Auteur(s): Valère Awouters, Ivan D’haese Organisatie(s): Katholieke Hogeschool Limburg, Hogeschool Gent

Op basis van het aangereikte instrument met 11 soorten (categorieën) reacties van studenten op discussiefora, kan gesteld worden dat studenten heel verschillende bijdragen aanleveren.
Bij de evaluatie van die bijdragen wordt best ook rekening mee gehouden met de aard ervan.

Voorbeeld uit de praktijk

Het discussieforum werd in ons geval gebruikt door studenten met gelijkaardige ervaringen in verschillende contexten (scholen, mentoren, leerlingengroepen). Stage-ervaringen zijn bijzonder heterogene leeractiviteiten, die toch heel wat transferwaarde kunnen genereren, indien studenten hier voor gemotiveerd worden. Aan studenten lerarenopleiding (KHLim) werd gevraagd hun stage-ervaringen met nuttige adviezen voor hun medestudenten op een discussieforum te publiceren en op minstens twee publicaties van elk van hun medestudenten te reageren. Inclusief de reacties van begeleidende lectoren, leverde dit 623 publicaties met 2788 zinnen op.
Zonder gedegen evaluatie loopt men evenwel het risico dat de studentenbijdragen aan kwaliteit te wensen laten.
Om de studentenbijdragen te evalueren werd het hieronder besproken instrument ingezet.

Het instrument van Pena-Shaff & Nicholls, onderscheidt 11 soorten studentenreacties op discussiefora (vrij vertaald uit het Engels):

  1. Vragen
  2. Conflict
  3. Beantwoorden
  4. Bevestigen
  5. Verduidelijken
  6. Consensus opbouwen
  7. Interpreteren
  8. Beoordelen
  9. Reflectie
  10. Ondersteunen
  11. Andere

In bijlage is per categorie een voorbeeld van een studentenbijdrage opgenomen.

Om de kwalitatieve evaluatie van studentenbijdragen hanteerbaar te houden, lijkt het evenwel aangewezen om slechts een beperkt aantal categorieën te hanteren. Bijvoorbeeld: het stellen van vragen, het geven van antwoorden en het geven van verduidelijkingen. De weerhouden evaluatiecategorieën (vragen, antwoorden, verduidelijken) moeten door de studenten in een representatief aantal items gebruikt worden. Het blijft allicht wel interessant om daarnaast ook te bekijken welke soorten andere bijdragen door studenten geleverd worden. Daarbij denken we dan aan ondersteunende en consensusopbouwende tussenkomsten. Het spreekt voor zich dat studenten vooraf moeten weten dat dergelijke leeractiviteiten ook mee geëvalueerd worden en onderdeel zijn van de uiteindelijke totaalscore.

Doel

De docent kan studentenbijdragen aan een elektronisch discussieforum kwalitatief evalueren.

Wanneer te gebruiken

De ervaring leerde inmiddels dat de waarde van het gebruik van een discussieforum erg sterk beïnvloed wordt door de wijze waarop deze inspanningen van studenten al dan niet deel uitmaken van de evaluatie. Het is dan ook nodig om een instrument te zetten dat een genuanceerde evaluatie van de studentenbijdragen mogelijk maakt.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

Alhoewel praktisch alle elektronische leeromgevingen over een discussieforum beschikken, is de praktische organisatie toch erg belangrijk gebleken. Dit geldt ook voor het evalueren van de studentenbijdragen aan een discussieforum.
Het werken met een schaal, zoals vaak ook gehanteerd bij de evaluatie van attitudes is een bruikbare werkwijze gebleken.
De geselecteerde categorieën (niet noodzakelijk alle 11) worden in een tabel uitgezet tegenover de mate waarin een bepaald onderdeel al dan niet vaak in de bijdragen van de student worden teruggevonden.

Een voorbeeld:

Niet aanwezig Matig aanwezig Sterk aanwezig
Vragen
Beantwoorden
Verduidelijken
Interpreteren
Conflict

In deze tabel kan hetzij de datum, hetzij het onderwerp van het bericht waarin het ‘gedrag’ vastgesteld genoteerd worden. De ervaring heeft geleerd dat dit in het begin erg arbeidsintensief is. Naarmate dit soort inventaris regelmatig opgesteld wordt, wordt ook het uitvoeren ervan ‘routine’. Een alternatief is het tellen van het aantal keren dat een student een bijdrage in een bepaalde categorie heeft vertoond.

Het exact toekennen van een score in de vorm van een cijfer is evenwel niet echt gemakkelijk: het toekennen van een voldoende, respectievelijk onvoldoende is wel goed uitvoerbaar. Het komt er vooral op aan te valoriseren dat de soorten bijdragen die nagestreefd worden daadwerkelijk ook zijn aangeleverd.

Aandachtspunten bij de uitvoering

Aanbevolen bij de online verwerking van studentenactiviteiten , waarbij studenten gelijkaardige ervaringen in verschillende contexten hebben meegemaakt, zoals bv. stage- en of andere praktijkactiviteiten. Ook bruikbaar in meer vakgebonden discussiefora.

Ontleend aan

Praktijkuitwerking op basis van het artikel:

  • Pena-Shaff, J. & Nicholls, C. (2004) Analyzing student interactions and meaning construction in computer bulletin board discussions. Computers & Education, 42 (2), 243-265.

Zie ook

  • Dit IDEE is een uitwerking van een opdracht in de Module ‘Research Methodologies’ in de opleiding tot Master of Science in E-Learning, Multimedia & Consultancy aan de Sheffield Hallam University (UK) en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (NL).
  • Pena-Shaff, J. & Nicholls, C. (2004) Analyzing student interactions and meaning construction in computer bulletin board discussions. Computers & Education, 42 (2), 243-265.
  • Simons, http://www.uu.nl/content/INAUGURATIEROBERTJANDEF.pdf

Bijlage

Studentenbijdrage

Geplaatst op 26-09-2005 door adminComments Off on Evalueren van studentbijdragen aan een discussieforum

 
Auteur(s): Annemiek Wieland Organisatie(s): Risbo, Erasmus Universiteit Rotterdam

Dit IDEE beschrijft hoe de docent online filmpjes kan maken waarin hij extra uitleg geeft over de leerstof en door studenten veel gestelde vragen behandeld. Studenten kunnen deze filmpjes herhaaldelijk en in hun eigen tempo bekijken.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de Faculteit Bedrijfskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam, worden bij sommige vakken de responsiecolleges vervangen door filmpjes (zie http://webcast.rsm.nl/) waarin de docent extra uitleg geeft over leerstof waar studenten moeite mee hebben. Het voordeel voor studenten is dat zij deze filmpjes in hun eigen tijd, in hun eigen tempo en herhaaldelijk kunnen bekijken. Het voordeel voor de docent is dat hij niet elk jaar weer dezelfde vragen hoeft te beantwoorden en dat de face-to-face contacttijd die normaal aan het beantwoorden van vragen besteed zou worden nu ingevuld kunnen worden door andere onderwijsleeractiviteiten. De docenten gaven aan dat de filmpjes zeer eenvoudig en zonder al te veel technische kennis te maken zijn. Studenten geven aan erg tevreden te zijn met deze filmpjes. De filmpjes worden dan ook door de studenten zeer regelmatig bekeken (met name vlak voor een tentamen).

Doel

De docent kan online filmpjes maken waarin hij extra uitleg geeft over de leerstof en door studenten veel gestelde vragen behandeld.

Wanneer te gebruiken

Wanneer de inhoud van het vak niet veel verandert en studenten elk jaar weer dezelfde soort inhoudelijke vragen stellen of elk jaar weer moeite blijken te hebben met dezelfde onderdelen van de leerstof.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Inventariseer met welke onderdelen van de leerstof studenten moeite hebben.
  2. Deel deze onderdelen op in de kleinst mogelijke eenheden waar u nog iets zinnigs over kunt vertellen.
  3. Bereid de uitleg over elke eenheid inhoudelijk voor (wat gaat u precies vertellen? heeft u eventueel grafisch beeldmateriaal, zoals tabellen, figuren e.d. die u uitleg kan ondersteunen?).
  4. Maak voor elke eenheid een apart filmpje. Zorg er daarbij voor dat de filmpjes niet te lang zijn, maximaal 5 tot 10 minuten, omdat anders de aandacht van de studenten kan verslappen.U kunt de filmpjes op verschillende manieren realiseren, bijvoorbeeld met PowerPoint, met een Whiteboard of met een camera.

PowerPoint

Dit programma is zeer geschikt om bepaalde concepten of principes uit te leggen. Bovendien beschikt vrijwel iedere computer standaard over dit programma waardoor u uw filmpjes vanachter uw eigen bureau kunt maken. In de Bijlage wordt beschreven hoe u met behulp van PowerPoint een filmpje kunt maken.

Whiteboard

Een Whiteboard is een elektronisch schoolbord dat alles wat erop wordt gezet in de computer kan opslaan. Een Whiteboard is zeer geschikt voor situaties waarin u concepten of procedures wilt visualiseren, bijvoorbeeld wanneer u wiskundige berekeningen stap voor stap wilt uitleggen. Een Whiteboard is duur in de aanschaf, waardoor niet elke instelling over een Whiteboard beschikt. De filmpjes moeten bovendien worden opgenomen in de ruimte waarin het Whiteboard zich bevindt. In de Bijlage wordt beschreven hoe u met behulp van een Whiteboard een filmpje kunt maken.

Camera

Een camera is geschikt voor vrijwel elke situatie waarin u iets wilt uitleggen. Het voordeel van het gebruik van een camera is dat de cameraman in -en uit kan zoomen, waardoor het filmpje minder ?statisch? wordt. Daarnaast kunt u zelf ook in beeld gebracht worden, wat het filmpje persoonlijker maakt. Zorg er wel voor dat het filmpje niet alleen maar bestaat uit een ?pratend hoofd?. Houd filmpjes bij voorkeur kort, krachtig en gefocussed. Een nadeel van het gebruik van een camera is dat u over het algemeen iemand nodig heeft om te filmen. In de Bijlage wordt beschreven hoe u met behulp van een camera een filmpje kunt maken.

5. Maak de filmpjes beschikbaar via de digitale leeromgeving.

Tips
  • Voor het inventariseren van onderwerpen waarover u een filmpje kunt maken, kunt u inspiratie opdoen via een vraag en antwoordbank (Zie Hoe maak je een vraag/antwoord rubriek voor je vak?)
  • Probeer ervoor te zorgen dat studenten door het filmpje ‘heen kunnen springen’. Dit is bijvoorbeeld mogelijk wanneer u het filmpje maakt met Windows Movie Maker.
  • Integreer de filmpjes in een digitaal werkboek (zie Hoe maak je een digitaal werkboek?), zodat studenten nadat ze de uitleg bekeken hebben direct kunnen oefenen met de leerstof.
  • Om te voorkomen dat studenten lang bezig zijn downloaden voordat ze het filmpje kunnen bekijken, kunt u uw filmpjes op een streaming videoserver plaatsen (zie ook thema Streaming video).

Aandachtspunten bij de uitvoering

  1. Laat studenten weten waar ze de filmpjes kunnen vinden en wat het doel is van de filmpjes.
  2. Open op uw digitale leeromgeving een discussieforum waarin studenten aanvullende vragen kunnen stellen.

Tip
  • U kunt het ook omdraaien: Eerst opent u een forum waarop studenten vragen kunnen stellen, die u vervolgens aan de hand van een filmpje uitlegt.

Randvoorwaarden

De geluidskwaliteit van de filmpjes is essentieel.

Geplaatst op 16-09-2005 door adminComments Off on Responsiecolleges vervangen door filmpjes

 
Auteur: Jan Folkert Deinum

De afgelopen jaren heeft het portfolio zich een eigen plaats verworven in het Nederlandse (hoger) onderwijs. Veel studenten hebben inmiddels zelf een eigen portfolio ontwikkeld. De opkomst van het portfolio hangt sterk samen met onderwijsvernieuwingen, zoals de toegenomen aandacht voor competentiegericht leren, meer aandacht voor (academische) vaardigheden in het hoger onderwijs en het belang van reflectie voor het leerproces van studenten. Een portfolio sluit goed aan bij die onderwijsconcepten. Een portfolio kan echter ook voor andere groepen dan studenten worden gebruikt, bijvoorbeeld voor de eigen professionalisering van docenten (zie Meijerink, 2003a voor het maken van een portfolio door docenten).

Drie soorten portfolio’s:

  • Het ontwikkelportfolio. Dit is vooral bedoeld om de eigenaar van het portfolio (dat kan de student zijn, maar bijvoorbeeld ook een docent) een middel te geven om de eigen (professionele) ontwikkeling zichtbaar te maken. In een ontwikkelportfolio is het erg belangrijk dat de eigenaar reflecteert op de elementen die hij laat zien in dat portfolio. Het ontwikkelportfolio schrijf je dus vooral voor jezelf, waarbij een begeleider helpt bij het reflecteren op dat portfolio. Veelal bepaalt de eigenaar van het ontwikkelportfolio zelf wat hij in het portfolio opneemt.
  • Het assessment portfolio. Dit portfolio is bedoeld om de eigenaar (student, docent) te beoordelen op zijn/haar kunnen. Bij een assessmentportfolio ligt veelal van tevoren vast welke elementen in dat portfolio moeten worden opgenomen en aan welke eisen dat moet voldoen. Een assessmentportfolio staat los van een ontwikkelportfolio. Bij een assessmentportfolio geldt net als bij andere producten van studenten dat het van belang is rekening te houden met de mogelijkheden van plagiaat (zie Heij et al, 2003; Jacobs, 2002). Helaas wordt een ontwikkelportfolio vaak ook gebruikt voor een assessment, of beter gezegd misbruikt. In een ontwikkelportfolio moet de eigenaar zich vrij voelen om naast successen, ook falen en problemen weer te geven, om zich daarin te kunnen ontwikkelen. Door een ontwikkelportfolio ook voor assessment te gebruiken zal de eigenaar, terecht, niet meer het achterste van zijn tong laten zien in het ontwikkelportfolio.
  • Het demonstratie portfolio. Dit type gebruik van een portfolio komt het meest overeen met de oorspronkelijke idee van een portfolio: een “map” waarin kunstenaars hun beste werk opnemen om klanten te laten zien wat ze in hun mars hebben. Het demonstratie portfolio kan worden gebaseerd op bijvoorbeeld de interessante elementen uit het assessment of ontwikkelportfolio en kan gebruikt worden bij bijvoorbeeld een sollicitatie of om vrienden en familie te laten zien waar je mee bezig bent in je opleiding.

Gebruik van een digitaal portfolio

Het ligt voor de hand om bij de keuze voor een portfolio in het curriculum na te denken of een digitaal portfolio zinnig is. Hoe zo’n digitaal portfolio kan worden gemaakt wordt beschreven door Meijerink (2003b). Een digitaal portfolio heeft voordelen, maar ook enkele nadelen.

Een interessant voordeel is dat een digitaal portfolio het mogelijk maakt om gebruik te maken van audio en video in het portfolio zelf. Deinum (2004) laat zien hoe in een verslag video opnamen (en op dezelfde manier ook audio opnamen) kunnen worden opgenomen.

Een tweede voordeel is dat een portfolio erg eenvoudig is uit te wisselen bijvoorbeeld met andere studenten of beoordelaars. Zo kunnen studenten elkaar feedback geven op het portfolio (zie Verheij & Deinum, 2002 en Verkroost, 2005 voor mogelijkheden met peer review). Verder kunnen meerdere docenten met behulp van een Wiki een beoordelingsrapportage schrijven over het portfolio, gedurende het ontwikkelingsproces (zie Deinum, 2005). Een nadeel daarbij kan liggen in de privacy. Met name een ontwikkelportfolio kan erg persoonlijke informatie bevatten die niet door iedereen gelezen mag worden. Dat kan gaan om informatie over de eigenaar zelf, maar ook over andere personen die een student in zijn studie tegenkomt, bijvoorbeeld patiënten in een portfolio van een geneeskundestudent of leerlingen bij een student van een lerarenopleiding. Het is erg belangrijk er voor te zorgen dat een digitaal portfolio of delen daarvan goed kan worden afgesloten voor derden en ontsloten voor slechts hen die direct te maken hebben met het portfolio. Handig is verder dat een digitaal portfolio gelijktijdig door verschillende personen kan worden bekeken. Bij een papieren versie is dat vaak niet mogelijk omdat veelal slechts één exemplaar wordt gemaakt (om de kosten te drukken).

Een nadeel van een digitaal portfolio is dat er geen voorwerpen in kunnen worden opgenomen (kunstwerken, modellen, zelf ontworpen leermiddelen enz.). Als dergelijke voorwerpen gewenst worden in een portfolio moet alsnog gesleept worden met spullen, wat de voordelen al snel teniet doet. Dit kan wellicht worden opgelost door foto’s of een video te maken van het product, waarbij de foto’s en/of video worden opgenomen in het digitaal portfolio.

Zie ook

Tartwijk, J. van et al. (2003). Werken met een elektronisch portfolio. Hoger Onderwijs Praktijkreeks. Groningen: Wolters Noordhoff (zie ook Portfolio Themasite)

Digitale Didactiek: E-Journal voor het onderwijs, nummer 9, september 2005
Geplaatst op 16-09-2005 door adminComments Off on Thema – Digitaal portfolio

 
Auteur(s): Cindy De Smet, Ivan D’haese  Organisatie(s): Hogeschool Gent

Met een wiki kunnen verschillende (generaties) studenten verder bouwen aan een bestaand kennisgeheel of kunnen kleinere opdrachten in een later stadium samengevoegd worden tot een grotere eenheid. De studenten leren verder bouwen op bestaande kennis, samenwerken binnen een gestructureerd geheel en er is interactie mogelijk buiten de eigen schoolgemeenschap.

Voorbeeld uit de praktijk

De docent aardrijkskunde laat elk jaar de studenten in de lerarenopleiding van de Hogeschool Gent een bepaalde regio of streek bestuderen. De studenten maken hierover een werkstuk waarop zij een beoordeling krijgen, maar dat verder niet meer gebruikt wordt. Hierdoor gaat elk jaar informatie verloren. Door het gebruik van een wiki kunnen studenten gebruik maken van de reeds opgebouwde kennis (door studenten van een vorige generatie, medestudenten of buitenstaanders). Zij kunnen samenwerken aan de reeds aanwezige informatie door deze aan te vullen of te wijzigen. Het open karakter van een wiki maakt het mogelijk om de kennis openbaar te maken, zodat ook buitenstaanders (niet behorend tot de eigen schoolgemeenschap of ex-studenten) een bijdrage kunnen leveren aan de opgebouwde kennis.

Doel

De docent kan de door de studenten opgebouwde kennis beschikbaar stellen over verschillende studentengeneraties heen, of grote aantallen studenten samen laten werken aan één werkstuk, en dit via het internet ook delen met de gemeenschap buiten de school. Dit laatste kan extra motiverend zijn voor de studenten.

Wanneer te gebruiken

  • Indien bv. in het kader van de eindwerken, een onderwerp aan de orde is waar meerdere generaties studenten en/of een groot aantal studenten en/of buitenstaanders samen kunnen bijdragen aan een groter geheel.
  • Indien het noodzakelijk en wenselijk is dat meerdere personen een bijdrage leveren aan de inhoud van een website.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Als docent zal je moeten nadenken over een basisstructuur, een framework op basis waarvan de gebruikers verder kunnen gaan werken. Hij zal het onderwerp moeten afbakenen, onderverdelen en die subdelen ook toewijzen aan de studenten. Er moet ook rekeningen gehouden worden met overlappingen tussen de onderwerpen. De docent speelt een belangrijke rol bij het sturen van de structuur van de wiki.
  • Een belangrijk onderdeel van het opzetten is de evaluatie en de mate van begeleiding bij de studentenparticipatie. Volgende vragen zijn aan de orde:
    1. mogen de studenten zelf informatie toevoegen aan de wiki zonder voorafgaande controle? De docent kan ervoor kiezen om inhoudelijk alles te controleren voor publicatie en dit eventueel afdwingen door het gebruik van een technische middelen zoals een login, paswoord en/of gebruikersrechten.
    2. gebeurt de evaluatie van de student voor het toevoegen van de informatie of is het belangrijk te wachten op het eindresultaat van het geheel?
    3. Nota: als docent moet je je er ook van vergewissen of de gehanteerde software een historiek van de achtereenvolgende tekstversies beschikbaar houdt. Een historiek kan noodzakelijk zijn om de bijdragen van de studenten afzonderlijk te bepalen.

Aandachtspunten bij de uitvoering

Het gebruik van een wiki is in wezen vergelijkbaar met projectwerking. Er moet vooraf goed nagedacht worden over alle aspecten: onderwerp, het opzetten van de wiki, de inhoudelijke en de vormvereisten waaraan de studenten moeten voldoen, de begeleiding, de evaluatie.

Let goed op met de integriteit en correctheid van de gegevens. Hoe opener het systeem, hoe meer kans dat er incorrecte data zullen toegevoegd worden.

Randvoorwaarden

Er moet binnen uw instelling wiki software beschikbaar zijn. Contoleer of er binnen jouw instelling al gebruik gemaakt wordt van wiki-software. Indien dat het geval is, valt het aan te raden met dezelfde software verder te werken.

Achtergrondinformatie

Kenmerken van een wiki:

  • Open: in principe kan iedereen meedoen, maar het is mogelijk hier beperkingen in aan te brengen.
  • Dynamisch groeimodel: pagina’s kunnen naar elkaar verwijzen, ook als de pagina waar naar verwezen wordt nog niet bestaat.
  • Eenvoudige opmaak: een beperkte set van opmaaktekens zorgt er voor dat de belangrijkste, noodzakelijke opmaak beschikbaar is.
  • Unieke namen: een wiki werkt niet met mappenstructuren maar met unieke namen voor pagina’s.
  • Traceerbaar: ondanks het open karakter biedt een wiki voldoende mogelijkheden om de zaak in de gaten te houden

De bekendste wiki: Wikipedia

Zie ook

Startplaats met uitleg over wikis op de edublog.nl wiki

De wiki-pagina op Wikipedia

Hoe begin ik aan het opzetten van een wiki. Bedenkingen, links en tips

Een technische vergelijking tussen de verschillende wiki engines

Een verzameling links naar wiki-sites

Geplaatst op 15-09-2005 door adminComments Off on Een wiki gebruiken voor gezamenlijke kennisopbouw

 
Auteur(s): Louwarnoud van der Duim, Jan Folkert Deinum Organisatie(s): Rijksuniversiteit Groningen, Universitair Onderwijscentrum (UOCG)

Steeds vaker worden opdrachten van (groepen) studenten door meerdere docenten beoordeeld. Een wiki kan daarbij een handig hulpmiddel zijn om tot een gezamenlijk beoordelingsrapport te komen.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de studie informatica van de Rijksuniversiteit Groningen werden studenten ingedeeld in groepen. Elke groep moest een opdracht uitvoeren voor een bedrijf en daarmee ook een contract afsluiten. De opdracht werd beoordeeld door verschillende mensen uit verschillende landen. Het is vaak lastig om met al die verschillende docenten tot één samenhangend eindoordeel te kunnen komen.
Om zicht te kunnen houden op het beoordelingsproces en om een gezamenlijk beoordelingsrapport op te kunnen stellen werd gebruik gemaakt van een wiki. Elke beoordelaar kon gedurende de periode dat de opdracht werd uitgevoerd het proces volgen en daarbij een oordeel geven en commentaar geven op andere beoordelaars. De beoordelaars hebben op deze wijze goed zicht op elkaars beoordelingen en bovendien worden de verschillende opvattingen tussen docenten goed zichtbaar, waarna een gerichte discussie tussen docenten kan volgen. Bovendien is het een voordeel dat de beoordeling al gedurende de looptijd van het proces wordt opgebouwd, wat studenten erg kan helpen. Aan het eind van het proces ligt er daarna een uitgebreide rapportage met gerichte feedback.

Doel

De docent kan, met behulp van een wiki, meerdere docenten (een groep) studenten laten beoordelen.

Wanneer te gebruiken

  • Als er sprake is van beoordelingsrapport geschreven door meerdere docenten.
  • Als docenten op afstand moeten beoordelen (bijvoorbeeld experts uit andere landen).
  • Als er niet alleen sprake is van een eindbeoordeling, maar ook van tussentijdse beoordelingen.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Formuleer samen met de andere docenten de opdracht voor de student of groep studenten.
  2. Maak afspraken met de andere docenten over wie welk aspect beoordeelt.
  3. Maak afspraken met de andere docenten op welke momenten er beoordeeld wordt.
  4. Instrueer de docenten over het gebruik van de wiki.
  5. Bepaal of studenten gedurende het beoordelingsproces dat beoordelingsproces mogen volgen of dat zij slechts het eindoordeel te zien krijgen. In het voorbeeld konden studenten het beoordelingsproces volgen en ernaar handelen, zodat het tegelijkertijd een soort begeleidingsinstrument is.
  6. Bepaal of studenten zelf mogen reageren op het beoordelingsproces, bijvoorbeeld doordat zij mee mogen doen met een discussie over een bepaalde beoordeling.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Geef, indien de studenten zelf toegang hebben tot het beoordelingsproces, studenten tijdens een inleidend college instructie in het gebruik van de Wiki (voor ICT-vaardige studenten ongeveer 20 minuten).
  • Maak studenten van te voren duidelijk dat de tussentijdse beoordeling niet doorslaggevend is als eindbeoordeling. Als er bijvoorbeeld in de tussentijdse beoordeling wordt aangegeven dat er nog iets ontbreekt, betekent dat nog niet dat het simpelweg aanvullen van het ontbrekende deel automatisch leidt tot een voldoende.

Randvoorwaarden

De studenten en docenten moeten beschikking hebben over een wiki-site (zie ook http://wiki.pagina.nl).

Zie ook

Geplaatst op 15-09-2005 door adminComments Off on Samen een beoordelingsrapport opstellen