Auteur(s): Rob Boutmy, Leonie Meijerink, Arjan Toet Organisatie(s): TU Delft, Sectie EduTec

Het gebruik van mind-mappen voor en door studenten in een online vak kan studenten mogelijk helpen bij het genereren van ideeƫn over het vak en het bieden van een overzicht van de (complexe) inhoud van een vak.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de Sectie Educatie en Technologie van de TU Delft is een interfacultair vak, ‘E-learning minds’, ontwikkeld. De docenten die hierbij betrokken zijn hebben mind maps gemaakt om de te behandelen leerstof goed in kaart te kunnen brengen. Die mindmaps worden gepresenteerd aan studenten. Verwacht wordt dat met zo’n mind-map voor studenten de belangrijkste thema’s van een complex vak en de relaties hiertussen in Ć©Ć©n oogopslag duidelijk zijn. Studenten kunnen op het moment dat het hen uitkomt kiezen wanneer zij zich in welk thema verder willen verdiepen. Achter de verschillende onderdelen zijn links naar additionele informatie worden toegevoegd, bijvoorbeeld websites, rapporten of audio-visuele elementen, waaruit de studenten kunnen kiezen. Tevens kunnen subcategorieĆ«n worden ondersteund door afbeeldingen, om ervoor te zorgen dat het makkelijker in het geheugen van studenten blijft hangen. Het is de bedoeling dat als studenten zelf met extra informatie komen zij ook in staat zijn om de mind-map van het vak uit te breiden.Dit wordt aangeboden in Blackboard aan studenten van het vak ‘E-learning minds’. De links zijn aanklikbaar en er zijn resources achter gehangen. Het is van belang om de verbanden tussen de onderdelen in het product dat aan de student wordt aangeboden weg te laten. Hierover zijn namelijk verschillende interpretaties mogelijk en het niet de bedoeling dat studenten de interpretatie van de docent als ‘de waarheid’ gaan aannemen.

Doel

De docent kan gebruik maken van een mind-map tool om leerinhouden overzichtelijk aan te bieden aan studenten.

Wanneer te gebruiken

  • Als je het voor studenten inzichtelijk wilt maken hoe een vak in elkaar zit.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Ontwikkel een mind-map voor het vak, zoals dat beschreven is in het IDEE ‘Hoe gebruik je (in een docententeam) een mind-map tool bij de inhoudelijke ontwikkeling van een vak?’
  2. Laat verbanden tussen de onderwerpen van een mind-map weg. Over waar je verbanden legt zijn verschillende interpretaties mogelijk en het is niet de bedoeling dat studenten de interpretatie van de docent als ‘de waarheid’ gaan aannemen.
  3. Selecteer in de mind-map welke links aan naar literatuur, rapporten, clips e.d. voor studenten relevant zijn en welke aansluiten bij het niveau van de studenten.
Tips

  • Geef met verschillende kleuren aan welke resources minimaal vereist zijn om te hebben gebruikt/gelezen en welke optioneel zijn.
  • Maak waar mogelijk gebruik van afbeeldingen om het geheugen van de student te stimuleren.
  • Bedenk een opdracht voor studenten (gerelateerd aan de doelstellingen van het vak) die zij alleen kunnen uitvoeren door informatie uit de achterliggende links en resources van de mind-map te halen. Denk bijvoorbeeld aan een groepsopdracht waarin zij de mind-map gebruiken om een onderwerp te kiezen.
  • Bij groepsopdrachten kunnen de groepen ook de opdracht krijgen om een eigen mind-map te maken over het onderwerp dat zij gekozen hebben.
  • Plaats de mind-map in de Digitale Leeromgeving. Studenten gebruiken deze mind-map als een soort inhoudsopgave voor de achterliggende informatie. Bij Blackboard kan de mind-map bijvoorbeeld onder de course documents geplaatst worden Door de mind-map in html-formaat te plaatsen, wordt de drempel verlaagd voor studenten om toegang tot de (informatie in de) mind-map te krijgen.
  • Maak een discussieforum aan waarin studenten vragen kunnen stellen over de mindmap van de docent en eventueel suggesties doen voor het aanvullen en/of veranderen van die mind-map. Over deze aanvullingen kunnen studenten discussieren, waarbij ook de docent een rol kan spelen.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  1. Geef studenten de opdracht om informatie te zoeken en gebruiken die zij uit de mind-map kunnen halen. Studenten kunnen bijvoorbeeld op zoek gaan naar informatie over een project. Geef duidelijk aan dat de mind-map bedoeld is om studenten een goed overzicht te geven, maar dat het niet suggereert dat het model een exacte weergave van de werkelijkheid is. Studenten hoeven niet altijd alle informatie te doorlopen. Wel moet van hen worden verwacht dat zij de informatie vinden die hoort bij het onderwerp/ het project waaraan zij werken.
  2. Bouw gedurende het vak momenten in waarop studenten kunnen reflecteren op de nieuwe informatie die zij zijn tegengekomen. Zij kunnen dit in het discussieforum doen. Als de groep groot is wordt aanbevolen om gebruik te maken van groepsdiscussies.
  3. Bied studenten de mogelijkheid om extra informatie of suggesties die zij gedurende het vak tegenkomen toe te voegen aan de mind-map (gebruik de organisatorische structuur die je daarvoor bedacht hebt).
Tips
  • Om studenten te stimuleren tot het leveren van bijdragen aan de mind-map kan je ervoor kiezen om de bijdragen mee te nemen in de beoordeling van de studenten.
  • Het is mogelijk om studenten eerst zelf een mind-map te laten maken. Gevaar is dan alleen dat er wel heel veel verschillende invalshoeken/perspectieven bij elkaar gebracht moeten worden. In de praktijk blijkt dat veelal onwerkbaar.

Achtergrondinformatie

Tergan, S.-O. (2003). Managing knowledge with computer-based mapping tools. In D. Lassner & C. Mc Naught (Eds.), Proceedings of the ED-Media 2003 World Conference on Educational Multimedia, Hypermedia & Telecommunication (pp. 2514-2517). Honolulu, HI: University of Honolulu.

De laatste jaren is er veel aandacht voor concepten als brainmap, conceptmap of mindmap. Er zijn allerlei handige tools verschenen om online dergelijke maps te genereren (zie bijvoorbeeld http://www.mind-map.com/). Het gebruik van mind-maps (of concept maps, brainmaps of andersoortige vormen) lijktin een aantal gevallen studenten te kunnen helpen bij het krijgen van overzicht over complexe onderwerpen.

Online mind-mappen (zoals in de afbeelding uit het praktijkvoorbeeld) is bijvoorbeeld mogelijk met behulp van de tool ‘mind manager’. Deze is te vinden onder de volgende link: www.mindmanuals.com (21 dagen om uit te proberen). Over de strategie van Brain Blooming, mind mappen met een groep, kan meer gelezen worden op: http://www.mind-mapping.co.uk/group-mind-mapping.htm.

Zie ook

Hoe gebruik je (in een docententeam) een mind-map tool bij de inhoudelijke ontwikkeling van een vak?

Geplaatst op 10-03-2004 door adminComments Off on Een mind-map tool gebruiken om studenten te ondersteunen

 
Auteur(s): Rob Boutmy, Arjan Toet, Leonie Meijerink Organisatie(s): TU Delft, Sectie EduTec

De techniek van mind-mappen kan docenten ondersteunen bij het opdoen van ideeƫn, dient als registratietool van een discussie, legt relaties vast en vergemakkelijkt het structureren van informatie bij het ontwikkelen van een nieuw vak.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de Sectie Educatie en Technologie van de TU Delft is een interfacultair vak, ‘E-learning minds’, ontwikkeld. De docenten die hierbij betrokken waren hebben gebruik gemaakt van mind-mappen om een goed en volledig overzicht te krijgen over wat er allemaal in het vak behandeld zou moeten worden en over hoe het vak in elkaar zou moeten zitten. Achter de verschillende onderdelen zijn links naar additionele informatie toegevoegd om gelijk alle resources die verzameld worden onder te brengen, bijvoorbeeld websites, rapporten of audio-visuele elementen. Tevens kunnen subcategorieĆ«n worden ondersteund door afbeeldingen, om ervoor te zorgen dat het makkelijker in het geheugen van het docententeam blijft hangen. Rechts een voorbeeld van de mind-map die door een team docenten is samengesteld bij het ontwikkelen van het vak ‘E-learning minds’ door de sectie Edutec van de TU Delft.

Doel

Docenten suggesties geven voor het gebruik van een mind-map tool bij opdoen van ideeƫn ten aanzien van de inhoud en structuur van een nieuw vak of bij het verbeteren van een bestaand vak, waardoor een vak overzichtelijk en gedetailleerd kan worden beschreven.

Wanneer te gebruiken

  • Als je een vak wilt ontwikkelen of verbeteren, en je gestimuleerd wilt worden in het gnereren van nieuwe ideeĆ«n over de inhoud die je in het vak zou willen behandelen.
  • Als je een vak wilt ontwikkelen of verbeteren en probeert om inzicht te krijgen in de complexe structuur en verbanden in het vak.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

In dit IDEE wordt beschreven hoe je als docent de inhoud van je vak ontwikkelt.

  1. Nodig een aantal collega’s uit voor een ‘brainstorm’ sessie, waarin een eerste opzet van de mind-map ontwikkeld wordt. Brainstorm samen met collega’s, hierdoor kom je op veel meer ideeĆ«n.
  2. Bepaal welke strategie de voorkeur heeft: eerst brainstormen op een flip-over, m.b.v. memootjes e.d. en pas daarna het gebruik van een mindmap tool of gelijk de tool gebruiken. Dat is afhankelijk van wat je zelf het prettigst werken vindt.
  3. Maak gebruik van een tool waarmee je kunt mind-mappen. Een voorbeeld hiervan is: www.mindmanuals.com (de mind manager kan 21 dagen op proef worden gebruikt).
  4. Als je met meerdere mensen gaat mind-mappen kunnen verschillende strategieƫn worden gebruikt. Overigens is het mogelijk om deze sessie volledig online op afstand te houden. (de mind-map uit het voorbeeld heeft hiervoor een conferencing functionaliteit). Over het gezamelijk mind-mappen zijn verschillende visies.
    • Ontwikkel met een groep docenten de mind-map. Maak een docent de facilitator. Er kan eerst een (brainstorm)-sessie gehouden worden waarin iedereen zijn ideeĆ«n kan spuien, waarna docenten een gezamelijke mind-map maken door met elkaar in discussie te gaan over wat er wel en niet in zou moeten komen. (zie vanaf punt 5). Deze strategie werd gehanteerd in het uit de praktijk voorbeeld. Mogelijk gevaar is dat de gezamelijke mind-map de ideeĆ«n van de individuele docent niet voldoende weergeeft.
    • Een andere strategie die gebruikt kan worden is de strategie van Brain Blooming (zie: http://www.mind-mapping.co.uk/group-mind-mapping.htm) Deze strategie kost meer tijd, maar biedt iets meer ruimte voor individuele inbreng. Het gevaar kan zijn dat het moeilijker wordt voor de individu om af te wijken van zijn/haar eigen initiĆ«le ideeĆ«n.
      • Maak per persoon eerst Ć©Ć©n mind map om individuele ideeĆ«n aan te dragen (zie vanaf punt 5)
      • Bespreek de ideeĆ«n die iedereen heeft aangedragen onder leiding van een facilitator. Daarbij geldt dat alle ideeĆ«n samengevoegd worden en even belangrijk gevonden worden. Stel een structuur samen, de zogenaamde ‘Basis Orde van IdeeĆ«n’ (BOI).
      • Soms is het makkelijker om het eens te worden als voorafgaand aan de individuele mind maps al een BOI is opgesteld. Nadeel is dat het de creativiteit kan beperken.
      • Stel Ć©Ć©n grote Mind Map samen. Neem voldoende tijd om het eens te worden.
      • Maak een vertakking waarin het mogelijk is om alle ideeĆ«n te plaatsen die niet onder een categorie vallen.

    Neem ten aanzien van het proces van het maken van de mind map de volgende stappen:

  5. Begin in het centrum van het beeldscherm met het centrale idee, bijvoorbeeld de naam van het vak of het onderwerp (als je begint met schrijven in de mindmap).
  6. Bedenk vanuit de eindtermen/-competenties wat de belangrijkste categorieƫn zijn. Geef deze in trefwoorden in verschillende richtingen ten opzichte van het centrale idee weer.
  7. Ga nu verder brainstormen over welke informatie je belangrijk vindt om aan te bieden aan studenten in het vak onder de verschillende categorieƫn. Zo ontwikkel je gaandeweg na veel doorassocieren een groeiende en georganiseerde structuur. (zie Buzan, http://www.mind-map.com/).
    Maak
    gebruik van zo kort mogelijke termen om het geheel overzichtelijk te houden.
  8. Maak (eenduidig) gebruik van verschillende manieren van visuele weergave om de onderdelen en relaties tussen onderdelen weer te geven: lijnen, vormen, kleuren, etc. Door onderwerpen die aan elkaar gerelateerd zijn aan een kleur te koppelen wordt het geheel overzichtelijker en bovendien makkelijker te onthouden.
  9. Ondersteun verschillende onderdelen bij voorkeur met een afbeelding. Afbeeldingen stimuleren het geheugen.
  10. Maak verbindingen tussen punten die met elkaar te maken hebben.
  11. Verzamel zoveel mogelijk informatie bij de verschillende onderdelen: literatuurverwijzingen, links naar relevante internetsites, videoclips, audio-fragmenten. De online mind-map tool biedt de mogelijkheid om links aan te maken.
  12. Sla de mind-map op.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • De gebruiksfunctie van de mind-map is (tot dusverre) met name dat het dient als registratietool om discussies vast te leggen. Het legt een gezamelijk proces vast. In het IDEE: Hoe gebruik je een mind-map tool in je vak om studenten te ondersteunen?, wordt geadviseerd hoe de mind-map als product gebruikt kan worden. Je kunt het eindproduct van de mind-map (online) aan de studenten aanbieden, zodat zij ook een goed overzicht krijgen van het vak. Over deze manier van gebruik van de techniek van mind-mappen kan gediscussieerd worden. Gevaar is dat studenten teveel een overzicht voorgekauwd wordt, in plaats van dat zij zelf structuur ontdekken. In het genoemde IDEE wordt voorgesteld hoe de mind-map kan worden aangepast, zodat het op een nuttige manier voor en door studenten te gebruiken is. Het is bijvoorbeeld belangrijk om ervoor te zorgen dat studenten niet overdonderd worden door complexe informatie: versimpel het model voor studenten.
  • Verder wordt de mindmap met name gebruikt om een volledig overzicht te geven van relaties. Over het belang van deze relaties zegt het minder. Daarvoor kan de techniek van conceptmapping gebruikt worden.

Tip

Voor het doelmatig toepassen van mind-maps is het raadzaam dat u eerst meer leest over de beginselen van mind-mapping, bijv. door het boek ‘Gebruik je verstand’, van Tony Buzan door te nemen of door de achtergrondinformatie van dit IDEE te bestuderen.

Achtergrondinformatie

Het idee van ‘Mind maps’ wordt onder andere gebruikt door Tony Buzan (http://www.mind-map.com/). Hij veronderstelt dat door gedachten en percepties ruimtelijk weer te geven en door het gebruik van kleuren en afbeeldingen een volledig overzicht ontstaat en nieuwe verbindingen zichtbaar worden gemaakt.

Door het gebruik van mind-maps worden zowel docenten als studenten tot creativiteit en concentratie gestimuleerd. Wanneer iemand lineair leert wordt men vaak beperkt als er nieuwe informatie wordt toegevoegd, terwijl mind mapping het mogelijk maakt om snel ideeƫn uit te breiden, wat uiteindelijk leidt tot een helder en gedetailleerd overzicht van alle relevante aan elkaar gelieerde punten. Door daaraan kleuren, vormen, plaatjes en dimensies toe te voegen worden de hersenen gestimuleerd. Uit: http://www.mind-mapping.co.uk/mind-mapping-training-courses.htm

Online mind-mappen (zoals in de afbeelding uit het praktijkvoorbeeld) is bijvoorbeeld mogelijk met behulp van de tool ‘mind manager’. Deze is te vinden onder de volgende link: www.mindmanuals.com (21 dagen om uit te proberen)
Over de strategie van Brain Blooming, mind mappen met een groep, kan meer gelezen worden op: http://www.mind-mapping.co.uk/group-mind-mapping.htm.

Zie ook

Hoe gebruik ik online mind-mapping in een online vak?

Geplaatst op 10-03-2004 door adminComments Off on Een mind-map tool inzetten bij ontwikkeling van een vak

 
Auteur(s): Sylvia Walsarie Wolff, Arjan Toet, Leonie Meijerink Organisatie(s): TU Delft, Sectie EduTec

Studenten kunnen door het gebruik van een mind-map tool worden gefaciliteerd in het verkrijgen van een helder overzicht van het kennisdomein van een vak of bij het bepalen van hun leerbehoeften.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de Sectie Educatie en Technologie van de TU Delft is een nieuw interfacultair vak, ‘E-learning minds’ ontwikkeld (juni 2003). De deelnemende studenten zullen voordat ze deelnemen aan het vak een eigen mind-map opstellen. Deze eerste mind-map zorgt ervoor dat een student een helder overzicht krijgt van reeds aanwezige kennis ten aanzien van de totale leerinhoud van het vak. De student ziet ook de hiaten in zijn kennis. Deze eerste mind-map toont dus eigenlijk ook de leerbehoefte van de individuele student. Deze mind-map kan in html vorm worden ingeleverd in Blackboard. De docenten monitoren de ingeleverde mind-maps en geven hierop, indien nodig, feedback. De mind-map zal gedurende het vak gaan leven. Omdat in de mindmap opgenomen kennisgebieden gedurende het vak door de student geleerd en ontdekt zullen worden, zal de mind-map regelmatig moeten worden uitgebreid. Studenten mogen elkaars’ mind-map inzien om inspiratie op te doen. Door de ontwikkeling die zijn mind-map gedurende het vak meemaakt behoudt de student een helder en totaal overzicht van het kennisdomein van het vak. Een docent zal de ontwikkeling van de mind-map monitoren. Het gebruik van kleur en plaatjes laat de kennis makkelijk in het geheugen opnemen. Studenten kunnen ook links of informatie van buiten het vak toevoegen aan de elementen van de mind-map. Deze kunnen ‘aanklikbaar’ worden gemaakt, studenten behouden het overzicht en docenten raken geƃĀÆnspireerd door ‘nieuw’ leermateriaal buiten het vak.

Doel

De docent kan het gebruik van een mind-map tool door studenten faciliteren, om studenten te helpen bij het verkrijgen van een helder overzicht over het vak of bij het bepalen van de leerbehoeften van de individuele student.

Wanneer te gebruiken

  • Als je studenten wilt helpen bij het verkrijgen van een goed overzicht over het kennisdomein van een vak.
  • Als je de studenten zelf hun individuele leerbehoeften wilt laten bepalen en dit proces wilt monitoren.
  • Als je het leerproces van studenten wilt stimuleren door hen te ondersteunen in het zelfstandig genereren van ideeĆ«n over het betreffende kennisdomein.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Geef tijdens de eerste bijeenkomst van het vak studenten de opdracht een mind-map te maken met behulp van een mind-map tool.
  • Geef in de eerste bijeenkomst regels voor het opstellen van een mind-map (zie bijlage)
    1. Begin met een afbeelding in het midden, waarin het onderwerp geplaatst wordt. Het onderwerp van de mind-map moet centraal staan.
    2. Bedenk om het centrale onderwerp ‘sleutelwoorden’. Sleutelwoorden zijn eigenlijk alle ankerpunten die je in je brein hebt t.a.v. het onderwerp, je rafelt als het ware alle kreten die je omtrent een onderwerp kunt bedenken uiteen en organiseert ze op een voor jezelf logische manier. De combinatie van sleutelwoorden roepen associaties op door de manier waarop je ze organiseert en benoemt. Sleutelwoorden dienen door associatie met elkaar sturing te geven aan het herinneringsproces.
    3. Het is beter om een woord te gebruiken voor de associaties, vermijd het gebruik van meerdere woorden of zelfs hele zinnen bij een associatie.
    4. Gebruik naast de sleutelwoorden ook afbeeldingen/visuele weergaven in de mind-map. Het gebruiken van visueel materiaal kan het creatieve proces extra stimuleren.
    5. Wanneer een student een opmerking wil maken bij een bepaald sleutelwoord of er afbeeldingen aan wil toevoegen, dan biedt de mind-map tool deze mogelijkheid.
    6. Gebruik kleur in de mind-map. In combinatie met afbeeldingen wordt hierdoor de rechterhersenschors gestimuleerd. Door de rechter- en linkerhersenhelft met elkaar te laten communiceren zal het geleerde beter worden onthouden.
    7. Zorg voor een ‘vrije geest’. Dit houdt in dat er vrij geassocieerd mag worden. Er bestaat niet zoiets als een slechte mind-map. Binnen een aantal minuten moet een mind-map opgesteld kunnen worden. Wanneer het resultaat niet bevredigt, dan kan de mind-map eenvoudig worden aangepast en gewijzigd.
    8. Laat studenten de mind-map digitaal inleveren (het is mogelijk om dit in een html formaat te doen). Het handigst is om dit in de digitale leeromgeving te laten inleveren. In Blackboard kan het bijvoorbeeld onder het onderdeel ‘groups’ worden ingeleverd.
Tips
  • Laat studenten binnen een groep de mind-map van elkaar bekijken en becommentariĆ«ren. Het is geen probleem als studenten elkaar beƃĀÆnvloeden, als een student zichzelf maar bewust is van het feit dat het gaat om zijn eigen leerproces en dus zijn eigen mind-map.
  • Wanneer de allereerste mind-map is ingeleverd en het vak ‘loopt’ zal de student regelmatig de mind-map moeten bijstellen. De eerste bijstelling kan bijvoorbeeld al na Ć©Ć©n dag worden gedaan, vervolgens moet de mind-map wekelijks worden bijgesteld.
  • Het is soms nuttig om na een tijdje je eigen mind-map opnieuw te maken. Door reproduceren blijven factoren beter hangen en je kunt zien of je nieuwe inzichten en associaties hebt ontwikkeld. Na voltooiing kan de student de reeds bestaande mind-map erbij pakken. Het zoeken naar de verschillen tussen beide mind-maps is een essentieel onderdeel van het leerproces.
  • De docent kan sturing geven aan de ontwikkeling van de mind-map door gerichte opdrachten te geven of studenten te laten zoeken naar geschikt leermateriaal ten aanzien van een bepaald kennisgebied.
  • Geef de studenten de opdracht zelf links aan te brengen in zijn mind-map. Er kan hierbij verwezen worden naar leermaterialen buiten de eigen leeromgeving. Een student kan interessante websites, artikels, audio, presentaties en videofragmenten aan de mind-map toevoegen. Hierdoor wordt de docent geconfronteerd met nieuw leermateriaal en kan er feedback worden gegeven op de kwaliteit van deze toegevoegde leermaterialen. Daarbij moet worden aangetekend dat dit voor de docent een tijdrovend proces kan zijn bij grote aantal studenten, dus niet altijd relevant is.
  • Het is mogelijk om dit IDEE te combineren met het IDEE ‘Hoe gebruik je een mind-map tool in je vak om studenten te ondersteunen?’. In dat geval kunt u de mind-map die u als docent heeft opgesteld vergelijken met de mind-maps van de studenten.
  • Voor het doelmatig toepassen van mind-maps is het raadzaam dat u eerst meer leest over de beginselen van mind-mapping, bijv. door de achtergrondinformatie van dit IDEE te bestuderen.

Ontleend aan

Tergan, S.-O. (2003). Managing knowledge with computer-based mapping tools. In D. Lassner & C. Mc Naught (Eds.), Proceedings of the ED-Media 2003 World Conference on Educational Multimedia, Hypermedia & Telecommunication (pp. 2514-2517). Honolulu, HI: University of Honolulu.

De laatste jaren is er veel aandacht voor concepten als brainmap, conceptmap of mindmap. Er zijn allerlei handige tools verschenen om online dergelijke maps te genereren (zie bijvoorbeeld http://www.mind-map.com/). Het gebruik van mind-maps (of concept maps, brainmaps of andersoortige vormen) lijktin een aantal gevallen studenten te kunnen helpen bij het krijgen van overzicht over complexe onderwerpen.

Online mind-mappen (zoals in de afbeelding uit het praktijkvoorbeeld) is bijvoorbeeld mogelijk met behulp van de tool ‘mind manager’. Deze is te vinden onder de volgende link: www.mindmanuals.com (21 dagen om uit te proberen). Over de strategie van Brain Blooming, mind mappen met een groep, kan meer gelezen worden op: http://www.mind-mapping.co.uk/group-mind-mapping.htm.

Zie ook

Hoe gebruik je (in een docententeam) een mind-map tool bij de inhoudelijke ontwikkeling van een vak?

Hoe gebruik je een mind-map tool in je vak om studenten te ondersteunen?

Geplaatst op 10-03-2004 door adminComments Off on Faciliteren van een mind-map tool in een vak

 
Auteur(s): Karen Jager, Jan van Dalen, Annemiek Wieland Organisatie(s): Faculteit der Bedrijfskunde (EUR), Risbo

Dit IDEE beschrijft hoe je studenten kunt motiveren door opdrachten aan te laten sluiten bij hun belevingswereld en leefwereld.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de Faculteit Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam wordt het vak Statistische Methoden en Technieken gegeven. Studenten krijgen bij dit vak onder andere de opdracht om (de samenhang tussen) kwantitatieve gegevens te analyseren. Hierbij moeten verklarende modellen worden opgesteld en veronderstelde samenhangen tussen variabelen worden getoetst. De resultaten van de analyses moeten worden samengevat in een caseverslag. De benodigde kwantitatieve gegevens voor de case kunnen uit allerlei bronnen worden genomen, maar hebben dit jaar betrekking op de studenten zelf. De gegevens zijn verzameld aan de hand van een uitgebreide online survey die door de studenten aan het begin van het vak is ingevuld. Het onderwerp voor de case is elk jaar weer anders (mede om fraude te voorkomen), maar sluit zoveel mogelijk aan bij de belevingswereld en/of leefwereld van de studenten. Dit jaar was het thema effectief studiegedrag voor de studie Bedrijfskunde. Afgelopen jaar werd op vergelijkbare wijze ten behoeve van een tentamen bijvoorbeeld de houding van studenten ten opzichte van interventie in Irak gemeten.

Uit de evaluaties van het vak bleek de gekozen aanpak effectief. Ondanks de zwaarte van het vak, zijn de studenten over het algemeen positief over deze opzet. Met name wordt genoemd het feit dat het onderwerp van de case-opdracht over hen zelf ging. Hoewel het invullen van de survey niet verplicht was, was de respons zeer hoog: binnen vier dagen hadden 370 van de 450 studenten de vragenlijst ingevuld. De docent ontving zelfs bezorgde reacties van studenten die de survey wel wilden invullen, maar daar om een of andere technische reden niet in slaagden.

Doel

De docent kan opdrachten beter laten aansluiten op de belevingswereld en leefwereld van studenten.

Wanneer te gebruiken

Bij ieder vak waarbij sprake is van individuele en/of groepsopdrachten en waarbij de inhoud / het onderwerp van die opdrachten aangedragen kan worden door de studenten zelf.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Bedenk hoe je studenten meer zou kunnen betrekken bij het samenstellen van hun eigen opdrachten. In het praktijkvoorbeeld liet de docent studenten bijvoorbeeld een online survey invullen. De docent stelde vervolgens de ruwe data die met de survey verzameld was, beschikbaar aan de studenten. De studenten moesten allerlei analyse -en verwerkingsopdrachten met die data uitvoeren. Je kunt de informatie die door studenten gegenereerd wordt ook gebruiken voor het maken van tentamenvragen, als startpunt voor een discussie (zie ook: Hoe laat je studenten voorafgaand aan een college reageren op stellingen?), enz.
  2. Kies een onderwerp voor de opdracht dat aansluit bij de belevingswereld van de studenten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan muziek, vakantie, uitgaan. Je kunt tevens kijken naar de leefomgeving van studenten, zoals bijvoorbeeld de kwaliteit van de kantines op de universiteit, woonsituatie etcetera, of naar het studiedomein, zoals economie, sociologie, psychologie of bedrijfskunde Ten slotte kun je ook kiezen voor een actueel onderwerp.
    • Je kunt studenten ook zelf interessante onderwerpen laten aandragen. Vraag in een van de eerste colleges aan studenten om suggesties voor onderwerpen voor het tentamen, case, of welk soort opdracht je ook in gedachten hebt. Op deze manier betrek je studenten nog meer bij de opdracht.
    • Kijk in het universiteitsblad om ideeĆ«n op te doen voor onderwerpen die aansluiten bij de belevingswereld van de studenten.
  3. Zoek in de literatuur en op internet naar bestaande vragenlijsten over het gekozen onderwerp. Het is hierbij wenselijk om eerder gebruikte (gevalideerde) schalen te achterhalen. Dit scheelt niet alleen tijd (je hoeft de vragen immers niet zelf te bedenken), maar draagt ook bij aan de validiteit van de vragenlijst en aan de uitvoering van de case-opdracht door studenten.
    • Je kunt studenten ook zelf laten zoeken naar gevalideerde schalen en / of de vragenlijst door de studenten laten samenstellen (vragen bedenken, schalen maken, schalen valideren). Op deze manier doen studenten ook vaardigheden op in het construeren van vragenlijsten.
  4. Stel de vragenlijst samen en verwerk deze in een online survey. Een overzicht van pakketten voor websurveys is te vinden op http://directory.google.com/Top/Computers/Software/Marketing/Surveys/. Je kunt uiteraard ook gebruik maken van de surveymogelijkheden van de gebruikte digitale leeromgeving.
    • Let erop dat de verzamelde data eenvoudig te exporteren is naar Excel of naar een statistisch verwerkingsprogramma, zoals SPSS for Windows.
  5. Laat studenten de online survey invullen.
  6. Verwerk de data.
  7. Formuleer een opdrachtomschrijving voor de studenten, waarin je duidelijk beschrijft wat ze met de data moeten doen en hoe ze beoordeeld worden.
    • Laat een aantal studenten/ studentassistenten de opdracht ‘tegenlezen’
      (feedback geven op aspecten als duidelijkheid, aantrekkelijkheid, enz.)

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Maak de opdrachtomschrijving en de verzamelde data beschikbaar voor de studenten.
  • Laat studenten weten wanneer je beschikbaar bent voor het beantwoorden van vragen of voor het geven van feedback. Leg het initiatief hiervoor bij de studenten.
  • Evalueer de opdracht. Laat studenten eventueel suggesties doen voor het verbeteren/ uitbreiden van de opdracht, bijvoorbeeld een nieuw onderwerp of interessante sites.

Randvoorwaarden

Het maken van een goede vragenlijst en het verwerken van de resultaten kan veel tijd in beslag nemen. Docenten met enige onderzoekservaring zouden deze aanpak echter vrij snel moeten kunnen implementeren.

Zie ook

Hoe kun je studenten motiveren om actief bij te dragen aan een online cursus?

Geplaatst op 04-03-2004 door adminComments Off on Input van studenten voor motiverende opdrachten

 
Auteur(s): Annemiek Wieland Organisatie(s): Risbo

Dit IDEE beschrijft hoe je op afstand het samenwerkingsproces van studenten kunt monitoren en studenten inzicht kunt geven in hun samenwerkingsproces door elk team daarop te laten reflecteren.

Voorbeeld uit de praktijk

Geen praktijkvoorbeeld beschikbaar. Bijdragen zijn welkom!

Doel

De docent kan opdrachten en instrumenten voor samenwerkingsopdrachten zodanig samenstellen en inzetten dat hij op afstand kan zien hoe het samenwerkingsproces binnen een groep verloopt.

Wanneer te gebruiken

Bij ieder vak waarbij studenten op afstand via een digitale leeromgeving in teams samenwerken en waarbij naast het maken van een eindproduct ook gereflecteerd moet worden op het samenwerkingsproces.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Maak een vragenlijst waarmee studenten kunnen achterhalen of de samenwerking binnen hun team goed verloopt (zie
    Achtergrondinformatie voor voorbeeld).
  2. Maak de vragenlijst online beschikbaar, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de surveymogelijkheden van de digitale leeromgeving.

Tips
  • Een overzicht van pakketten voor websurveys is te vinden op http://directory.google.com/Top/Computers/Software/Marketing/Surveys/.
  • Zorg ervoor dat de vragenlijst niet anoniem is. Op die manier kunnen teamleden elkaar makkelijker vragen hun mening toe te lichten. Indien gebruik gemaakt wordt van de surveymogelijkheid in de digitale leeromgeving, controleer dan of van elke student afzonderlijk de resultaten bekeken kunnen worden. In Blackboard bijvoorbeeld worden de resultaten op een survey op een grote hoop gegooid en kan het handiger zijn de vragenlijst als exam beschikbaar te stellen.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  1. Laat elk team bij de start van het vak via e-mail, discussieplatform of chat, afspraken maken over de samenwerking. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan:
    • De resultaten van de samenwerkingsopdracht (wat is het doel van de samenwerking, wat wil je samen bereiken?).
    • Werkafspraken, bijv.:
      • Welke activiteiten moeten uitgevoerd worden en wanneer?
      • Wie neemt welke taken op zich?
      • Hoe wordt er gecommuniceerd (e-mail, chat, discussieplatform), hoe regelmatig (1 keer per dag, week, enz) en op welke tijdstippen (indien gebruik gemaakt wordt van synchrone communicatie)?
      • Hoe (bijv. door wie) worden tussentijdse afspraken / genomen beslissingen gedocumenteerd?
      • Waar worden de werkdocumenten gearchiveerd (discussieplatform, virtuele werkruimte)?
    • Planning
    • Teamgedragsregels, bijv.:
      • Beslissingen worden pas genomen als iedereen zijn mening heeft gegeven.
      • Er wordt uitsluitend constructieve feedback gegeven (studenten bekritiseren elkaars werk en niet elkaar en geven indien mogelijk suggesties ter verbetering).
      • Als iemand zijn afspraken niet nakomt wordt hij of zij daarop aangesproken.
  2. Laat het team de gemaakte afspraken op een vaste plek in de digitale leeromgeving (bijvoorbeeld het discussieplatform) inleveren.
  3. Geef als docent indien nodig feedback op de gemaakte afspraken en de planning. Kijk hierbij o.a. naar hoe reƫel de planning is.
  4. Laat studenten notulen maken van vergaderingen/overleggen die ze met hun groepje hebben en laat de studenten de notulen op een vaste plek in de digitale leeromgeving (bijvoorbeeld het discussieplatform) inleveren.
  5. Blijf als docent op de hoogte van de vorderingen in de samenwerking door de notulen te lezen. Geef indien nodig feedback.
  6. Laat studenten op een vast moment (bijvoorbeeld halverwege het vak) reflecteren op het samenwerkingsproces door de vragenlijst / survey individueel in te vullen.
  7. Verzamel de antwoorden die de leden van elk team hebben gegeven en stel deze beschikbaar aan het team (bijv. via het discussieplatform).
  8. Laat elk team op basis van de antwoorden op de vragenlijst knelpunten in het samenwerkingsproces signaleren en vervolgens nieuwe afspraken maken waarmee de knelpunten mogelijk kunnen worden opgelost. Deze discussie kan plaatsvinden op het discussieplatform.
  9. Laat elk team het gereviseerde afsprakendocument weer in de digitale leeromgeving inleveren en geef indien nodig feedback.

Tips
  • Laat elk team na stap 6 op een plaats in de digitale leeromgeving waar alle teams bij kunnen (bijvoorbeeld een algemeen discussieplatform) een kort verslag van hun samenwerkingsproces inleveren. Daarin kunnen zij die dingen beschrijven die goed verlopen zijn in de samenwerking en wat zij denken dat daartoe heeft bijgedragen. Daarnaast kunnen eventuele knelpunten worden beschreven, waarbij aangegeven wordt hoe zij dit denken op te lossen. Laat elk team door middel van peer review (zie Hoe laat je studenten feedback aan elkaar geven via een discussieplatform?) reageren op het verslag van een ander team. In de reactie kunnen alternatieve oplossingen voor de knelpunten aangedragen worden.
  • Laat studenten na afloop van de samenwerkingsopdracht een groepsverslag schrijven waarbij ze reflecteren op het gehele samenwerkingsproces. Geef op basis van dit verslag en de overige gegevens (afsprakenformulieren, antwoorden op de vragenlijst, evt. samenwerkingstips voor andere groepen e.d.) een cijfer voor het samenwerkingsproces.

Achtergrondinformatie

Voor meer informatie over (online) samenwerkend leren en het beoordelen van groepswerk en samenwerkingsprocessen, zie: http://www.cshe.unimelb.edu.au/assessinglearning/03/group.html.

Zie ook

Hoe laat je studenten op afstand samenwerken?

Geplaatst op 04-03-2004 door adminComments Off on Samenwerkingsproces monitoren

 
Auteur(s): Karen Jager, Hans Maier, Annemiek Wieland Organisatie(s): Avans Hogeschool, Risbo

Dit IDEE beschrijft hoe je studenten een eigen online werkomgeving kunt bieden, waarbinnen ze hun project kunnen uitvoeren en beheren.

Voorbeeld uit de praktijk

Binnen de faculteit Techniek en Natuur en de Academie voor Bouwkunde en Civiele Techniek (Avans Hogeschool) wordt binnen het thematisch projectonderwijs gebruik gemaakt van virtuele groepsruimtes die ze ‘Projectkantoren’ noemen. Elke projectgroep krijgt een eigen cursusomgeving binnen Blackboard, waarin zij docentrechten hebben. Dit betekent dat ze binnen deze omgeving hun eigen project kunnen uitvoeren en beheren. Om studenten hierbij te ondersteunen is een standaard cursusomgeving aangemaakt en ingericht. Studenten kunnen indien gewenst deze structuur ook aanpassen.

Onderstaande screendump is een voorbeeld van een manier waarop een projectgroep het projectkantoor onder Documents heeft gebruikt.

Uit de evaluatie is gebleken dat studenten tevreden en enthousiast zijn over het gebruik van de ‘projectkantoren’. De projectkantoren worden momenteel integraal gebruikt binnen de genoemde faculteit en academie.

Doel

De docent kan virtuele groepsruimtes aanmaken om groepen studenten te ondersteunen bij het uitvoeren van een project.

Wanneer te gebruiken

In het geval studenten in groepen samenwerken aan een omvangrijk project.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Bepaal of virtuele groepsruimtes geschikt zijn voor het organiseren van het groepswerk binnen je vak. Bijvoorbeeld wanneer studenten aan grote projecten moeten werken, waarbij veel documenten uitgewisseld worden en veel gecommuniceerd moet worden. Tevens kan een reden zijn het aanleren van projectmanagement vaardigheden.
  • Maak een algemene cursusomgeving aan. Vul deze omgeving met algemene informatie die bedoeld is voor alle studenten, bijvoorbeeld informatie over de organisatie van het vak, de leerstof en de beoordeling. Alle studenten zijn in deze cursus ingeschreven als student.
  • Maak een standaard cursusomgeving (groepsruimte) aan. De groepsruimte kan de volgende onderdelen bevatten:
  1. Introductietekst over het gebruik van de groepsruimte (bijvoorbeeld in Blackboard onder Announcements)
  2. Mappen voor Projectdoelen, Projectplanning, Taakverdeling (bijvoorbeeld in Blackboard onder Course Information)
  3. Handleiding voor studenten mbt het beheren van een cursusomgeving
  4. Mappen voor projectdeelnemers, docenten en (externe) begeleiders (bijvoorbeeld in Blackboard onder Staff Information)
  5. Mappen vergaderingen en projectdocumenten. Deze laatste map kan de volgende submappen bevatten: orientatiefase, analysefase, ontwerpfase, uitvoeringsfase en evaluatiefase (bijvoorbeeld in Blackboard onder Course Documents)
  6. Communicatiefaciliteiten: discussion board, email, chat
  • Maak voor elke projectgroep een kopie van de standaard cursusomgeving.
  • Voeg de studenten (als studenten) toe aan de juiste cursusomgeving.
  • Geef de studenten docentrechten.

Tip

Om het kopieerwerk van de cursusomgevingen beheersbaar en overzichtelijk te houden kun je de omgevingen na afloop recyclen om ze het volgende jaar te kunnen hergebruiken.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Geef de studenten in de eerste cursusbijeenkomst informatie over het doel van de virtuele groepsruimte en de beoogde werkwijze. Laat kort zien hoe het beheren van de cursusomgeving in de praktijk in zijn werk gaat. Verwijs verder naar de handleiding die voor studenten beschikbaar is binnen de cursusomgeving.
  • Maak duidelijk dat studenten indien gewenst wijzigingen kunnen aanbrengen in de groepsruimte.
  • Gebruik de algemene cursusomgeving voor het beantwoorden van vragen en het geven van feedback. Laat het initiatief hiervoor bij de studenten zelf liggen.
  • Laat de studenten vrij in het inrichten en gebruiken van de virtuele groepsruimte. Vervul zelf slechts een monitorende rol.

Randvoorwaarden

De inzet van cursusomgevingen kan wat betreft het kopiƫren van het sjabloon voor een groot aantal projectgroepen een tijdrovende zaak zijn.

Ontleend aan

  • Leen van Kaam, ‘Projectomgeving’ in Blackboard, Stoas Onderwijs, Vormgeving van het onderwijs, opleiding Civiele Techniek, Hogeschool ‘s-Hertogenbosch, 2000

Zie ook

Hoe kun je een multidisciplinair studentenbedrijf ondersteunen met een digitale leeromgeving?

Hoe laat je studenten in multidisciplinaire projectgroepen werken aan authentieke producten?

Wat zijn de mogelijkheden van ICT in projectonderwijs?

Geplaatst op 03-03-2004 door adminComments Off on Groepswerk ondersteunen m.b.v. virtuele ‘projectkantoren’

 
Auteur(s): Karen Jager Organisatie(s): Risbo

Internationaal worden er diverse online simulatie activiteiten georganiseerd. Dit idee beschrijft hoe je als docent een dergelijke simulatie kunt inpassen in je onderwijs.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij het vak ‘Legal aspects of international business’ dat gegeven wordt aan de Ryerson University in Toronto, Canada, kunnen studenten als advocaten in een online simulatie deelnemen aan het keuzeproject ‘Virtual law firms’. Dit project is onderdeel van een internationale simulatie die georganiseerd wordt door de nonprofit organisatie Association Global View (www.globalview.org). Deze organisatie verzorgt onder andere simulaties op het gebied van Bedrijfskunde, Kunstgeschiedenis, Literatuurwetenschappen, Politicologie, Communicatiewetenschappen en Recht. Aan de verschillende simulaties doen universiteiten mee van over de hele wereld. Vanuit Nederland is de HES bijvoorbeeld betrokken bij de bedrijfskundige simulatie.

In AGV’s Advanced Business Simulation starten teams van 3 tot 6 studenten van deelnemende instituten een ‘bedrijf’ in the Global View wereld. De Global View wereld is een online platform, waarin gebruik gemaakt wordt van de communicatietools van WEB-CT. De bedrijfjes moeten van de grond af worden opgebouwd en moeten de activa structuur vaststellen en de financiĆ«le behoeften, en alle bedrijfshandelingen uitvoeren zoals het managen van informatiesystemen, accounting, financiĆ«n, marketing, management en productie. Er moet gereageerd worden op voortdurend veranderende economische en politieke ontwikkelingen, die bekend worden gemaakt via een speciaal uitgegeven wekelijkse krant die beschrijft wat er in de gesimuleerde wereld gebeurd is


Voorbeeld van de wekelijkse krant

Per semester gaan er drie simulatiejaren voorbij en bedrijven moeten elk week de kwartaalcijfers presenteren. Gedurende de hele week moeten de bedrijven actief zijn in het kopen, verkopen, onderhandelen en samenwerken met andere internationale bedrijven.

De reguliere deelnemerskosten bedragen ongeveer 60 euro per student. In ruil daarvoor verzorgt AGV de spil van de simulatie: medewerkers die effectief communiceren met de studenten en docenten om uit te leggen hoe de simulatie werkt en om problemen op te lossen die zich voordoen en die de simulaties ontwerpen, bijhouden en onderhouden. Gedetailleerde richtlijnen voor de handel leggen de regels van het spel vast en bepalen hoe contracten gemaakt moeten worden, welk gedrag onacceptabel is, zowel professioneel als persoonlijk, en de bijbehorende sancties.

Uiteraard ondervinden deze virtuele bedrijven bij het kopen en verkopen van producten over de wereld regelmatig problemen gerelateerd aan bedrijfsrecht en lopen ze tegen dezelfde onenigheden en conflicten aan als echte bedrijven bij het internationaal zaken doen. In dit soort gevallen wordt een fictief advocatenkantoor, met de naam Virtual Law Firms van de Ryerson University ingeschakeld. Zij verschaffen juridisch advies en slechten conflicten voor virtuele bedrijven over de hele wereld. De studenten van de advocaten kantoren hebben als taak contact op te nemen met hun cliƫnten om zo snel mogelijk te komen tot een bevredigende oplossing voor het probleem.

Doel

De docent kan zijn studenten laten deelnemen aan een bestaande en centraal gecoordineerde internationale online simulatieactiviteit.

Wanneer te gebruiken

  • wanneer studenten zich moeten leren aanpassen aan snel veranderende (bedrijfs) omgevingen.
  • wanneer studenten moeten leren werken in multiculturele teams en daarbij ook effectief leren online te communiceren binnen deze teams.
  • wanneer het gaat om het opdoen van internationale ervaring op de eigen campus.
  • Wanneer je studenten wilt laten leren van authentieke leertaken met authentieke rollen.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Bedenk of en zo ja hoe een simulatie zou kunnen passen bij de doelstellingen die je voor jouw vak hebt geformuleerd.
  2. Ga op zoek naar geschikte online simulaties. De Association Global View (www.globalview.org) verzorgt onder andere simulaties op het gebied van Bedrijfskunde, Kunstgeschiedenis, Literatuurwetenschappen, Politicologie, Communicatiewetenschappen en Recht. De Association Global View neemt de gehele organisatie van de simulatie voor zijn rekening (opdracht voor studenten, deadlines, begeleiding en feedback).
  3. Neem contact op met de organisator van de online simulatie en bespreek de mogelijke participatie van jouw studenten.
    • Je kunt er voor kiezen je studenten op een reguliere wijze te laten participeren in de simulatie of een eigen rol bedenken (en bespreken) voor je studenten. Het idee vanuit Ryerson College van de Virtual Law Firms is een voorbeeld van de laatste vorm.
    • Houd er rekening mee dat het tijdsschema van de simulatie moet passen binnen het tijdsschema van jouw vak.
  4. Schrijf de studenten in voor de simulatie.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  1. Stel de studenten op de hoogte van de deelname aan de simulatie. Breng ze op de hoogte van wat er van ze verwacht wordt, hoe ze beoordeeld zullen worden, wat de deadlines zijn etc. Dit kan via een bericht in de digitale leeromgeving of via e-mail.
  2. Houd tijdens de simulatie contact met de organisatoren en met de betrokken studenten en grijp in bij eventuele problemen.
  3. Beoordeel de prestaties van de studenten. Besteed daarbij aandacht aan het product en het proces (zie IDEE over reflectie samenwerken in teams).

Tip

Vraag studenten bijvoorbeeld om een kopie van hun communicatie met andere partijen binnen de simulatie te sturen of zorg ervoor dat de communicatie plaatsvindt binnen een discussieforum waar jezelf ook toegang toe hebt.

Randvoorwaarden

De kosten om mee te doen aan een dergelijk simulatieprogramma bedragen ongeveer 60 euro per student.

Ontleend aan

Leah P. Macfadyen (2003). International education online? A report on Six Canadian Case Studies. Vancouver, Canada: MAPLE Centre.

Zie ook

Hoe kun je studenten laten leren door middel van simulaties?

Hoe laat je studenten in multidisciplinaire projectgroepen werken aan authentieke producten?

Geplaatst op 03-03-2004 door adminComments Off on Een bestaande internationale online simulatie gebruiken

 
Auteur(s): Jan Folkert Deinum Organisatie(s): Rijksuniversiteit Groningen

Het kan nodig zijn om met veel studenten individueel afspraken te maken voor een gesprek. Om dat snel te doen kan een discussieforum worden gebruikt.

Voorbeeld uit de praktijk

Een docent aan de universitaire lerarenopleiding Groningen moet voor een vak met alle dertig studenten regelmatig individuele begeleidingsgesprekken voeren. Hij verkeert niet in de gelukzalige omstandigheid dat een secretaresse dat voor hem kan doen. Om te voorkomen dat er allerlei afspraken via e-mail worden gemaakt en hij het spoor bijster raakt maakt hij een discussieforum aan in de digitale leeromgeving.

Van elke dag maakt hij een aparte ‘discussie’, bijvoorbeeld de discussie Vrijdag 20 februari 2004. Als afzonderlijke reply geeft de docent de tijdstippen die hem welgevallig zijn (zie figuur). Studenten kunnen nu intekenen op een tijdstip. In het voorbeeld is dat gedaan op 20 februari 2004 op het tijdstip 9.30-10.00. De betreffende student wil op dat tijdstip graag met de docent spreken en stuurt het te bespreken verslag als attachement mee. Zo is er niet alleen een afspraak gemaakt, maar kan de docent ook snel de juiste verslagen bij elkaar rapen.

Doel

De docent maakt op efficiƫnte wijze afspraken met studenten over individuele gesprekken.

Wanneer te gebruiken

Wanneer met veel studenten afzonderlijk afspraken moeten worden gemaakt voor een gesprek.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Start een discussieforum met bijvoorbeeld de titel ‘Afspraak maken’.
  2. Geef een reply op de
    discussie met als titel de datum waarop u beschikbaar bent voor het voeren van gesprekken, bijvoorbeeld ’20 februari 2004′.
  3. Geef als reply op de datum in steeds afzonderlijke replies de tijdstippen waarop een gesprek mogelijk is (zie figuur voor een voorbeeld), bijvoorbeeld: ’20/02/2004 09.30-10.00′.

Tip

Het discussieforum kan gelezen worden door alle deelnemers aan dat forum. In een cursus betekent dit meestal dat alle studenten mee kunnen lezen. Dat betekent dat deze methode zich minder goed leent voor gesprekken die gevoelig liggen, zoals gesprekken met een studieadviseur.

Aandachtspunten bij de uitvoering

Instrueer studenten dat ze voor het maken van een afspraak kunnen ‘replyen’ op een tijdstip en dat zij daarbij ook de relevante documenten als attachment dienen bij te sluiten.

Geplaatst op 02-03-2004 door adminComments Off on Individuele gesprekken inplannen met studenten

 
Auteur(s): Jan Folkert Deinum Organisatie(s): Rijksuniversiteit Groningen

Bij een college is het vaak wenselijk een bepaald betoog of antwoord op een vraag te onderbouwen met video. Maar die moet dan wel makkelijk te vinden zijn. Met streaming video is dat snel en flexibel op te lossen.

Voorbeeld uit de praktijk

Om die snel te ontsluiten heeft een docent aan de universitaire lerarenopleiding Groningen een lijst gemaakt met relevante videofragmenten. In zijn colleges valt van te voren lang niet altijd te voorspellen welk fragmenten het meest zinvol zijn. Dat hangt af van de inbreng van studenten. Het videomateriaal is daarom op een videoserver geplaatst. De docent heeft met behulp van de virtuele snijmachine weblinks gemaakt naar de relevante fragmenten in dat videomateriaal. Van een aantal lessen heeft hij bijvoorbeeld het lesbegin geselecteerd (zie figuur). Zodra de docent in een college constateert dat het zinvol is een bepaald fragment te tonen, hoeft hij alleen maar de link in de digitale leeromgeving aan te klikken om het fragment te laten zien. Zo heeft de docent nooit meer de verkeerde videoband bij zich en hoeft hij de videoband niet meer door te spoelen (altijd te ver of niet ver genoeg) naar de plek waar het fragment zou staan.
Op dezelfde wijze kan bijvoorbeeld ook gebruik gemaakt worden van journaalbeelden van de afgelopen week of van programma’s als NOVA en Twee Vandaag.

Doel

De docent kan video flexibel gebruiken in colleges.

Wanneer te gebruiken

Wanneer veelvuldig gebruik gemaakt wordt van video in het college.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Het videomateriaal moet beschikbaar zijn op een streaming video server. Dat is bijvoorbeeld het geval met veel beeldmateriaal van de publieke omroepen. Informeer zo nodig bij het ICT ondersteuningscentrum van de instelling of het audiovisueel centrum.
  2. Open in een digitale leeromgeving (een gewone website kan ook) een folder met als titel bijvoorbeeld ‘voorbeeld filmmateriaal’.
  3. Met de virtuele snijmachine kunnen fragmenten worden geselecteerd. Voeg deze fragmenten als weblink toe aan de folder of pagina en geef zonodig een toelichting. Let op: de video blijft op de streaming video server staan. Het enige dat de snijmachine doet is een link maken naar die video en vervolgens zeggen: ‘start bij tijdstip x en eindig bij tijdstip y’. Er gebeurt dus helemaal niks met het bestand zelf.
Tips
  • Surfnet biedt ook een handleiding voor het gebruik van de snijmachine (zie hier).
  • Het is ook mogelijk videomateriaal bij SURFNET te laten plaatsen.
    Klik hier
    voor meer informatie.

Aandachtspunten bij de uitvoering

Zorg er voor dat tijdens het college de digitale leeromgeving waar de video’s te vinden zijn makkelijk bereikbaar is en dat pc en beamer ofwel aan staan, ofwel snel op te starten zijn.

Randvoorwaarden

  • In het collegelokaal moet een pc met video afspeel software, een beamer en een breedband internetverbinding beschikbaar zijn.
  • Het videomateriaal moet beschikbaar zijn op een streaming video server.
  • Er moet een digitale leeromgeving of een webpagina beschikbaar zijn voor de docent.
Geplaatst op 02-03-2004 door adminComments Off on Flexibel video gebruiken in colleges

 
Auteur(s): Gert-Jan Verheij, Jan Folkert Deinum Organisatie(s): Rijksuniversiteit Groningen

Voor hun onderzoek moeten studenten vaak interviews afnemen. De laptop is daarbij een handig hulpmiddel als ‘cassetterecorder’. De opname kan vervolgens digitaal beschikbaar worden gesteld en ‘opgenomen’ in het verslag.Voor hun onderzoek moeten studenten vaak interviews afnemen. De laptop is daarbij een handig hulpmiddel als ‘cassetterecorder’. De opname kan vervolgens digitaal beschikbaar worden gesteld en ‘opgenomen’ in het verslag.

Voorbeeld uit de praktijk

Nog geen praktijkvoorbeeld beschikbaar.

Doel

De docent kan studenten laptops laten gebruiken bij het afnemen van interviews in onderzoek.

Wanneer te gebruiken

  • Als in het onderwijs interviews moeten worden afgenomen.
  • Als de interviews moeten worden samengevat in een geluidsverslag (montage).
  • Om het verwerken van de interviews gemakkelijk te maken.
  • Om antwoorden direct aan gestelde vragen (die op beeldscherm is te lezen) te kunnen koppelen in een gestructureerd interview.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Probeer het zelf eerst de soundrecorder van de laptop uit.
  • Laat studenten eerst het interview voorbereiden en alle vragen documenteren.
  • De opname kan eenvoudig gemaakt worden met bijvoorbeeld de ‘sound recorder’ van windows.

Tip

De kwaliteit van het audiobestand moet zo hoog mogelijk zijn. Ga daarvoor naar ‘file’, ‘properties’
en kies ‘convert now’. Selecteer vervolgens het hoogste ‘mono’ formaat (zie figuur).

  • Laat studenten eerst met elkaar oefenen om te zorgen dat het geluid goed wordt opgenomen.
  • Geef studenten instructie hoe het interview moet worden opgenomen:
    • Het interview vindt plaats in een afgesloten ruimte. Let er op dat er niet gestoord wordt. Dit is zeker bij audio opname erg storend. Deelnemers moeten zitten (rust creĆ«ren).
    • Test bij elk gesprek vooraf of de stem van de geƃĀÆnterviewde goed wordt opgenomen.
  • Na afloop kan het interview worden verwerkt door het bijvoorbeeld uit te typen.
  • Als er fragmenten uit het interview moeten worden genomen is een montage nodig. Dit kan bijvoorbeeld met het programma ‘Windows Movie Maker’ (wordt gratis meegeleverd met WindowsXP).
Tip

Sla het uiteindelijke bestand op in .wma-formaat. Dit formaat biedt een hoge kwaliteit en is tegelijkertijd klein genoeg om goed bruikbaar te zijn op Internet.

  • Het eindresultaat kan zo nodig op een streaming video server worden gezet (de lengte van het fragment bepaalt of dat noodzakelijk is).

Tips
  • Laat studenten elkaars interview vragen beoordelen middels bijvoorbeeld een discussionboard in de digitale leeromgeving.
  • De vragenlijst en audio-opnames kunnen ook in een database worden opgenomen, wat de latere verwerking kan vergemakkelijken. Dit vergt echter wel enige kennis van het ontwerpen van databases.

Randvoorwaarden

  • Veel laptops hebben een interne microfoon. Mocht dat onvoldoende zijn dan biedt een goedkoop externe microfoon (eventueel op een houdertje) meestal voldoende mogelijkheden.
  • Er moeten voldoende digitale laptops beschikbaar zijn.
Geplaatst op 02-03-2004 door adminComments Off on Een laptop gebruiken bij het afnemen van interviews

  Next Page »