Auteur(s): Annemiek Wieland Organisatie(s): Risbo

Dit IDEE biedt een checklist voor docenten en ICTO-coordinatoren met aandachtspunten voor het ontwerpen en organiseren van online toetsen.

Voorbeeld uit de praktijk

Een docent werkt bij de Faculteit Civiele Techniek (TU Delft) en geeft daar twee vakken. Aan beide vakken nemen grote aantallen studenten (180-200) deel. Door online te toetsen, bespaart hij tijd die hij anders kwijt was aan nakijkwerk en zijn de cijfers sneller bekend. Ook kan hij andere soorten toetsvragen gebruiken en feedback en hints gebruiken.

Doel

De docent weet waar hij op moet letten als hij online wil toetsen.

Wanneer te gebruiken

Wanneer je van plan bent online toetsen in te zetten in je onderwijs.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Bepaal eerst of de kosten voor het ontwikkelen van online toetsen opwegen tegen de baten. Gebruik hiervoor het IDEE Wel of niet geautomatiseerd toetsen?
  • Als de kosten-baten analyse positief uitvalt, houdt dan bij het ontwerp en de organisatie van de online toetsen rekening met de aandachtpunten in de link hieronder.

Ontleend aan

Vrij letterlijk ovregenomen van:
AUTC (2002). On-line assessment. [http://www.cshe.unimelb.edu.au/assessinglearning/03/online.html]

Zie ook

Wel of niet geautomatiseerd toetsen?

Geplaatst op 10-09-2004 door adminComments Off on Aandachtspunten bij online toetsen

 
Auteur(s): Lex Dierssen, Jan Folkert Deinum Organisatie(s): Rijksuniversiteit Groningen

Studenten maken voor werkstukken en verslagen veel gebruik van teksten op internet. De bronvermelding ontbreekt echter veelal en het wordt een allegaartje aan teksten. Dit IDEE maakt van de nood een deugd.

Doel

De docent kan opdrachten maken waarbij het kopieergedrag van studenten op zinvolle wijze een plaats krijgt in het onderwijs door teksten van anderen op een legale en zinvolle wijze in te zetten.

Wanneer te gebruiken

Bij elk verslag waarbij veel teksten op internet zijn te vinden.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Geef studenten opdracht teksten te zoeken op internet rond het thema dat dient te worden behandeld. Belangrijk daarbij is om de opdracht te geven om verschillende bronnen te gebruiken. Het doel van het gebruiken van bronnen kan bijvoorbeeld zijn om netjes om te leren gaan met bronnen, leren samenvatten, leren teksten te verbinden of om te reflecteren op de overgenomen teksten.
Tip

Laat studenten ook een oordeel geven over de betrouwbaarheid van de bron. Dat kan bijvoorbeeld op basis van kennis over de eigenaar van de internetbron (bijvoorbeeld een ministerie, een universiteit of een bedrijf) of op basis van het adequaat gebruik maken van onderzoeksliteratuur (zie ook Hoe leer je studenten te zoeken naar informatie op internet?)

  • Geef studenten daarbij de opdracht de teksten over te nemen, tussen aanhalingstekens te plaatsen (of anderszins te markeren) en de bron te vermelden (zie Hoe ga je in een DLO om met auteursrechten?).
  • Geef nu studenten de opdracht om een tweede document te maken met daarin een inleiding op en samenvatting van de gevonden teksten, verbindende teksten tussen de overgenomen stukken, een conclusie over overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende teksten en/of een waardeoordeel over de inhoud van de overgenomen teksten.

Aandachtspunten bij de uitvoering

Beoordeel de verslagen op basis van de keuze van gekopieerde teksten en de kwaliteit van de inleiding, samenvatting en verantwoording van de gekozen teksten.

Zie ook

Hoe leer je studenten te zoeken naar informatie op internet?

Hoe ga je in een DLO om met auteursrechten?

Geplaatst op 24-08-2004 door adminComments Off on Gebruik maken van Copy and Paste

 
Auteur(s): Josef Sennekool, Annemiek Wieland Organisatie(s): Hanzehogeschool Groningen, Risbo

Dit IDEE (op opleidingsniveau) beschrijft hoe opleidingscoordinatoren een digitale cursusomgeving kunnen inrichten voor opleidingsbreed gebruik van gemeenschappelijke documenten (cursusmateriaal e.d.).

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de opleiding Verpleegkunde (Hanzehogeschool Groningen) is een Blackboardcursus ingericht als een opleidingsarchief voor gemeenschappelijke documenten (cursusmateriaal, e.d.). Deze documenten worden gebruikt door de verschillende opleidingsstromen die de opleiding kent (voltijd, deeltijd, duaal, versneld, etc.). Bij de ontwikkeling van het cursusmateriaal / bewerking van bestaand cursusmateriaal hebben docenten van de verschillende opleidingvarianten intensief samengewerkt en overlegd. Een redactie controleerde en redigeerde het cursusmateriaal.

In eerste instantie werd er vanuit de Blackboardcursussen van de verschillende opleidingsvarianten slechts gelinkt wordt naar de gemeenschappelijke documenten in de opleidingsbrede cursusomgeving (de documenten werden dus niet gekopieerd). In de praktijk bleek echter dat het materiaal teveel moest worden aangepast aan de diverse opleidingsdoelen. Daarom is uiteindelijk voor de ‘archief’- benadering gekozen: kopieën maken vanuit het opleidingsarchief naar de individuele cursussen.

Doel

Opleidingscoordinatoren kunnen een cursus in een digitale leeromgeving inrichten voor opleidingsbreed gebruik van gemeenschappelijke documenten.

Wanneer te gebruiken

  • Wanneer verschillende opleidingsvarianten van (min of meer) hetzelfde cursusmateriaal gebruik maken.
  • Wanneer cursusmateriaal snel en veelvuldig moeten kunnen worden aangepast.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Stel een redactie samen die de volgende taken heeft:
    • Opstellen van procedures voor de ontwikkeling van het cursusmateriaal en de eisen waaraan het materiaal moet voldoen (zie ook Tips);
    • Coordinatie van de ontwikkeling van het cursusmateriaal;
    • Redigeren en controleren van het ontwikkelde materiaal;
    • Het uitvoeren van de informatiestructuur volgens welke het cursusmateriaal in het opleidingsbrede archief wordt geplaatst (zie ook Tips).
    • Beheer van de (rechten in de) archiefomgeving (plaatsen en wijzigen van materiaal).
  • Stimuleer samenwerking tussen docenten bij het ontwikkelen van het cususmateriaal.
  • Zorg voor afstemming tussen vakken.
  • Plaats het materiaal volgens de informatiestructuur in het opleidingsarchief.

Tips
  • Zorg ervoor dat het cursusmateriaal opleidingsvariant-neutraal is. Dit houdt in dat niet verwezen moet worden naar bijvoorbeeld leerstof uit een vorig blok, omdat niet alle opleidingsvarianten dezelfde curriculumopbouw hebben.
  • Zorg voor een beheersbare en overzichtelijk archief door een goede informatiestructuur uit te werken. Op de Hanzehogeschool Groningen is bijvoorbeeld gekozen voor een vakinhoudelijke structuur.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Maak afspraken over het gebruik van de cursusmaterialen, zodat studenten niet in verschillende vakken dezelfde opdrachten krijgen. Dit kan bijvoorbeeld worden voorkomen door bij het document te vermelden in welke context het document wordt gebruikt.
  • Maak aan de docenten duidelijk wie welke rechten heeft in de archiefomgeving.
  • Kopieer vanuit het archief materiaal naar de specifieke cursussen. Door vanuit het archief te kopiëren, weet je dat je gebruik maakt van de nieuwste versie.

Tips
  • Er kan ook vanuit de specifieke cursussen gelinkt worden naar het materiaal in de archiefomgeving. Studenten moeten dan wel toeganghebben tot deze omgeving. Belangrijk punt voor Blackboardgebruikers is dat er wel gelinkt kan worden naar een document, maar deze link werkt niet meer wanneer het document is herzien en opnieuw in de Blackboardcursus wordt geplaatst!

Randvoorwaarden

Het ontwikkelen / bewerken van (bestaand) cursusmateriaal kan veel tijd kosten.

Geplaatst op 17-06-2004 door adminComments Off on Opleidingsbreed gebruik maken van gemeenschappelijke documenten

 
Auteur(s): Hans de Kruijk, Annemiek Wieland Organisatie(s): Faculteit der Economische Wetenschappen (EUR), Risbo

Dit IDEE beschrijft hoe je studenten bij het schrijven van een paper gebruik kunt laten maken van reacties binnen openbare internetdiscussies.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de Faculteit der Economische Wetenschappen (Erasmus Universiteit Rotterdam) worden verschillende vakken gegeven op het gebied van internationale economie en ontwikkeling. Onderwerpen die onder meer aan de orde komen zijn wereldwijde ongelijkheid en armoede, internationaal commercieel beleid en de regio, corruptie, milieu en klimaatveranderingen en economische en beleidsmatige verbonden. De onderwerpen worden geïllustreerd door empirische voorbeelden, case studies en de ervaringen van de docent(en) in Azië, Afrika en Centraal en Oost-Europa. De activiteiten in de vakken bestaan uit colleges, door groepen geschreven papers, groepspresentaties en gestructureerde elektronische discussies. Er wordt ook gebruik gemaakt van een virtuele reader. Deze reader met literatuur is gedurende het vak onder collectieve constructie: literatuur die de studenten voor het schrijven van hun paper hebben gebruikt, wordt in de reader opgenomen. Om studenten te laten komen tot een kwalitatief beter paper wordt gebruik gemaakt van (peer-)review. Dit gebeurt op twee manieren: (1) Groepen studenten plaatsen de kern van hun paper / hun standpunt ten aanzien van een bepaald onderwerp (ca. 500 woorden) op een relevante openbare discussielijst, bijvoorbeeld in een forum op de website van de WTO (zie bijvoorbeeld de discussie op http://forums.prospero.com/wtoforum/messages/?msg=1243.1); en (2) Groepen studenten reviewen elkaars paper. De ontvangen commentaren worden in het uiteindelijke paper verwerkt.
Het eindcijfer van de groepen studenten wordt als volgt samengesteld: definitieve paper (50%), conceptversie paper (20%), kwantiteit en kwaliteit van gegeven commentaar (20%), en aanwezigheid colleges (10%). Uit de praktijk blijkt dat het commentaar dat de studenten elkaar geven kwalitatief goed en professioneel is. De reacties die studenten op de openbare discussielijst op het door hen geschreven stuk ontvangen, leiden soms tot compleet andere meningen in het definitieve paper.

Doel

De docent weet hoe hij openbare internetdiscussies kan gebruiken bij het schrijven van een paper.

Wanneer te gebruiken

  • Wanneer je studenten ook in aanraking wilt laten komen met visies van buiten de eigen leerwereld (docenten, studenten, leerstof, e.d.).
  • Wanneer je studenten wilt leren kritiek van anderen op een constructieve wijze te gebruiken in de eigen meningsvorming.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  • Formuleer overkoepelende onderwerpen die studenten kunnen kiezen als onderwerp voor hun paper.
  • Stel de opdracht samen. Een voorbeeld hiervan vind je onder ‘Het gebruik’.
  • Koppel aan elke relevante stap concrete deadlines.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  1. Laat de studenten één van de overkoepelende onderwerpen kiezen.
  2. Laat de studenten binnen het overkoepelende onderwerp een goed afgeperkt subonderwerp formuleren waarover ze hun paper gaan schrijven.
  3. Laat de studenten zoeken naar een openbare discussielijst op internet die betrekking heeft over het subonderwerp waarover ze hun paper schrijven.
  4. Laat studenten hun standpunt met betrekking tot het subonderwerp uiteenzetten.
  5. Laat de studenten hun standpunt met betrekking tot het subonderwerp op de door hen gevonden discussielijst op internet plaatsen.
  6. Laat de studenten dagelijks checken of er reacties op hun discussiebijdrage zijn geplaatst en laat studenten, als dat zo is, daar weer op reageren.
  7. Laat de studenten de reacties die ze op de discussielijst op hun bijdrage hebben gekregen, verwerken in hun paper.
  8. Laat de studenten tijdens een college hun paper presenteren, waarbij ze de discussie op de discussielijst rapporteren en conclusies trekken.

Tips
  • Je kunt studenten ook vragen hun standpunt op meer dan één openbare discussielijst te plaatsen. Op deze manier zorg je ervoor dat de feedback betrouwbaarder wordt en dat de studenten hun standpunt nog eens kritisch vanuit verschillende perspectieven bekijken.
  • In bovenstaande werkwijze kun je op verschillende momenten ook een peer-review systeem inbouwen waardoor studenten ook elkaars werk kunnen becommentariëren. Dit kan bijvoorbeeld tussen stap 4 en 5, en tussen stap 7 en 8. Zie voor het organiseren van een peer-review systeem het IDEE: Hoe laat je studenten feedback aan elkaar geven via een discussieplatform?).
  • Studenten kunnen bovenstaande opdracht ook in groepen uitvoeren en een groepspaper schrijven.

Zie ook

Hoe laat je studenten feedback aan elkaar geven via een discussieplatform?

Geplaatst op 17-06-2004 door adminComments Off on Feedback op een paper via een openbare internetdiscussie

 
Auteur(s): Marie-José Verkroost Organisatie(s): TU-Delft

Aanwijzingen voor het opzetten en gebruiken van geautomatiseerde peer review in het onderwijs.

Voorbeeld uit de praktijk

Aan het eind van de Bachelorfase van de studie Technische Bestuurskunde aan de TU-Delft doen de studenten een zogenaamd ‘meesterstuk’ waarin ze een onderzoek doen. Dit project doen ze individueel. Het wordt echter ook belangrijk gevonden om kennis en ervaring tussen studenten uit te wisselen. Daarom is gekozen voor het toepassen van peer review. De vaardigheid in en de ervaring met peer review is ook van belang voor de latere beroepspraktijk van de student. Als toekomstig wetenschapper of manager is het van belang dat je werk van anderen kritisch kunt bekijken en van commentaar kunt voorzien. Daarnaast heeft ook een praktische overweging ten grondslag gelegen aan de keuze voor peer review. Het werkt tijdsbesparend voor de docent omdat deze niet alle tussenproducten van studenten hoeft na te kijken. Zeker met een grote groep studenten is dit een pure noodzaak.
Het vak wordt goed gewaardeerd. Studenten vinden het leuk om het werk van hun medestudenten te zien en halen hier ideeën uit voor hun eigen project. Naast de student review wordt er ook een docent review gegeven, omdat de kwaliteit van de feedback van studenten soms te wensen overlaat.

Doel

De docent kan geautomatiseerde peer review opzetten en gebruiken in zijn/ haar onderwijs.

Wanneer te gebruiken

In situaties waarin (grote groepen) studenten elkaar moeten beoordelen en de docent dit proces wil automatiseren.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Vragen vooraf
    Voordat over de automatisering van de peer review nagedacht kan worden, moet eerst worden nagedacht over de functie en bijbehorende procedure van de peer review. Hierbij kunnen de volgende vragen gesteld worden:

    • Waarom wilt u peer review gebruiken in uw onderwijs? Is het slechts een didactisch middel om een ander doel te bereiken of moeten studenten ook leren om een peer review te geven?
    • Wat is het niveau van de studenten met betrekking tot peer review? Hebben ze dit al eerder in de opleiding gehad?
    • Is er een rol voor de docent in de peer review en wat houdt deze in? Mogelijke rollen zijn bijvoorbeeld: moderator van de feedback of beoordelaar.
    • Hoe kan de kwaliteit van de peer review gegarandeerd worden: moeten ze bijvoorbeeld nog worden beoordeeld door de docent?
    • Aan welke criteria moet de peer review voldoen: moet ie bijvoorbeeld anoniem worden afgenomen of juist niet?
    • Hoe verhoudt de peer review zich tot de uiteindelijke beoordeling in het vak: tellen de resultaten van de peer review mee voor het eindcijfer?
  2. De specificatie van het peer review-systeem
    Op basis van de antwoorden op deze vragen kan een specificatie opgesteld worden van het geautomatiseerde peer review systeem en de leeromgeving. Dit bestaat uit:

    • Rolverdeling in de peer review: wie doet wat met welke verantwoordelijkheid?
    • Beschrijving van de peer review procedure in de vorm van een ‘workflow’. Dit is een schematische weergave van de stroom van documenten en de rol van de verschillende personen hierin. In figuur Voorbeeld workflow vindt u een voorbeeld:
      Voorbeeld workflow: Docent en student geven ieder een peer review.
    • Handleiding voor de peer review: hoe gaat de peer review in z’n werk?
    • Eventueel een training in het geven van een peer review voor studenten.
    • Eventueel een training van docenten of student-assistenten in het begeleiden van studenten bij peer review.
  3. Het ontwerp en de implementatie
    De peer review procedure wordt concreet uitgewerkt in een digitaal systeem, bijvoorbeeld een digitale leeromgeving of specifiek voor dit doeleind ontwikkelde software. Er zijn hiervoor drie opties: kopen, zelf bouwen of gebruik maken van op de instelling beschikbare software of freeware.

Tips
  • Maak gebruik van bestaande geautomatiseerde peer review-systemen.. Meestal zijn die ontwikkeld voor redacties van congressen of tijdschriften. Deze zijn met enige creativiteit ook toepasbaar in het onderwijs. Een overzicht wordt gegeven door Kam Shapiro op http://spo.umdl.umich.edu/monthly/peerreview.html.
  • Er is ook software op de markt specifiek voor het onderwijs. Een voorbeeld hiervan is Peer Review van Catalyst (http://catalyst.washington.edu/home.html kies web tools en daarna peer review). U kunt ook gebruik maken van de mogelijkheden van bestaande digitale leeromgevingen (met bijvoorbeeld discussion boards of group pages).

Aandachtspunten bij de uitvoering

  1. Ondersteun de peer review elektronisch door middel van een DLO. Maak bijvoorbeeld voor elke student een groepspagina aan waarop hij/zij zijn/haar producten kan plaatsen en waar hij/zij ook de reviews kan vinden. De groepspagina is alleen toegankelijk voor de student zelf en de student-assistent die de distributie van de documenten verzorgt.
  2. Maak een keuze voor anonieme of open peer review. Anonimiteit heeft als voordeel dat studenten meer vrijheid voelen om hun mening te geven over de producten van medestudenten. Het nadeel is dat persoonlijke terugkoppeling achteraf door de docent lastiger wordt.
  3. Kies een instrument voor het afnemen van de peer review. U kunt bijvoorbeeld kiezen voor een elektronisch formulier met beoordelingscriteria of voor het opnemen van commentaar in de tekst.
  4. Probeer de verwerking van de peer review-gegevens zoveel mogelijk te automatiseren. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van ‘workflow’ zoals mogelijk is binnen Learning Content Management Systemen, zoals bijvoorbeeld HIVE.

Tip

Het is belangrijk dat u het proces van de peer review en de rol van het systeem daarin goed evalueert, zodat u op basis daarvan het systeem kunt bijstellen. Zo is in het voorbeeld van Technische Bestuurskunde dat hiervoor is beschreven, na de eerste ronde gekozen voor een andere procedure (workflow) van peer review waardoor de student minder afhankelijk werd van de review van de docent en de docent betere producten onder ogen kreeg en daardoor minder tijd aan de review hoefde te besteden.

In sommige gevallen is het van belang dat de gegeven peer reviews op hun kwaliteit worden beoordeeld. Redenen hiervoor kunnen zijn:

  • Studenten moeten leren om een peer review te geven en dienen hiervoor feedback op hun review te ontvangen.
  • U wilt de kwaliteit van de peer reviews in de gaten kunnen houden en studenten hierop beoordelen.
  • U wilt studenten stimuleren om de peer review serieus aan te pakken.
Geplaatst op 08-06-2004 door adminComments Off on Procedure voor geautomatiseerde peer review

 
Auteur(s): Aletta Smits Organisatie(s): ICLON, Universiteit Leiden

Een chatdiscussie voeren en visualiseren via een whiteboard: door in een virtueel whiteboard blokjes verder weg of dichter bij een stelling te schuiven geven de deelnemers aan een discussie aan of ze overtuigd worden door de argumenten.

Voorbeeld uit de praktijk

Dit IDEE is bedacht tijdens een workshop door een groep mensen die zelf chatgroepen moesten leiden. De groep heeft het IDEE zelf uitgeprobeerd. Een praktijkvoorbeeld met studenten is welkom.

Doel

De docent kan een overzichtelijke discussie in een chatroom organiseren met actieve en passieve rollen voor de verschillende deelnemers.

Wanneer te gebruiken

  • Als er teveel deelnemers zijn om een overzichtelijke chatsessie te organiseren.
  • Als je groepsprocessen wilt doorbreken en wilt zorgen dat deelnemers die normaal het chat-gesprek domineren een andere taak vervullen zodat de andere deelnemers een kans krijgen hun ideeën te formuleren.
  • Als het wenselijk is om de discussie en het effect van de discussie op de deelnemers achteraf te analyseren.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Formuleer stellingen waarover gediscussieerd gaat worden. Plaats deze vooraf in de digitale leeromgeving.
  2. Kondig het tijdstip aan waarop gechat gaat worden.
  3. Zorg dat de chatroom op tijd ‘geopend’ is, d.w.z. ongeveer een kwartier voor de start van de discussie (sommige chatrooms kunnen namelijk alleen op vooraf vastgestelde tijdstippen actief zijn).
  4. Om de discussie overzichtelijk te houden kan niet iedereen tegelijkertijd meepraten via het chatvenster. In plaats daarvan chatten slechts steeds 2 of 3 deelnemers. Er zijn twee mogelijkheden:
    • Maak van te voren een sprekerslijst welke sprekers over welke stelling discussiëren en hoe lang
    • Bepaal ter plekke welke discussianten de stelling moeten of willen bediscussiëren. Dit vergt tijdens de discussie wel extra aandacht van de docent.
  5. Wijs zo nodig voor- en tegenstanders van de stelling aan om de discussie goed scherp te krijgen.
  6. Plaats de stelling die wordt besproken boven in het whiteboard (het whiteboard is een onderdeel van de dlo Blackboard). Zet links ‘Niet’ en rechts in het whiteboard ‘Wel’.
  7. Geef de deelnemers opdracht een blokje (of andere figuur) in een eigen kleur te tekenen in het whiteboard.
  8. Geef aan het begin van de discussie de deelnemers opdracht hun blokje op een bepaalde plaats tussen ‘niet’ en ‘wel’ te plaatsen, afhankelijk van de mate waarin ze het met de stelling eens zijn.
  9. De opdracht aan de discussianten is om de blokjes in beweging te krijgen.
  10. Gedurende de discussie schuiven de niet-sprekers hun blokje verder van de stelling weg als ze vinden dat iemand een goed tegenargument inbrengt en dichter naar de stelling toe als ze overtuigd worden door een argument.
  11. Neem regelmatig een ‘foto’ van het whiteboard om de huidige stand vast te leggen.
  12. Na afloop kunnen deelnemers gevraagd worden hun blok-bewegingen te motiveren. Dit kan nog in de chatsessie zelf, maar kan ook goed als verwerkingsopdracht in een discussieforum of als in te leveren opdracht. Als bron voor die tekst gebruiken ze de gearchiveerde chatsessie en eventueel de literatuur die bij die stelling hoorde.

Tip
  • Laat studenten een half uur voor de discussie even oefenen in de chatroom (dan moet de chatroom dus ook eerder ‘geopend’ worden).
  • Het is ook mogelijk om de stelling in het midden te plaatsen met daarom heen ovalen met een steeds grotere middenlijn. Studenten die het oneens zijn met de stelling plaatsen hun blokje op de omtrek van de buitenste ovaal, studenten die het eens zijn met de stelling op de binnenste. Zo kan worden gewerkt met een intervalschaal in plaats van de glijdende schaal uit de figuur. Afhankelijk van het aantal ovalen zijn er meer of minder keuzemogelijkheden.
  • Een mogelijkheid is ook om een lijn te tekenen met daarop bijvoorbeeld zeven posities, uiteenlopend van helemaal mee oneens naar helemaal mee eens. Studenten moeten direct boven zo’n positie hun blokje plaatsen. Ook op deze manier kan worden gewerkt met een intervalschaal in plaats van een glijdende schaal.

Randvoorwaarden

De dlo moet beschikken over een chatfunctionaliteit met een whiteboard.

Zie ook

Geplaatst op 02-06-2004 door adminComments Off on Meningen visualiseren in een chatroom

 
Auteur(s): Jan Folkert Deinum Organisatie(s): Rijksuniversiteit Groningen

Dankzij digitale video wordt het mogelijk om video als portfolio middel te gebruiken. Dat biedt studenten de gelegenheid om hun ervaringen veel beter zichtbaar te laten maken dan met schriftelijke verslaglegging mogelijk is.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij verschillende lerarenopleidingen wordt gewerkt met digitale video in een portfolio. Tot nu toe gaat dat veelal door de video van een lesopname met speciale software te monteren en op een cd-rom te plaatsen. De kijker moet dus altijd de cd-rom bij de hand hebben.
Enkele opleidingen experimenteren nu met streaming video. De lesopname wordt in zijn geheel op een streaming videoserver geplaatst. Studenten kunnen vervolgens met de virtuele snijmachine fragmenten selecteren en deze als hyperlink in een tekst- of webdocument plaatsen. Lezers van het document kunnen, wanneer zij over een internetverbinding beschikken, overal de video bekijken. Bovendien heeft de student geen montagekennis meer nodig voor het selecteren van fragmenten.

Doel

De docent kan studenten een online videoportfolio laten maken.

Wanneer te gebruiken

Wanneer het wenselijk is dat studenten een verslag of portfolio onderbouwen met videofragmenten.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. De studenten krijgen instructie om opnamen te maken van zichzelf. Bijvoorbeeld videoopnamen van een presentatie, van hun les of van andere handelingen die van belang zijn voor de beoordeling.
  2. Het videomateriaal moet op een streaming video server worden geplaatst. Informeer daarover het ICT ondersteuningscentrum van de instelling of het audiovisueel centrum.
  3. Studenten moeten de beschikking krijgen over het webadres van het videomateriaal dat op de streaming video server is geplaatst.
  4. Vraag studenten fragmenten te kiezen voor hun verslag/portfolio. Het kiezen gaat met behulp van de virtuele snijmachine. De links naar de fragmenten kunnen in het verslag/portfolio worden geplaatst.

Aandachtspunten bij de uitvoering

Geef tijdens een college een korte inleiding in het gebruik van de virtuele snijmachine. Studenten hebben over het algemeen binnen een kwartier wel door hoe het werk.

Randvoorwaarden

  • Het videomateriaal moet beschikbaar worden gesteld op een streaming video server. Het is wenselijk om assistentie te organiseren voor het plaatsten van het materiaal, bijvoorbeeld door een studentassistent.
  • De instelling moet kunnen beschikken over een streaming video server.
  • De gebruikers van het verslag/portfolio moeten beschikken over afspeelsoftware voor de videofragmenten en geluidsvoorzieningen.
Geplaatst op 02-06-2004 door adminComments Off on Eigen videofragmenten opnemen in een verslag

 
Auteur(s): Rob Boutmy, Leonie Meijerink, Arjan Toet Organisatie(s): TU Delft, Sectie EduTec

Het gebruik van mind-mappen voor en door studenten in een online vak kan studenten mogelijk helpen bij het genereren van ideeën over het vak en het bieden van een overzicht van de (complexe) inhoud van een vak.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de Sectie Educatie en Technologie van de TU Delft is een interfacultair vak, ‘E-learning minds’, ontwikkeld. De docenten die hierbij betrokken zijn hebben mind maps gemaakt om de te behandelen leerstof goed in kaart te kunnen brengen. Die mindmaps worden gepresenteerd aan studenten. Verwacht wordt dat met zo’n mind-map voor studenten de belangrijkste thema’s van een complex vak en de relaties hiertussen in één oogopslag duidelijk zijn. Studenten kunnen op het moment dat het hen uitkomt kiezen wanneer zij zich in welk thema verder willen verdiepen. Achter de verschillende onderdelen zijn links naar additionele informatie worden toegevoegd, bijvoorbeeld websites, rapporten of audio-visuele elementen, waaruit de studenten kunnen kiezen. Tevens kunnen subcategorieën worden ondersteund door afbeeldingen, om ervoor te zorgen dat het makkelijker in het geheugen van studenten blijft hangen. Het is de bedoeling dat als studenten zelf met extra informatie komen zij ook in staat zijn om de mind-map van het vak uit te breiden.Dit wordt aangeboden in Blackboard aan studenten van het vak ‘E-learning minds’. De links zijn aanklikbaar en er zijn resources achter gehangen. Het is van belang om de verbanden tussen de onderdelen in het product dat aan de student wordt aangeboden weg te laten. Hierover zijn namelijk verschillende interpretaties mogelijk en het niet de bedoeling dat studenten de interpretatie van de docent als ‘de waarheid’ gaan aannemen.

Doel

De docent kan gebruik maken van een mind-map tool om leerinhouden overzichtelijk aan te bieden aan studenten.

Wanneer te gebruiken

  • Als je het voor studenten inzichtelijk wilt maken hoe een vak in elkaar zit.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

  1. Ontwikkel een mind-map voor het vak, zoals dat beschreven is in het IDEE ‘Hoe gebruik je (in een docententeam) een mind-map tool bij de inhoudelijke ontwikkeling van een vak?’
  2. Laat verbanden tussen de onderwerpen van een mind-map weg. Over waar je verbanden legt zijn verschillende interpretaties mogelijk en het is niet de bedoeling dat studenten de interpretatie van de docent als ‘de waarheid’ gaan aannemen.
  3. Selecteer in de mind-map welke links aan naar literatuur, rapporten, clips e.d. voor studenten relevant zijn en welke aansluiten bij het niveau van de studenten.
Tips

  • Geef met verschillende kleuren aan welke resources minimaal vereist zijn om te hebben gebruikt/gelezen en welke optioneel zijn.
  • Maak waar mogelijk gebruik van afbeeldingen om het geheugen van de student te stimuleren.
  • Bedenk een opdracht voor studenten (gerelateerd aan de doelstellingen van het vak) die zij alleen kunnen uitvoeren door informatie uit de achterliggende links en resources van de mind-map te halen. Denk bijvoorbeeld aan een groepsopdracht waarin zij de mind-map gebruiken om een onderwerp te kiezen.
  • Bij groepsopdrachten kunnen de groepen ook de opdracht krijgen om een eigen mind-map te maken over het onderwerp dat zij gekozen hebben.
  • Plaats de mind-map in de Digitale Leeromgeving. Studenten gebruiken deze mind-map als een soort inhoudsopgave voor de achterliggende informatie. Bij Blackboard kan de mind-map bijvoorbeeld onder de course documents geplaatst worden Door de mind-map in html-formaat te plaatsen, wordt de drempel verlaagd voor studenten om toegang tot de (informatie in de) mind-map te krijgen.
  • Maak een discussieforum aan waarin studenten vragen kunnen stellen over de mindmap van de docent en eventueel suggesties doen voor het aanvullen en/of veranderen van die mind-map. Over deze aanvullingen kunnen studenten discussieren, waarbij ook de docent een rol kan spelen.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  1. Geef studenten de opdracht om informatie te zoeken en gebruiken die zij uit de mind-map kunnen halen. Studenten kunnen bijvoorbeeld op zoek gaan naar informatie over een project. Geef duidelijk aan dat de mind-map bedoeld is om studenten een goed overzicht te geven, maar dat het niet suggereert dat het model een exacte weergave van de werkelijkheid is. Studenten hoeven niet altijd alle informatie te doorlopen. Wel moet van hen worden verwacht dat zij de informatie vinden die hoort bij het onderwerp/ het project waaraan zij werken.
  2. Bouw gedurende het vak momenten in waarop studenten kunnen reflecteren op de nieuwe informatie die zij zijn tegengekomen. Zij kunnen dit in het discussieforum doen. Als de groep groot is wordt aanbevolen om gebruik te maken van groepsdiscussies.
  3. Bied studenten de mogelijkheid om extra informatie of suggesties die zij gedurende het vak tegenkomen toe te voegen aan de mind-map (gebruik de organisatorische structuur die je daarvoor bedacht hebt).
Tips
  • Om studenten te stimuleren tot het leveren van bijdragen aan de mind-map kan je ervoor kiezen om de bijdragen mee te nemen in de beoordeling van de studenten.
  • Het is mogelijk om studenten eerst zelf een mind-map te laten maken. Gevaar is dan alleen dat er wel heel veel verschillende invalshoeken/perspectieven bij elkaar gebracht moeten worden. In de praktijk blijkt dat veelal onwerkbaar.

Achtergrondinformatie

Tergan, S.-O. (2003). Managing knowledge with computer-based mapping tools. In D. Lassner & C. Mc Naught (Eds.), Proceedings of the ED-Media 2003 World Conference on Educational Multimedia, Hypermedia & Telecommunication (pp. 2514-2517). Honolulu, HI: University of Honolulu.

De laatste jaren is er veel aandacht voor concepten als brainmap, conceptmap of mindmap. Er zijn allerlei handige tools verschenen om online dergelijke maps te genereren (zie bijvoorbeeld http://www.mind-map.com/). Het gebruik van mind-maps (of concept maps, brainmaps of andersoortige vormen) lijktin een aantal gevallen studenten te kunnen helpen bij het krijgen van overzicht over complexe onderwerpen.

Online mind-mappen (zoals in de afbeelding uit het praktijkvoorbeeld) is bijvoorbeeld mogelijk met behulp van de tool ‘mind manager’. Deze is te vinden onder de volgende link: www.mindmanuals.com (21 dagen om uit te proberen). Over de strategie van Brain Blooming, mind mappen met een groep, kan meer gelezen worden op: http://www.mind-mapping.co.uk/group-mind-mapping.htm.

Zie ook

Hoe gebruik je (in een docententeam) een mind-map tool bij de inhoudelijke ontwikkeling van een vak?

Geplaatst op 10-03-2004 door adminComments Off on Een mind-map tool gebruiken om studenten te ondersteunen

 
Auteur(s): Rob Boutmy, Arjan Toet, Leonie Meijerink Organisatie(s): TU Delft, Sectie EduTec

De techniek van mind-mappen kan docenten ondersteunen bij het opdoen van ideeën, dient als registratietool van een discussie, legt relaties vast en vergemakkelijkt het structureren van informatie bij het ontwikkelen van een nieuw vak.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de Sectie Educatie en Technologie van de TU Delft is een interfacultair vak, ‘E-learning minds’, ontwikkeld. De docenten die hierbij betrokken waren hebben gebruik gemaakt van mind-mappen om een goed en volledig overzicht te krijgen over wat er allemaal in het vak behandeld zou moeten worden en over hoe het vak in elkaar zou moeten zitten. Achter de verschillende onderdelen zijn links naar additionele informatie toegevoegd om gelijk alle resources die verzameld worden onder te brengen, bijvoorbeeld websites, rapporten of audio-visuele elementen. Tevens kunnen subcategorieën worden ondersteund door afbeeldingen, om ervoor te zorgen dat het makkelijker in het geheugen van het docententeam blijft hangen. Rechts een voorbeeld van de mind-map die door een team docenten is samengesteld bij het ontwikkelen van het vak ‘E-learning minds’ door de sectie Edutec van de TU Delft.

Doel

Docenten suggesties geven voor het gebruik van een mind-map tool bij opdoen van ideeën ten aanzien van de inhoud en structuur van een nieuw vak of bij het verbeteren van een bestaand vak, waardoor een vak overzichtelijk en gedetailleerd kan worden beschreven.

Wanneer te gebruiken

  • Als je een vak wilt ontwikkelen of verbeteren, en je gestimuleerd wilt worden in het gnereren van nieuwe ideeën over de inhoud die je in het vak zou willen behandelen.
  • Als je een vak wilt ontwikkelen of verbeteren en probeert om inzicht te krijgen in de complexe structuur en verbanden in het vak.

Aandachtspunten bij de voorbereiding

In dit IDEE wordt beschreven hoe je als docent de inhoud van je vak ontwikkelt.

  1. Nodig een aantal collega’s uit voor een ‘brainstorm’ sessie, waarin een eerste opzet van de mind-map ontwikkeld wordt. Brainstorm samen met collega’s, hierdoor kom je op veel meer ideeën.
  2. Bepaal welke strategie de voorkeur heeft: eerst brainstormen op een flip-over, m.b.v. memootjes e.d. en pas daarna het gebruik van een mindmap tool of gelijk de tool gebruiken. Dat is afhankelijk van wat je zelf het prettigst werken vindt.
  3. Maak gebruik van een tool waarmee je kunt mind-mappen. Een voorbeeld hiervan is: www.mindmanuals.com (de mind manager kan 21 dagen op proef worden gebruikt).
  4. Als je met meerdere mensen gaat mind-mappen kunnen verschillende strategieën worden gebruikt. Overigens is het mogelijk om deze sessie volledig online op afstand te houden. (de mind-map uit het voorbeeld heeft hiervoor een conferencing functionaliteit). Over het gezamelijk mind-mappen zijn verschillende visies.
    • Ontwikkel met een groep docenten de mind-map. Maak een docent de facilitator. Er kan eerst een (brainstorm)-sessie gehouden worden waarin iedereen zijn ideeën kan spuien, waarna docenten een gezamelijke mind-map maken door met elkaar in discussie te gaan over wat er wel en niet in zou moeten komen. (zie vanaf punt 5). Deze strategie werd gehanteerd in het uit de praktijk voorbeeld. Mogelijk gevaar is dat de gezamelijke mind-map de ideeën van de individuele docent niet voldoende weergeeft.
    • Een andere strategie die gebruikt kan worden is de strategie van Brain Blooming (zie: http://www.mind-mapping.co.uk/group-mind-mapping.htm) Deze strategie kost meer tijd, maar biedt iets meer ruimte voor individuele inbreng. Het gevaar kan zijn dat het moeilijker wordt voor de individu om af te wijken van zijn/haar eigen initiële ideeën.
      • Maak per persoon eerst één mind map om individuele ideeën aan te dragen (zie vanaf punt 5)
      • Bespreek de ideeën die iedereen heeft aangedragen onder leiding van een facilitator. Daarbij geldt dat alle ideeën samengevoegd worden en even belangrijk gevonden worden. Stel een structuur samen, de zogenaamde ‘Basis Orde van Ideeën’ (BOI).
      • Soms is het makkelijker om het eens te worden als voorafgaand aan de individuele mind maps al een BOI is opgesteld. Nadeel is dat het de creativiteit kan beperken.
      • Stel één grote Mind Map samen. Neem voldoende tijd om het eens te worden.
      • Maak een vertakking waarin het mogelijk is om alle ideeën te plaatsen die niet onder een categorie vallen.

    Neem ten aanzien van het proces van het maken van de mind map de volgende stappen:

  5. Begin in het centrum van het beeldscherm met het centrale idee, bijvoorbeeld de naam van het vak of het onderwerp (als je begint met schrijven in de mindmap).
  6. Bedenk vanuit de eindtermen/-competenties wat de belangrijkste categorieën zijn. Geef deze in trefwoorden in verschillende richtingen ten opzichte van het centrale idee weer.
  7. Ga nu verder brainstormen over welke informatie je belangrijk vindt om aan te bieden aan studenten in het vak onder de verschillende categorieën. Zo ontwikkel je gaandeweg na veel doorassocieren een groeiende en georganiseerde structuur. (zie Buzan, http://www.mind-map.com/).
    Maak
    gebruik van zo kort mogelijke termen om het geheel overzichtelijk te houden.
  8. Maak (eenduidig) gebruik van verschillende manieren van visuele weergave om de onderdelen en relaties tussen onderdelen weer te geven: lijnen, vormen, kleuren, etc. Door onderwerpen die aan elkaar gerelateerd zijn aan een kleur te koppelen wordt het geheel overzichtelijker en bovendien makkelijker te onthouden.
  9. Ondersteun verschillende onderdelen bij voorkeur met een afbeelding. Afbeeldingen stimuleren het geheugen.
  10. Maak verbindingen tussen punten die met elkaar te maken hebben.
  11. Verzamel zoveel mogelijk informatie bij de verschillende onderdelen: literatuurverwijzingen, links naar relevante internetsites, videoclips, audio-fragmenten. De online mind-map tool biedt de mogelijkheid om links aan te maken.
  12. Sla de mind-map op.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • De gebruiksfunctie van de mind-map is (tot dusverre) met name dat het dient als registratietool om discussies vast te leggen. Het legt een gezamelijk proces vast. In het IDEE: Hoe gebruik je een mind-map tool in je vak om studenten te ondersteunen?, wordt geadviseerd hoe de mind-map als product gebruikt kan worden. Je kunt het eindproduct van de mind-map (online) aan de studenten aanbieden, zodat zij ook een goed overzicht krijgen van het vak. Over deze manier van gebruik van de techniek van mind-mappen kan gediscussieerd worden. Gevaar is dat studenten teveel een overzicht voorgekauwd wordt, in plaats van dat zij zelf structuur ontdekken. In het genoemde IDEE wordt voorgesteld hoe de mind-map kan worden aangepast, zodat het op een nuttige manier voor en door studenten te gebruiken is. Het is bijvoorbeeld belangrijk om ervoor te zorgen dat studenten niet overdonderd worden door complexe informatie: versimpel het model voor studenten.
  • Verder wordt de mindmap met name gebruikt om een volledig overzicht te geven van relaties. Over het belang van deze relaties zegt het minder. Daarvoor kan de techniek van conceptmapping gebruikt worden.

Tip

Voor het doelmatig toepassen van mind-maps is het raadzaam dat u eerst meer leest over de beginselen van mind-mapping, bijv. door het boek ‘Gebruik je verstand’, van Tony Buzan door te nemen of door de achtergrondinformatie van dit IDEE te bestuderen.

Achtergrondinformatie

Het idee van ‘Mind maps’ wordt onder andere gebruikt door Tony Buzan (http://www.mind-map.com/). Hij veronderstelt dat door gedachten en percepties ruimtelijk weer te geven en door het gebruik van kleuren en afbeeldingen een volledig overzicht ontstaat en nieuwe verbindingen zichtbaar worden gemaakt.

Door het gebruik van mind-maps worden zowel docenten als studenten tot creativiteit en concentratie gestimuleerd. Wanneer iemand lineair leert wordt men vaak beperkt als er nieuwe informatie wordt toegevoegd, terwijl mind mapping het mogelijk maakt om snel ideeën uit te breiden, wat uiteindelijk leidt tot een helder en gedetailleerd overzicht van alle relevante aan elkaar gelieerde punten. Door daaraan kleuren, vormen, plaatjes en dimensies toe te voegen worden de hersenen gestimuleerd. Uit: http://www.mind-mapping.co.uk/mind-mapping-training-courses.htm

Online mind-mappen (zoals in de afbeelding uit het praktijkvoorbeeld) is bijvoorbeeld mogelijk met behulp van de tool ‘mind manager’. Deze is te vinden onder de volgende link: www.mindmanuals.com (21 dagen om uit te proberen)
Over de strategie van Brain Blooming, mind mappen met een groep, kan meer gelezen worden op: http://www.mind-mapping.co.uk/group-mind-mapping.htm.

Zie ook

Hoe gebruik ik online mind-mapping in een online vak?

Geplaatst op 10-03-2004 door adminComments Off on Een mind-map tool inzetten bij ontwikkeling van een vak

 
Auteur(s): Sylvia Walsarie Wolff, Arjan Toet, Leonie Meijerink Organisatie(s): TU Delft, Sectie EduTec

Studenten kunnen door het gebruik van een mind-map tool worden gefaciliteerd in het verkrijgen van een helder overzicht van het kennisdomein van een vak of bij het bepalen van hun leerbehoeften.

Voorbeeld uit de praktijk

Bij de Sectie Educatie en Technologie van de TU Delft is een nieuw interfacultair vak, ‘E-learning minds’ ontwikkeld (juni 2003). De deelnemende studenten zullen voordat ze deelnemen aan het vak een eigen mind-map opstellen. Deze eerste mind-map zorgt ervoor dat een student een helder overzicht krijgt van reeds aanwezige kennis ten aanzien van de totale leerinhoud van het vak. De student ziet ook de hiaten in zijn kennis. Deze eerste mind-map toont dus eigenlijk ook de leerbehoefte van de individuele student. Deze mind-map kan in html vorm worden ingeleverd in Blackboard. De docenten monitoren de ingeleverde mind-maps en geven hierop, indien nodig, feedback. De mind-map zal gedurende het vak gaan leven. Omdat in de mindmap opgenomen kennisgebieden gedurende het vak door de student geleerd en ontdekt zullen worden, zal de mind-map regelmatig moeten worden uitgebreid. Studenten mogen elkaars’ mind-map inzien om inspiratie op te doen. Door de ontwikkeling die zijn mind-map gedurende het vak meemaakt behoudt de student een helder en totaal overzicht van het kennisdomein van het vak. Een docent zal de ontwikkeling van de mind-map monitoren. Het gebruik van kleur en plaatjes laat de kennis makkelijk in het geheugen opnemen. Studenten kunnen ook links of informatie van buiten het vak toevoegen aan de elementen van de mind-map. Deze kunnen ‘aanklikbaar’ worden gemaakt, studenten behouden het overzicht en docenten raken geïnspireerd door ‘nieuw’ leermateriaal buiten het vak.

Doel

De docent kan het gebruik van een mind-map tool door studenten faciliteren, om studenten te helpen bij het verkrijgen van een helder overzicht over het vak of bij het bepalen van de leerbehoeften van de individuele student.

Wanneer te gebruiken

  • Als je studenten wilt helpen bij het verkrijgen van een goed overzicht over het kennisdomein van een vak.
  • Als je de studenten zelf hun individuele leerbehoeften wilt laten bepalen en dit proces wilt monitoren.
  • Als je het leerproces van studenten wilt stimuleren door hen te ondersteunen in het zelfstandig genereren van ideeën over het betreffende kennisdomein.

Aandachtspunten bij de uitvoering

  • Geef tijdens de eerste bijeenkomst van het vak studenten de opdracht een mind-map te maken met behulp van een mind-map tool.
  • Geef in de eerste bijeenkomst regels voor het opstellen van een mind-map (zie bijlage)
    1. Begin met een afbeelding in het midden, waarin het onderwerp geplaatst wordt. Het onderwerp van de mind-map moet centraal staan.
    2. Bedenk om het centrale onderwerp ‘sleutelwoorden’. Sleutelwoorden zijn eigenlijk alle ankerpunten die je in je brein hebt t.a.v. het onderwerp, je rafelt als het ware alle kreten die je omtrent een onderwerp kunt bedenken uiteen en organiseert ze op een voor jezelf logische manier. De combinatie van sleutelwoorden roepen associaties op door de manier waarop je ze organiseert en benoemt. Sleutelwoorden dienen door associatie met elkaar sturing te geven aan het herinneringsproces.
    3. Het is beter om een woord te gebruiken voor de associaties, vermijd het gebruik van meerdere woorden of zelfs hele zinnen bij een associatie.
    4. Gebruik naast de sleutelwoorden ook afbeeldingen/visuele weergaven in de mind-map. Het gebruiken van visueel materiaal kan het creatieve proces extra stimuleren.
    5. Wanneer een student een opmerking wil maken bij een bepaald sleutelwoord of er afbeeldingen aan wil toevoegen, dan biedt de mind-map tool deze mogelijkheid.
    6. Gebruik kleur in de mind-map. In combinatie met afbeeldingen wordt hierdoor de rechterhersenschors gestimuleerd. Door de rechter- en linkerhersenhelft met elkaar te laten communiceren zal het geleerde beter worden onthouden.
    7. Zorg voor een ‘vrije geest’. Dit houdt in dat er vrij geassocieerd mag worden. Er bestaat niet zoiets als een slechte mind-map. Binnen een aantal minuten moet een mind-map opgesteld kunnen worden. Wanneer het resultaat niet bevredigt, dan kan de mind-map eenvoudig worden aangepast en gewijzigd.
    8. Laat studenten de mind-map digitaal inleveren (het is mogelijk om dit in een html formaat te doen). Het handigst is om dit in de digitale leeromgeving te laten inleveren. In Blackboard kan het bijvoorbeeld onder het onderdeel ‘groups’ worden ingeleverd.
Tips
  • Laat studenten binnen een groep de mind-map van elkaar bekijken en becommentariëren. Het is geen probleem als studenten elkaar beïnvloeden, als een student zichzelf maar bewust is van het feit dat het gaat om zijn eigen leerproces en dus zijn eigen mind-map.
  • Wanneer de allereerste mind-map is ingeleverd en het vak ‘loopt’ zal de student regelmatig de mind-map moeten bijstellen. De eerste bijstelling kan bijvoorbeeld al na één dag worden gedaan, vervolgens moet de mind-map wekelijks worden bijgesteld.
  • Het is soms nuttig om na een tijdje je eigen mind-map opnieuw te maken. Door reproduceren blijven factoren beter hangen en je kunt zien of je nieuwe inzichten en associaties hebt ontwikkeld. Na voltooiing kan de student de reeds bestaande mind-map erbij pakken. Het zoeken naar de verschillen tussen beide mind-maps is een essentieel onderdeel van het leerproces.
  • De docent kan sturing geven aan de ontwikkeling van de mind-map door gerichte opdrachten te geven of studenten te laten zoeken naar geschikt leermateriaal ten aanzien van een bepaald kennisgebied.
  • Geef de studenten de opdracht zelf links aan te brengen in zijn mind-map. Er kan hierbij verwezen worden naar leermaterialen buiten de eigen leeromgeving. Een student kan interessante websites, artikels, audio, presentaties en videofragmenten aan de mind-map toevoegen. Hierdoor wordt de docent geconfronteerd met nieuw leermateriaal en kan er feedback worden gegeven op de kwaliteit van deze toegevoegde leermaterialen. Daarbij moet worden aangetekend dat dit voor de docent een tijdrovend proces kan zijn bij grote aantal studenten, dus niet altijd relevant is.
  • Het is mogelijk om dit IDEE te combineren met het IDEE ‘Hoe gebruik je een mind-map tool in je vak om studenten te ondersteunen?’. In dat geval kunt u de mind-map die u als docent heeft opgesteld vergelijken met de mind-maps van de studenten.
  • Voor het doelmatig toepassen van mind-maps is het raadzaam dat u eerst meer leest over de beginselen van mind-mapping, bijv. door de achtergrondinformatie van dit IDEE te bestuderen.

Ontleend aan

Tergan, S.-O. (2003). Managing knowledge with computer-based mapping tools. In D. Lassner & C. Mc Naught (Eds.), Proceedings of the ED-Media 2003 World Conference on Educational Multimedia, Hypermedia & Telecommunication (pp. 2514-2517). Honolulu, HI: University of Honolulu.

De laatste jaren is er veel aandacht voor concepten als brainmap, conceptmap of mindmap. Er zijn allerlei handige tools verschenen om online dergelijke maps te genereren (zie bijvoorbeeld http://www.mind-map.com/). Het gebruik van mind-maps (of concept maps, brainmaps of andersoortige vormen) lijktin een aantal gevallen studenten te kunnen helpen bij het krijgen van overzicht over complexe onderwerpen.

Online mind-mappen (zoals in de afbeelding uit het praktijkvoorbeeld) is bijvoorbeeld mogelijk met behulp van de tool ‘mind manager’. Deze is te vinden onder de volgende link: www.mindmanuals.com (21 dagen om uit te proberen). Over de strategie van Brain Blooming, mind mappen met een groep, kan meer gelezen worden op: http://www.mind-mapping.co.uk/group-mind-mapping.htm.

Zie ook

Hoe gebruik je (in een docententeam) een mind-map tool bij de inhoudelijke ontwikkeling van een vak?

Hoe gebruik je een mind-map tool in je vak om studenten te ondersteunen?

Geplaatst op 10-03-2004 door adminComments Off on Faciliteren van een mind-map tool in een vak

  « Previous PageNext Page »