of andere figuur) in een eigen kleur te tekenen in het whiteboard.
  8. Geef aan het begin van de discussie de deelnemers opdracht hun blokje op een bepaalde plaats tussen ‘niet’ en ‘wel’ te plaatsen, afhankelijk van de mate waarin ze het met de stelling eens zijn.
  9. De opdracht aan de discussianten is om de blokjes in beweging te krijgen.
  10. Gedurende de discussie schuiven de niet-sprekers hun blokje verder van de stelling weg als ze vinden dat iemand een goed tegenargument inbrengt en dichter naar de stelling toe als ze overtuigd worden door een argument.
  11. Neem regelmatig een ‘foto’ van het whiteboard om de huidige stand vast te leggen.
  12. Na afloop kunnen deelnemers gevraagd worden hun blok-bewegingen te motiveren. Dit kan nog in de chatsessie zelf, maar kan ook goed als verwerkingsopdracht in een discussieforum of als in te leveren opdracht. Als bron voor die tekst gebruiken ze de gearchiveerde chatsessie en eventueel de literatuur die bij die stelling hoorde.

Tip
  • Laat studenten een half uur voor de discussie even oefenen in de chatroom (dan moet de chatroom dus ook eerder ‘geopend’ worden).
  • Het is ook mogelijk om de stelling in het midden te plaatsen met daarom heen ovalen met een steeds grotere middenlijn. Studenten die het oneens zijn met de stelling plaatsen hun blokje op de omtrek van de buitenste ovaal, studenten die het eens zijn met de stelling op de binnenste. Zo kan worden gewerkt met een intervalschaal in plaats van de glijdende schaal uit de figuur. Afhankelijk van het aantal ovalen zijn er meer of minder keuzemogelijkheden.
  • Een mogelijkheid is ook om een lijn te tekenen met daarop bijvoorbeeld zeven posities, uiteenlopend van helemaal mee oneens naar helemaal mee eens. Studenten moeten direct boven zo’n positie hun blokje plaatsen. Ook op deze manier kan worden gewerkt met een intervalschaal in plaats van een glijdende schaal.

Randvoorwaarden

De dlo moet beschikken over een chatfunctionaliteit met een whiteboard.

Zie ook

Geplaatst op 02-06-2004 door adminComments Off on Meningen visualiseren in een chatroom

 
Auteur(s): Jan Folkert Deinum Organisatie(s): Rijksuniversiteit Groningen

Dankzij digitale video wordt het mogelijk om video als portfolio middel te gebruiken. Dat biedt studenten de gelegenheid om hun ervaringen veel beter zichtbaar te laten maken dan met schriftelijke verslaglegging mogelijk is.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij verschillende lerarenopleidingen wordt gewerkt met digitale video in een portfolio. Tot nu toe gaat dat veelal door de video van een lesopname met speciale software te monteren en op een cd-rom te plaatsen. De kijker moet dus altijd de cd-rom bij de hand hebben.
Enkele opleidingen experimenteren nu met streaming video. De lesopname wordt in zijn geheel op een streaming videoserver geplaatst. Studenten kunnen vervolgens met de virtuele snijmachine fragmenten selecteren en deze als hyperlink in een tekst- of webdocument plaatsen. Lezers van het document kunnen, wanneer zij over een internetverbinding beschikken, overal de video bekijken. Bovendien heeft de student geen montagekennis meer nodig voor het selecteren van fragmenten.

Doel

De docent kan studenten een online videoportfolio laten maken.

Wanneer te gebruiken

Wanneer het wenselijk is dat studenten een verslag of portfolio onderbouwen met videofragmenten.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. De studenten krijgen instructie om opnamen te maken van zichzelf. Bijvoorbeeld videoopnamen van een presentatie, van hun les of van andere handelingen die van belang zijn voor de beoordeling.
  2. Het videomateriaal moet op een streaming video server worden geplaatst. Informeer daarover het ICT ondersteuningscentrum van de instelling of het audiovisueel centrum.
  3. Studenten moeten de beschikking krijgen over het webadres van het videomateriaal dat op de streaming video server is geplaatst.
  4. Vraag studenten fragmenten te kiezen voor hun verslag/portfolio. Het kiezen gaat met behulp van de virtuele snijmachine. De links naar de fragmenten kunnen in het verslag/portfolio worden geplaatst.

Aandachtspunten bij de uitvoering

Geef tijdens een college een korte inleiding in het gebruik van de virtuele snijmachine. Studenten hebben over het algemeen binnen een kwartier wel door hoe het werk.

Randvoorwaarden

  • Het videomateriaal moet beschikbaar worden gesteld op een streaming video server. Het is wenselijk om assistentie te organiseren voor het plaatsten van het materiaal, bijvoorbeeld door een studentassistent.
  • De instelling moet kunnen beschikken over een streaming video server.
  • De gebruikers van het verslag/portfolio moeten beschikken over afspeelsoftware voor de videofragmenten en geluidsvoorzieningen.
Geplaatst op 02-06-2004 door adminComments Off on Eigen videofragmenten opnemen in een verslag