Auteur(s): Jan van Wieringen, Marie-Jose Verkroost Organisatie(s): Hogeschool voor Economische Studies, Amsterdam

Als je studenten de mogelijkheid wilt bieden om hun eigen leerroute te bepalen en flexibel met het leermateriaal om te laten gaan, dan moet je je materiaal daar op laten aansluiten. Een modulaire opbouw van de leerstof maakt het mogelijk dat studenten er in een voor hen zinvolle volgorde doorheen kunnen geen. Het digitaal aanbieden van deze modules vergroot de flexibiliteit voor zowel de student als de docent.

Voorbeeld uit de praktijk

Jan van Wieringen geeft het vak Informatica op de Hogeschool voor Economische Studies in Amsterdam. In dit vak worden studenten bekend gemaakt met enkele software pakketten, zoals Dreamweaver en SPSS. Deze moeten ze vervolgens toepassen in een opdracht die van belang is voor een economisch gerichte studie. Een onderdeel van het vak heet ‘E-commerce en internet’. Hierin moet de student veel begrippen en nieuwe ontwikkelingen op dit terrein leren. Om het mogelijk te maken dat studenten hier in hun eigen tempo en op hun eigen mannier doorheen gaan, heeft Jan van Wieringen het onderwijsmateriaal opgedeeld in modules. Elke module bestaat uit een aantal begrippen die moeten worden geleerd, opdrachten in een digitale syllabus en een online oefentoets. De student kan hier in willekeurige volgorde doorheen. De meerwaarde van het digitaal aanbieden van deze modules ligt in het gemak waarin de student snel kan zoeken en doorklikken in het materiaal. Leerstof, toetsing en bronnen zijn geïntegreerd in één omgeving. Daarnaast kan het materiaal ook snel worden aangepast indien zich nieuwe begrippen voordoen of er onduidelijkheid bestaat over bepaalde uitleg. In de bijlagen vindt u een afbeelding van de het deel van de website van Jan van Wieringen waarin het onderwijsmateriaal modulair wordt aangeboden. Voor meer informatie wordt u uitgenodigd om de website van Jan van Wieringen te bezoeken (zie Zie ook).

Doel

De docent kan het onderwijsmateriaal flexibel aanbieden waardoor studenten de vrijheid krijgen om een eigen leerroute te bepalen, en waardoor er beter aangesloten wordt bij de competenties en interesses van de student. Dit kan motiverend werken.

Wanneer te gebruiken

Als de doelgroep heterogeen is qua competenties en interesses en gewend is aan het zelfstandig bepalen en uitvoeren van een leerroute.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Deel de leerstof op in op zichzelf staande eenheden of modules
  2. Ontwerp een schema of ordeningsprincipe waarin deze modules met elkaar in verband worden gebracht. Een voorbeeld hiervan is het model van Jan van Wieringen (zie praktijkvoorbeeld) of bijvoorbeeld een mindmap, zoals beschreven in het IDEE Hoe gebruik je een mind-map tool in je vak om studenten te ondersteunen?
  3. Bedenk een vast format voor de opbouw van de modules en welke indicatoren (trefwoorden) noodzakelijk zijn om de modules te beschrijven. Een module kan een samenstelling zijn van leerstof, bronmateriaal, toetsing en/ of oefeningen. Een voorbeeld hiervan vindt u als bijlage 2
  4. Werk de modules volgens het format uit.
  5. Maak de modules digitaal. Ontwerp een interface waarmee toegang verkregen kan worden tot de modules, gebaseerd op het onder 2 geformuleerde ordeningsprincipe.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Instrueer studenten over datgene wat er van ze verwacht wordt.
  • Biedt ondersteuning voor studenten die problemen hebben met de vrijheid die ze wordt geboden. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van suggesties voor leerroutes.
Tip

Randvoorwaarden

  • De in het voorbeeld genoemde docent gebruikt een eigen ontworpen website omdat hij dit als IT-er gemakkelijk zelf kan maken en hij dat ook leuk vindt om te doen. Voor docenten die hier meer moeite mee hebben, is het gebruik van een digitale leeromgeving een beter idee.
  • Er zijn software pakketten op de markt om vrij eenvoudig digitaal onderwijsmateriaal te maken. Ga na of uw instelling hier een licentie voor heeft.
  • Om onderwijsmateriaal goed op te kunnen slaan en ook weer terug te kunnen vinden, is het gebruik van een content management systeem aan te raden. Dit is echter wel voor de geavanceerde ICT gebruiker.

Zie ook

Geplaatst op 24-06-2005 door adminComments Off on Flexibel leren m.b.v. modulair onderwijsmateriaal

 
Auteur: Marie-José Verkroost

Online onderwijs moet toegankelijk zijn voor alle studenten, ook studenten met een beperking. Dit themanummer gaat in op de maatregelen die je als docent kunt nemen om de toegankelijkheid van online onderwijs te vergroten. Dit komt uiteindelijk alle studenten ten goede.

Geluid

Het gebruik van geluid in online onderwijs in de vorm van videoclips of geluidsfragmenten is een probleem voor studenten met een gehoorbeperking. Om hieraan tegemoet te komen, moet er voor alle auditieve onderdelen een non-auditieve equivalent worden aangeboden. Deinum (2004a) geeft een overzicht van maatregelen die je kunt nemen hiervoor, zoals bijvoorbeeld het toevoegen van ondertiteling, oplichtende figuren en teksten en goede opnames van het gezicht van de spreker waardoor er kan worden lipgelezen.

Beeld

Toegankelijkheid van het beeld is van belang voor slechtziende en blinde studenten, maar ook voor studenten met dyslexie.

Hulpmiddelen

Slechtzienden en blinden kunnen gebruik maken van een zogenaamde Leesregel om middels braille van het beeldscherm af te kunnen lezen. Op deze leesregel, gekoppeld aan de computer, wordt de menustructuur van het beeldscherm weergegeven waardoor de blinde hier zijn weg in kan zoeken. Daarnaast kan er gebruik gemaakt worden van software die teksten van het beeldscherm opleest. Deinum (2004b) geeft een voorbeeld van en tips voor het gebruik hiervan in het onderwijs.

Standaarden

Op de website van Drempelsweg worden standaarden beschreven voor het ontwerpen van websites voor slechtzienden en blinden. Deze standaarden hebben betrekking op bijvoorbeeld kleurgebruik, opmaak, taal, tabellen en verversing van de website. Er zijn verschillende gereedschappen beschikbaar om bestaande websites te kunnen testen op de toepassing van deze standaarden.

Letters

Voor studenten met dyslexie is het belangrijk dat het lettertype en de lettergrootte aangepast kunnen worden naar eigen behoefte.
Deinum (2004c) gaat hier uitgebreider op in.

Menustructuur

Hoe complexer de menustructuur, hoe moeilijker toegankelijk de website is. Jeff Raskin heeft een alternatief concept voor de standaard menustructuur ontwikkeld, de Zoomable User Interface (ZUI). In een ZUI zijn alle objecten op een computer op het beeldscherm aanwezig. Door in te zoomen op onderdelen hiervan komen onderliggende objecten in beeld. Door de toepassing hiervan zijn geen aparte pop-up schermen noodzakelijk.

Bediening van de computer

Het bedienen van een muis of een toetsenbord kan een probleem zijn voor studenten met een motorische beperking, maar ook voor slechtziende en blinde studenten. Bij motorische beperkingen zullen bijna altijd maatoplossingen gezocht moeten worden omdat de variatie in beperkingen groot is. Deinum (2004d) geeft een voorbeeld van een studente waar een dergelijke oplossing voor gezocht is. Een veel gebruikt hulpmiddel is software die het mogelijk maakt om met behulp van spraakherkenning de computer te besturen. Daarnaast is sinds kort een braille computermuis op de markt.

Digitale Didactiek: E-Journal voor het onderwijs, nummer 8, juni 2005
Geplaatst op 24-06-2005 door adminComments Off on Thema – Toegankelijkheid van digitaal onderwijs